Deze weblog gaat over politieke onderwerpen in de provincie Limburg. Ik ben Provinciaal Statenlid voor de PvdA en schrijf vanuit de volgende visie: “Een economisch en sociaal sterk Limburg waar werk is voor iedereen, waar iedereen kan meedoen en we goed onderwijs hebben voor alle niveaus. Waar iedereen zich thuis en veilig voelt en we bekend zijn om onze gastvrijheid. Waar we respect tonen voor elkaar en we eerlijk delen”. Wilt u reageren, stuur een email naar: pvda@pennings.biz.
zondag 23 december 2007
Prettige kerst en een goed nieuwjaar!
dinsdag 18 december 2007
Provinciale Statenvergadering van 14 december 2007
Reden voor de camera's is een proef met internetvideo: afgelopen vrijdag kon iedereen die dat wilde vanaf zijn eigen PC de hele vergadering in beeld en geluid live volgen. Aardig daarbij was dat de vergaderstukken waarover op dat moment gesproken werd, op hetzelfde PC-scherm in te zien waren. Zo - dat werd in ieder geval gehoopt - hadden kijkers de mogelijkheid om een debat ook inhoudelijk te volgen.
Omdat ik in de zogeheten Klankbordgroep Communicatie van Provinciale Staten zit die de proef moet evalueren, heb ik een paar mensen - waaronder mijn vader - gevraagd om de vergadering vanaf het internet te volgen. De commentaren waren overwegend positief, al blijkt dat het weinig nut heeft om de lijvige vergaderstukken integraal aan de kijker aan te bieden. Dit soort vergaderstukken moet je 'leren lezen'. Het zou veel handiger zijn als er naast de spreker alleen een korte samenvatting van het probleem (aanleiding - achtergrond - onderwerp van debat) werd gepubliceerd. Wie echt geinteresseerd is, kan altijd nog via een link bij de complete vergaderstukken komen.
Ik kan mij voorstellen dat mensen zeggen: Waarom wist ik niets van die internetuitzending af? Klopt, de uitzending is niet wijd bekend gemaakt. Het ging namelijk om een technische proef: werkt het wel en wat kan beter? Mocht de proef positief geevalueerd worden, dan bestaat de kans dat vanaf voorjaar 2008 alle Statenvergaderingen live te volgen zijn. En dan maar hopen op een beetje redelijke kijkcijfers...
Inhoudelijk stonden vier serieuze onderwerpen op de agenda:
1. subsidie aan gemeentes voor de installatie van een defibrillator (kortweg AED) op brandweerauto's
2. een wijziging in de reglementen van de waterschappen
3. mogelijke verlenging van de proef met gratis OV voor 65+ in Parkstad
4. uitvoeringsprogramma jeugdzorg.
Verreweg de meeste commotie zorgde het eerste agendapunt: een initiatief van de VVD waarin werd voorgesteld dat de provincie iedere gemeente 1250 euro geeft om hen er zo toe te bewegen op gemeentelijke brandweerauto's een defibrillator te plaatsen. Ik ga hier nu niet de hele uiteenzetting geven waarom coalitiepartijen PvdA, CDA en PNL dit initiatief (tijdelijk) hebben geblokkeerd. Er staat een uitstekende samenvatting op de PvdA-homepage onder de titel: 'De defibrillatordiscussie' (klik op de link om naar het betreffende artikel op de gewestwebsite van de PvdA te gaan).
De tweede discussie betrof het reglement van de waterschappen. Huh? Juist ja: het draaide om de precieze zetelverdeling in het bestuur van de waterschappen na de aanstaande verkiezingen.
Een deel van de zetels zijn zogeheten 'geborgde zetels', d.w.z. deze zijn toebedeeld aan specifieke organisaties die weer een specifiek watergerelateerd belang vertegenwoordigen. Er zijn in totaal 9 geborgde zetels. De overige plekjes worden verdeeld obv publieke verkiezingen.
Welnu: er is een langlopende strijd gaande tussen de organisaties voor de landbouw, de natuur en het bedrijfsleven over hoeveel zetels ieder van hen krijgt. De samenstelling van het bestuur kan duidelijke gevolgen hebben voor het beleid van de waterschappen ten aanzien van toegestaan waterverbruik, hoogte van tarieven, vrijstellingen en dergelijke.
Traditioneel bedingt de landbouwsector 4 van de 9 zetels. In de verschillende voorstellen die vrijdag werden besproken, zou de industrie ofwel 4 (voorstel VVD) of 3 zetels krijgen. Dan bleef er 1 zetel over voor de natuurorganisaties. Vooral de VVD hield lang vast aan de 4-4-1 optie. Haar redenening was dat de industrie ook het grootste aandeel in de financiele opbrengst van de waterschappen aanlevert. De linkse partijen stelden daar tegenover dat dat ook niet meer dan logisch is. Immers: de vervuiler betaalt. GroenLinks, SP en PvvD zagen zelf meer in een 3-3-3-verdeling.
Na een reeks van over-en-weer beschuldigingen dat de belangen van de natuur of de industrie geschaad werden en dat de landbouw er - weer eens - heel makkelijk vanaf kwam, moest er een beslissing geforceerd worden. Als PvdA weten we natuurlijk ook hoe sterk onze coalitiepartner CDA met de landbouwsector verweven is. Dat is een politieke realiteit. Ons gezamenlijk voorstel werd dan ook een 4-3-2 verdeling. Op die manier krijgen de natuurorganisaties (die ook weer deelbelangen hebben) in ieder geval ook een grotere stem. GroenLinks, SP, D66 en PvdD gingen uiteindelijk - zij het met enige tegenzin - met ons mee.
De SP kwam daarna met het voorstel om de proef met gratis OV in de regio Parkstad te verlengen tot na de zomer. Op die manier zouden de onderzoeksgegevens meer betrouwbaar zijn. PvdA-gedeputeerde Bert Kersten ging daarin mee: hij stelde nog eens 250.000 euro beschikbaar op voorwaarde dat de gemeenten van de Parkstad ook hun deel zouden dragen. Overleg met Veolia moest ook nog worden afgerond. Het voorstel werd na korte tijd bij meerderheid aanvaard.
NIEUWS: inmiddels weten we dat de gemeente Kerkrade alsnog besloten heeft om niet met een verlenging mee te doen. De redenen zijn vooralsnog niet duidelijk. De vraag is nu of de andere gemeente het ontstane financiele gat willen dichten of dat de proef begin komend jaar alsnog abrupt eindigt.
Het laatste onderdeel van de vergadering betrof een voortgangsrapportage naar aanleiding van de onlangs gehouden conferentie over de jeugdzorg. Omdat dit onderwerp binnenkort opnieuw op de agenda staat, zal ik later een uitgebreider verslag maken.
donderdag 13 december 2007
Toch gelukt: oversteek Lutterade komt er!
Het bewonersplatform Geleen-West (waar ik voorzitter van ben) is erg blij met deze uitkomst. We hebben er drie jaar over gedaan om onze boodschap in het belang van onze kinderen en ouderen door de politiek geaccepteerd te krijgen. We zijn dan ook tevreden dat de fracties het belang hebben ingezien en het nu dus ook definitief ondersteunen. De kosten voor de aanleg worden tussen de gemeente en de provincie gedeeld. In 2008 moet de aanleg afgerond zijn.
Werkbezoek aan Eijsden
1. de dreigende/mogelijke komst van een wietboulevard naar de gemeente,
2. de bouw van een nieuwe energiecentrale direct aan de Belgische grens met Eijsden
3. een lopend experiment met de treinverbinding tussen Maastricht en Luik.
Het blijkt maar weer eens hoe belangrijk werkbezoeken zijn: je moet er echt zijn geweest om specifieke lokale problemen en situaties te begrijpen en daarop dan ook politiek te reageren. Vanaf papier kun je over het algemeen gemakkelijk en snel besluiten. De consequenties worden doorgaans in redelijk abstracte termen beschreven en staan meestal in het teken van "het hogere doel". Dat is niet zelden: vervelend voor de een, maar goed voor de wijdere gemeenschap. De kans bestaat dan echter dat je uit onwetendheid over de feitelijke situatie voorbij gaat aan heel gegronde bezwaren van een minderheid, alleen om de meerderheid te plezieren.
Mijn collega Alouis Heijmans heeft ons bezoek aan de beoogde locatie voor de wietboulevard (aan de Oosterweg precies naast het recreatiepark Oost Maarland aan de Maas) zeer treffend beschreven. Burgemeester Leers zegt van plan te zijn op die plek een gebouw van 2000 m2 neer te zetten, met 700 parkeerplaatsen. Dat komt neer op gemiddeld 3500 wietkopers per dag, met uitloop op piekdagen naar 5000 bezoekers. De door Alouis gemaakte opmerkingen en conclusies zijn helemaal de mijne. Om die reden heb ik zijn samenvatting hieronder overgenomen:
...En dan gaat de vlam in de pan als het gaat om de verplaatsing van 15 koffieshops uit de binnenstad van Maastricht. Burgemeester Leers in persoon is de overlast van het drugstoerisme uit België en Frankrijk meer dan beu. De oplossing wordt nu gezocht in de aanleg van een “wietboulevard” naar de rand van de stad, pal op de grens met Eijsden. Een boulevard, een weidse benaming, maar bedenkend dat hier 3 koffieshops met een oppervlakte van maar liefst 2.000 m² gebouwd gaan worden met een capaciteit van zegge en schrijven 700 parkeerplaatsen, op een oppervlakte van 8 ha, dan kun je je wel wat bij die term voorstellen. Dan hou je dus rekening met een toestroom van duizenden bezoekers per dag. De Belgische buurgemeente Visé is mordicus tegen een koffieshop, zo dicht bij de landsgrens. Ze dreigen alle contacten met Eijsden op te schorten, terwijl op het gebied van recreatie en toerisme de streek veel te bieden heeft.
De locatie die Maastricht op het oog heeft, ligt op een mooi plekje pal langs de Maas aan de Oosterweg. Die weg is ook een drukke doorgaande schoolroute. Op een steenworp afstand van recreatiepark met dagstrand: Oost Maarland. Deze trekt jaarlijks 70- 80.000 bezoekers. Geliefd bij talloze gezinnen uit Maastricht en omgeving. Ik kan me eerlijk gezegd de zorgen heel goed voorstellen van de ondernemer en van andere recreatiebedrijven in de buurt. Ook al zou er niet direct overlast ontstaan voor de gasten, dan nog is het qua presentatie geen visitekaartje om een mega koffieshop als buur te hebben. 700 parkeerplaatsen, lijkt me inderdaad wel het formaat van een meubelboulevard.
Afgezien daarvan vraag ik me af in hoeverre de drugsoverlast in Maastricht dan daadwerkelijk tot het verleden zal gaan behoren. Legale koffieshops moeten zich aan strenge regels houden; als het goed is worden ze daar ook streng op gecontroleerd. De illegale handel is een heel ander hoofdstuk. Bekend fenomeen zijn de drugsrunners die de klanten al bij de grens ophalen en hen naar de dealers brengen. Gaat men er van uit dat met verplaatsing van koffieshops de handel in harddrugs ook tot het verleden zal gaan behoren? Is met de komst van een wietboulevard alle overlast in woonbuurten waar dealers en drugsverslaafden zich ophouden dan ook voorbij? In Weert is een koffieshop gevestigd in het gemeentehuis, naast de afdeling voorlichting. Heeft drukke klandizie, maar geen centje pijn.
We begrijpen uit de toelichting dat het hier om een tijdelijke oplossing van 3 jaar zou gaan. Dan wordt de locatie verplaatst richting bedrijventerrein Maastricht- Eijsden. In de verte kun je vanaf de Oosterweg die lelijke witte dozen zien liggen. Worden er geen welstandseisen gesteld aan bedrijfspanden? Dat noemen ze nu verrommeling van het landschap. Maar een investering van die omvang voor een periode van maar 3 jaar? Is het misschien een manier om zo bezwaar- en beroepsprocedures te kunnen omzeilen? Burgemeester Leers mag zelf in dit dossier de besluiten nemen, zo wordt ons meegedeeld.
Het wordt toch werkelijk eens tijd dat de fracties van PvdA Eijsden en Maastricht met elkaar aan tafel gaan zitten om in alle openheid de zaak door te praten. Is er wel eens een goede analyse gemaakt van de problemen om op basis daarvan tot oplossingen te komen? Ik neem aan van wel, maar PvdA Eijsden is daar in ieder geval niet van op de hoogte.
In Eijsden is men ook niet blij met de komst van een grote nieuwe energiecentrale pal op de Belgisch-Nederlandse grens, nabij Vise. De Eijsdense fractie vertelt ons dat er geen groot bezwaar bestaat tegen de energiecentrale zelf, maar wel tegen de geplande bouw van een of twee 125 meter hoge koeltorens. Ter vergelijking wordt gewezen naar de hoogste toren van de ENCI, die 'nog maar' 80 meter hoog is. De koeltorens betekenen een grote horizonvervuiling in een gebied dat grote toeristische waarde heeft. Er wordt wat afgefietst en gewandeld tussen Eijsden en de Voerstreek.
Als argument voor de torens wordt gezegd dat alleen op die manier voorkomen wordt dat 's winters de snelweg aanvriest en er een constante mist over het traject Eijsden-Vise komt te liggen. Achtergrond hiervoor is dat de centrale gekoeld moet worden en men hiervoor slechts beperkt gebruik mag maken van het water uit de Maas (anders sterven planten en dieren). Bouw je een lage koeltoren, dan bestaat de kans dat op sommige momenten de waterdamp over het omliggende gebied blijft liggen. Dat leidt dan weer tot de vorming van rijp op de snelweg en dat is gevaarlijk. Klinkt logisch. Maar de Eijsdense fractie en wij (de Statenleden) vragen ons af of er serieus nagedacht is over mogelijke alternatieven. Ik ben natuurlijk geen technisch expert, maar uit eigen werkervaring weet ik bijvoorbeeld redelijk veel over lopende grootschalige experimenten waarbij 's zomers de warmte van snelwegasfalt in de grond wordt opgeslagen, om deze in de winter te gebruiken als natuurlijk alternatief voor strooien. Dit blijkt nu al zo effectief, dat men denkt het zelfs op bruggen te kunnen toepassen. In landen als Duitsland en Oostenrijk wordt al serieus erover nagedacht om het strooien met zout en grind op termijn te verbieden. Is een soortgelijke constructie niet ook in het geval van de energiecentrale bij Eijsden mogelijk? Het begied is toeristisch zo waardevol, dat we ons zeker niet zomaar moeten neerleggen bij de eerste de beste standaardoplossing.
Het derde probleem dat men in Eijsden aan ons voorlegt is een lopend experiment van de NS om tussen Maastricht en Vise een snelle treinverbinding te hebben. In het verleden reed er ieder half uur een boemeltje dat ook de plaatsen Vise en Eijsden aandeed. Deze plaatsen worden in het experiment overgeslagen. De NS geeft aan dat nu al blijkt dat de snelle verbinding economisch rendabel is. In simpele bewoordingen: er zitten genoeg passagiers in de trein.
De Eijsdenaren zijn nu bang dat na afloop van het experiment de stoptrein in Eijsden definitief vervalt. En dat zou vreemd zijn. Enerzijds omdat mensen uit Eijsden die via station Maastricht verder naar het noorden willen, door het experiment stelselmatig hun aansluiting missen. In plaats van 8 minuten treinreis tot station Maastricht zit men nu tenminste 20 minuten in de bus en tijdens de spits nog langer. Daarbij komt ook nog dat de trein zelf - in ieder geval in de ochtend- en avonduren - nog steeds datzelfde verouderde Belgische boemeltreintje is van voorheen. Het stopt alleen niet meer in Eijsden. De Eijsdense belangengroep die ons dit vertelt, vraagt zich dan ook af waarom datzelfde boemeltje niet ook gewoon weer 1 minuut in Eijsden kan stoppen. Contact met de NS blijkt zeer moeilijk (ken ik zelf uit ander verband maar al te goed!). Het enige antwoord van die kant is: stoppen in Eijsden is te duur. Dat snap ik niet. Bij vertrek belooft de Statenfractie over dit punt nadere vragen te gaan stellen bij de verantwoordelijke gedeputeerde. Wordt vervolgd.
maandag 3 december 2007
TV spot Politiek Moment L1
Deze keer was het dus mijn beurt: mijn passies buiten de politiek zijn 'Brussel' en 'schermen'. Brussel, omdat ik hier meerdere jaren heerlijk gewoond heb en die stad voor mij een grote aantrekkingskracht heeft. Het bruist, het is internationaal en je kunt er heerlijk eten en uitgaan. Bovendien is het - buiten de spits - maar een uurtje rijden. De internationale cultuur vind ik echt heel bijzonder: mensen vanuit alle hoeken van de wereld en en stortvloed aan verschillende talen. Nu heeft Belgie zo zijn eigen taalproblemen, maar in Brussel gaan de verschillende talen en culturen in het dagelijkse leven schijnbaar soepel met elkaar om. Voor zover ik weet, kom je dit alleen nog in Londen tegen. Maar genoeg over Brussel, want daar werd het spotje - om kostentechnische redenen - uiteindelijk niet opgenomen.
Mijn andere passie is schermen. Ik werd fan van deze sport door een boek uit mijn kindertijd: 'Degens in het Duister' van Dick Dreux. Van daaruit loopt er een rechtstreekse lijn via Sandokan, de Drie Musketiers en de Scarlett Pimpernel naar mijn schermschool aan de universiteit in Leiden. Mijn wapen is het sabel. Niet verwonderlijk, denk ik. Na mijn studietijd ben ik nog een hele tijd blijven schermen, maar de combinatie werk-gezin-politiek zorgt er uiteindelijk voor dat je je prioriteiten anders gaat leggen.
Welnu: voor de TV-spot zijn we naar Herten gereden, naar schermschool Elan. Daar waren ze helemaal voorbereid op onze komst. De secretaris van de club is sabelschermer en hij had ook een schermpak voor mij meegenomen. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik een jaar geleden mijn oude schermpak had weggegooid omdat ik er niet meer (helemaal) in paste. Ik had zelf wel mijn oude wapen en masker meegenomen. Het maken van de opnames was intensief: ik was bek-af. Vooral leuk waren de opnames waarbij er een ander masker voor de camera werd gehangen en het leek alsof ik tegen de de kijker zelf aan het schermen was. Mijn enthousiasme over het schermen is weer helemaal terug! Schermschool Elan: bedankt!!
De schermopnames werden vervolgens gecombineerd met een aantal opnames uit het Gouvernement. Waarom provinciale politiek mijn passie is? Waarom juist de provincie? Wat wil ik veranderen? Over de antwoorden hoefde ik niet lang na te denken. Ik erger mij eraan dat we als provincie wel no. 2 zijn op de landelijke ranglijst van meest aantrekkelijke vakantiegebieden, maar dat het ons blijkbaar niet lukt om mensen vast te houden en hier te laten wonen. Dan krijg je situaties als die van Vodafone een paar weken geleden, die vanwege ontbrekend gekwalificeerd personeel nu weer een deel van haar activiteiten naar de Randstad verkast. Op die manier worden we vanzelf een krimpende en vergrijzende provincie. Gedeputeerde Staten moeten nu maar eens een gedegen onderzoek doen wat er voor nodig is om mensen naar hier te halen: is het een ontbrekend uitgaansleven? Dan moeten we daar wat aan doen! Is het een slechte huizenmarkt? Dan moeten we dat oppakken! Ontbreekt het aan bepaalde voorzieningen voor jonge ouders of is de fysieke afstand tussen voorzieningen te groot? Doen, doen, doen!
vrijdag 30 november 2007
De strijd om een veilige oversteek in Lutterade
Waar gaat het om: In 2001 heb ik - samen met enkele anderen - het bewonersplatform Geleen-West opgericht. Dit platform bestaat uit de besturen van 5 wijkverenigingen/buurtplatforms. Die wijken werden in het verleden regelmatig door diverse overheden en ook particuliere bedrijven min-of-meer tegen elkaar uitgespeeld als het ging om het behoud van de leefbaarheid en veiligheid in dat gebied. Het bewonersplatform is heel effectief gebleken: we zijn inmiddels een vast aanspreekpunt geworden en ook de gang naar de Raad van Staten (conflicten met industrieterrein Chemelot) hebben we al meermaals succesvol gemaakt.
Een zaak waar we ons als platform al sinds 2004 zorgen om maken, is de spoorwegovergang Lutterade in Geleen. Die overgang vormt een centrale verbinding tussen de wijken aan de westkant van Geleen en het centrum. Direkt naast het spoor ligt de nieuwe Westelijke Randweg die de zuidkant van Geleen (zeg maar: vanaf de afslag A2) verbindt met Sittard. Op deze manier wordt de oude Rijksweg, die dwars door Geleen loopt, gedeeltelijk ontlast. De Randweg wordt ook de belangrijkste verbindingsweg met het ziekenhuis dat nu nog in aanbouw is. Jammer genoeg ligt de Randweg ook in een druk bebouwd gebied. Dat heeft een aantal consequenties: precies op het punt waar de spoorwegovergang Lutterade en de Randweg bij elkaar komen, wordt de zogeheten wettelijke fijnstofnorm al structureel fors overschreden. Daarnaast maken ook nog eens vele honderden mensen per dag gebruik van de spoorwegovergang om van de wijken Lindenheuvel, Zeeheldenbuurt en Maastrichterbaan naar de Geleense binnenstad te komen. Volgens de nieuwste tellingen gaat het in de spitsuren om meer dan 550 mensen per uur: jong en oud, met fiets, te voet of rollator. Deze mensen moeten eerst wachten voor de spoorbomen en dan 5 meter verder nog eens voor een stoplicht dat gemiddeld 57 keer per uur op rood springt. Het oorspronkelijk aantal auto's dat dit punt moet passeren was oorspronkelijk geschat op 14.000 per jaar met een gemiddelde stijging van max. 1% per jaar. Die schattingen zijn inmiddels alweer achterhaald. De nieuwe stijging bedraagt tenminste 5,6% per jaar. Had ik al gezegd dat de Randweg ook de enige centrale toe/afvoer wordt voor het nieuwe ziekenhuis tussen Sittard en Geleen dat volgend jaar gereed komt? Het aantal auto's zal daardoor beslist nog veel sneller stijgen.
Als je alle opties bekijkt, kom je tot de conclusie dat de huidige oversteekplaats ronduit gevaarlijk is. Dat is door twee onahankelijke bureaus ook bevestigd. De enige werkbare oplosing is een ongelijkvloerse kruising, zodat vooral voorkomen wordt dat wachtende overstekers (denk met name aan: overstekende jeugd op weg naar school terwijl het regent) kuddegedrag gaan vertonen en zomaar gaan oversteken. De auto's op dat punt mogen daar overigens officieel 50km/h rijden. Ik herinner mij nog de opmerking van de projectleider uit die tijd, dat de bocht op die plek feitelijk leidt tot een snelheid van 30 km/h. Niets om je zorgen over te maken. Inmiddels heb ik al menig automobilist die oversteekplaats als persoonlijk racecircuit zien gebruiken.
Enfin, onderstaand is de inspraaktekst die ik voor de commissievergadering heb geschreven. Hij is voorgelezen door Frans Geurts (vertegenwoordiger van de wijk Zeeheldenbuurt), omdat ik (ook al ben ik voorzitter van het platform) het niet goed vind om als Statenlid met binding tot een van de lokale coalitiepartijen ook nog eens het woord te voeren.
Geachte commissieleden Stad & Wijk,
De problematiek rondom de “oversteek station Lutterade” telt nu bijna zijn derde verjaardag. Drie jaar geleden vroegen vijf wijken in Geleen-West – verenigd in het Bewonersplatform Geleen-West - bij alle individuele fracties aandacht voor een situatie die volgens ons onverantwoord en ontoelaatbaar is. De situatie ontstond door de aanleg van de Westelijke Randweg, pal naast de spoorovergang.
Even een paar cijfers, zodat we allemaal weer weten waar het over gaat:
Uw eigen recente tellingen geven aan dat op de spitsuren in de ochtend en avond meer dan 550 mensen per uur op precies deze plek het spoor en de Randweg oversteken. Het gemiddelde over de hele ochtend is 356 en over de middag 395. In een uur tijd wisselt het stoplicht bij station Lutterade gemiddeld 57 keer op rood omdat mensen moeten oversteken.
Toen wij jaren geleden met de toenmalige wethouder en de projectleider spraken, gaven zij aan dat Randweg berekend was op een intensiteit van zo’n 14.000 auto’s per etmaal. Daar zou hooguit een procentje per jaar bijkomen. Nu blijkt uit gemeentelijke stukken dat het gemiddeld aantal verkeersbewegingen bij Lutterade binnen 12 jaar stijgt naar meer dan 23.000 voertuigen. Auto’s en vrachtwagens. Dat is een stijging van 65% tussen nu en 2020 ofwel een stijging van 5,6% per jaar. En daar zal het echt niet stoppen!
Waarom zijn wij hier? In ieder geval niet om alle argumenten voor een ongelijkvloerse oversteek nog eens de revue te laten passeren. U heeft ze al vele keren gehoord en als u nog steeds niet overtuigd bent, dan stellen wij dat u: ofwel nooit de moeite hebt genomen om ter plaatse eens te gaan kijken, ofwel u denkt meer kennis over verkeersveiligheid te hebben dan bureau BHV die de oversteek Lutterade als duidelijk verkeersonveilig heeft gekwalificeerd. Een derde reden – en dat laatste hopen en verwachten wij zeker niet – zou nog kunnen zijn dat u de veiligheid en leefbaarheid van de mensen in Geleen-West niet zo heel erg interesseert.
We willen u hier en nu alleen aan een paar kleine punten herinneren:
De Raad heeft zich 2,5 jaar geleden vrijwel unaniem uitgesproken voor een verkeersveilige oversteek bij Lutterade. U heeft in die vergadering zelf bevestigd wat in het BHV-rapport stond en ook onze mening is: de huidige oversteek is onveilig.
Tegen diegenen die roepen: “Het gaat toch niet om zoveel auto’s” zeggen wij het volgende. Nog is de Randweg niet volledig in gebruik. Dat gebeurt pas als de Randweg na volgend jaar de centrale verkeersader wordt van het nieuwe ziekenhuis. De weg wordt dan niet alleen meer gebruikt door lokaal Sittard-Geleen’s verkeer, maar ook door verkeer vanuit een groot aantal omliggende gemeenten. Bovendien bent u als gemeente zelf bezig met het ontwikkelen van plannen om de verkeersbelasting in de Augustinusstraat en Mauritslaan aan te pakken door nog meer auto’s en vrachtverkeer over de Randweg te leiden.
Tegen degenen die zeggen: “Waarom plaatsen we niet gewoon een permanente VRI met een paar flitspalen?” zeggen wij: u begrijpt duidelijk niet waar het probleem ligt. Ja, ook wij hebben vastgesteld dat op de Randweg nu al stelselmatig te hard wordt gereden, tot aan 100km/h toe. Dat gaat door tot aan het stoplicht en als het licht op groen staat, dan wordt de oversteek vaak tot een aardige chicane voor onbesuisde rijders. Het punt is echter: vanuit verkeersveiligheidperspectief ligt het probleem niet bij de autorijders! De meesten stoppen wel als het sein op rood staat. Het probleem ligt hem erin dat op dit moment de fietsers en voetgangers op een afstand van nog geen 20 meter 2 barrières hebben: de slagbomen bij het spoor en het stoplicht voor de Randweg. Zodra er veel mensen tegelijkertijd tussen spoor en Randweg staan om over te steken – en zeker bij slecht weer en in het donker – dan bestaat er een serieus risico op groepsgedrag. Als de eerste zich niets van een rood licht aantrekt, doen de anderen dat ook niet meer, ongeacht of het stoplicht voor auto’s op rood of groen staat. Een VRI of een flitskast staat wat ons betreft gelijk aan verkwisting van belastinggeld.
we herinneren u ook nog even aan het oorspronkelijke doel van de Westelijke Randweg en de manier waarop de weg in het verleden aan de burgers van deze stad is verkocht: “een doorgaande route tussen Sittard en Geleen die de binnenstad ontlast.” Nu staan er 2 stoplichtinstallaties op net 30 meter van elkaar. Van doorgaand verkeer is geen sprake. Ik roep nog eens in herinnering dat het huidige stoplicht bij de oversteekplaats gemiddeld 57 keer per minuut op rood schakelt om mensen te laten oversteken. Als we de plannen en ideeën mogen geloven, dan gaat u in toekomst het auto- en vrachtverkeer over de Randweg nog verder stimuleren. We weten echter allemaal dat op dit moment al de landelijke fijnstofnorm op Lutterade structureel wordt overschreden. Extra verkeer, plus een gelijkvloerse kruising - of zelfs helemaal geen oversteekvoorziening - leidt tot nog hogere overschrijding van de wettelijke norm. Als u voor iets anders dan een ongelijkvloerse oversteek bent, werkt u feitelijk actief mee aan het verder overtreden van de wet. Dat kan niet en dat mag niet. En wij denken: dat wilt u ook niet! Als bewonersplatform zullen we deze ontwikkeling nauwgezet in de gaten houden en daarop desnoods reageren.
Ons laatste herinneringspunt: iedereen die meent dat mensen toch ook gewoon via de Tunnelstraat kunnen gaan, weet gewoon niet waar hij/zij over praat. De afstand is meer dan 400 meter langer dan de huidige oversteek en heeft 2 flinke hellingen. Die zijn voor veel – vooral oudere - mensen helemaal niet begaanbaar. De wegen naar de tunnel en de tunnel zelf zijn uit sociaal oogpunt onveilig en de tunnel heeft daarnaast maar een beperkte doorvoercapaciteit. Nog belangrijker: hoewel de nieuwe rotonde op de Mauritslaan uitstekend lijkt te werken voor auto’s, is hij voor fietsers nu al ronduit gevaarlijk. Ze hebben op de rotonde voorrang, maar krijgen deze haast nooit: daarvoor is de rotonde te druk met dubbele rijen auto’s die van baan verwisselen en is het fietspad te onoverzichtelijk. Afgelopen maandag is op de rotonde nog een ongeluk gebeurd doordat een automobilist een fietser uit de Henri Hermanslaan gewoonweg niet zag. Dit soort situaties ontstaan op de rotonde haast continu. Stel u zich nu eens voor dat daar hele groepen fietsers op spitsuur om die rotonde heen cirkelen?! Dat is vragen om nog meer problemen. Los daarvan is de kruising onderaan de Tunnelstraat/Mauritslaan/ Mijnweg tijdens spitsuur al enorm druk en er zijn regelmatig aanrijdingen. Metandere woorden: wie de oversteek verplaatst van Lutterade naar de Mauritslaan, verplaatst alleen het probleem.
Dames en heren, ik sluit af:
Ons bewonersplatform vraagt u om een ongelijkvloerse oversteek bij Lutterade. Wij voelen ons gesteund door objectieve rapporten van bureau BHV en de zienswijzen van de Fietsersbond, het Gehandicaptenplatform, het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg en anderen. Ik wil in dat verband nog opmerken dat wij als platform nooit gepleit hebben voor 1 specifieke ongelijkvloerse oplossing. Dat is eerder wel door anderen gesuggereerd, maar laat ik duidelijk zijn: daar gaan wij niet over. Dat is uw taak, niet de onze. Wij hebben dat ook steeds gezegd toen er telkens verschillende varianten gepresenteerd werden.
We stellen aan de andere kant wel vast dat het voorstel van wethouder Widdershoven precies voldoet aan en ingaat op onze vraag om een structureel veilige oversteek. We zijn erg blij dat de provincie de problematiek ook ziet en bereid is om een deel van de financiering op zich te nemen. We hebben begrepen dat er nu uit financieel oogpunt geen obstakel meer bestaat voor het plan van mevrouw Widdershoven. Wij vragen u: steun haar voorstel en laten we eindelijk de oversteek Lutterade veilig maken.
zaterdag 24 november 2007
Wat wil Van Rey?
Mijn collega Selcuk Ozturk (gemeenteraadslid in Roermond en oud-Statenlid) en ik hebben daarop besloten om Van Rey van repliek te dienen. Waarom deze aanval op Vogelaar? Toen ex-partijgenoot Rita Verdonk nog de portefeuille Integratie en Vreemdelingenbeleid had, hoorde je hem hier niet een keer over. Enkele maanden geleden nog hield Van Rey zijn collega Statenleden nog voor toch niet altijd alleen maar de hand op te houden en te bedelen in Den Haag om meer geld, maar vooral zelf de handen uit de mouwen te steken.
In het opiniestuk doet Van Rey niets anders dan klagen en tegelijkertijd zijn hand ophouden. Los daarvan, Van Rey betrekt de discussie rechtstreeks op Roermond, een stad waar hij weliswaar wethouder is, maar niet de portefeuillehouder voor integratie. Dus waarom deze actie en waarom nu?
Onderstaand de tekst van de reactie op het opiniestuk:
Wethouder Van Rey op zoek naar nieuwe missie?
Geachte heer Van Rey,
Het lijkt wel of de (Roermondse) wereld op zijn kop staat: in uw opiniestuk afgelopen woensdag klaagt u over het vermeende gebrek aan panklare oplossingen van minister Ella Vogelaar - om integratievraagstukken in het Roermondse, waar 12% niet-Westerse allochtonen wonen - op te lossen. Hmmm, bent u niet de wethouder en het Statenlid dat een paar maanden geleden alle provinciebestuurders (en vooral de nieuwe coalitie in het Provinciehuis) opriep om niet als zeurpiet naar Den Haag te gaan, maar zelf de handen uit de mouwen te steken? Uw betoog getuigt daar in ieder geval niet van.
Is het niet ook zo dat tijdens het vorige kabinet, waarin mevrouw Verdonk de portefeuille ‘vreemdelingenbeleid en integratie’ onder haar vleugels had, Roermond ook niet behoorde tot de steden die van dat kabinet extra aandacht kreeg op dit terrein? Toen hield u zich verdacht stil.
Geef een ander de schuld en je bent er mooi vanaf. Dat dacht u zeker toen u het betreffende opiniestuk schreef. Overigens, hoe staat de wethouder die integratie ook echt in zijn portefeuille heeft, tegenover uw opiniestuk? Want eigenlijk gaat u helemaal niet over het Roermondse integratiebeleid nietwaar?!
We zouden de negatieve energie die u met het stuk laat zien liever willen omkeren: U bent al bijna 10 jaar wethouder in Roermond en niemand zal ontkennen dat u op een aantal terreinen veel voor elkaar heeft gekregen voor deze gemeente. Als u nu eens eenzelfde positieve inzet zou tonen op het dossier ‘allochtonen’ waar u tot nu helemaal niets heeft betekend?
Om u op weg te helpen hebben we ook nog een suggestie: meneer Van Rey, waarom neemt u uw eigen VVD-fractievoorzitter Dré Peters niet als voorbeeld? Ook hij heeft een mening over allochtonen. Maar hij is wél iemand die dagelijks contact heeft met deze groep mensen. Alle respect voor de heer Peters die mét de mensen praat, in plaats van over de mensen. Ga vervolgens eens mét (in plaats van: over) de bewoners van het Roermondse Veld praten, om te kijken wat er werkelijk leeft en zoek dan samen naar oplossingen voor de bestaande problemen. Meneer Van Rey: kom op, klaag niet langer, maar steek zelf de handen uit de mouwen…
Selçuk Öztürk, namens de Roermondse PvdA-fractie
Roy Pennings, namens de PvdA Provinciale Statenfractie
donderdag 15 november 2007
Statenvergadering 9 november
Belangrijkste punt van de vergadering betrof de begroting 2008. Een belangrijk verschil met voorgaande jaren was dat het voorliggende stuk alleen de principes en prioriteiten nog eens duidelijk vastlegde. De fracties konden de GS-prioriteiten nu vergelijken met de eigen 'wensenlijstjes' en deze laatste nog eens voor het voetlicht brengen. Terwijl in andere jaren ook meteen de detailinvulling van individuele begrotingsposten werd besproken, gaan we deze keer dit punt - met de daaraan gekoppelde meetbare resultaten - pas in januari afhandelen. De opsplitsing leidt tot een stuk efficientieverbetering.
Ik heb mijn voorbereidingstijd vooral gebruikt om tekstinput te leveren aan fractievoorzitter Peter van Dijk. Omdat versterking van de internaionale samenwerking een van de onderwerpen is waar ik mij bezig houd, is mijn inbreng ook vooral gebaseerd op wat ik heb gezien tijdens het werkbezoek bij de Bezirksregierung in Dusseldorf (zie eerdere weblog). Greenport moet een duidelijkere internationale uitstraling hebben. Geen "Greenport Venlo" dus, maar "Greenport Maas-NiederRhein" wat mij betreft.
Verder wil de fractie dat GS eindelijk werk maken van een gedegen analyse (met actieplan) waarom het zo moeilijk is voor bedrijven als Nedcar (waar nu weer 400 banen extra komen) en Vodafone om goed opgeleide mensen te vinden. Blijkbaar zijn we als provincie wel in trek als het gaat om een kortstondige vakantie, maar wonen/werken: ho maar. Dat kan toch niet! Ik zie dit zelf als een belangrijk argument om eindelijk te stoppen met die nutteloze discussie over de vergrijzende en krimpende bevolking in onze provincie. Vergrijzing en krimp zijn geen verdienste, maar tekenen van onmacht en gebrek aan visie. Die krimp zou er niet zijn als we de mensen - waar duidelijk wel werk voor is - ook hier wisten te houden.
De presentatie van Peter van Dijk wordt goed ontvangen en er zijn weinig opmerkingen. Onze punten op het gebied van interationalisering, milieu en werkgelegenheid worden meegenomen.
Last but not least eindigde de vergadering met een vreemd debat over de noodzaak om een GS-lid expliciet verantwoordelijk te maken voor dierenmishandeling. Als aanleiding wordt de mogelijke komst van zogeheten varkensflats genomen. Gedeputeerde Driessen begint met een tegenoffensief: er zijn in Limburg geen varkensflats en die komen er wat hem betreft ook niet. Bovendien: wat wordt eigenlijk verstaan onder varkensflats? Niemand kan het beschrijven en niemand kan duidelijk aangeven op welke manier de dieren in zo'n constructie er slechter aan toe zijn dan in andere huisvesting.
Als PvdA-fractie gaan we dan ook niet mee met de motie van de PvdD. Wassenberg (fractieleider PvdD) stelt in die motie niet alleen dat (1) er veel dierenleed plaatsvindt in Limburg, (2) diertransporten stelselmatig veel dierenleed veroorzaken en (3) de provincie actief moet optreden tegen dierenmishandeling.
Waarom gaan we niet mee? In de eerste plaats omdat er helemaal geen aanwijzing of bewijs is van stelselmatig of veel dierenleed in onze provincie. Als de PvdD dit beweert, moet zij eerst eens komen met controleerbare gegevens. Verder gaat het ons te ver om op basis van een enkel geval met een veetransport plotseling te stellen dat alle dierentransport dierenleed veroorzaakt. Daar komt nog eens bij dat we als provincie over diertransporten helemaal niets te zeggen hebben: er zijn heel precieze Europese richtlijnen over de manier van transporteren, de grootte van transporten, de rusttijden etc. Daar kunnen we niet van afwijken. Als provincie kunnen en moeten we alleen besluiten over zaken waar we ook echt zelf iets aan kunnen doen. Tenslotte is het onzin om de provincie in stelling te brengen als het erom gaat een persoon tegen te houden die bijvoorbeeld zijn hond slaat. Dat is een zaak van de politie. GS houden het erbij dat dierenwelzijn een zaak is van hen allen, al naar gelang het onderwerp. Als PvdA vinden we dat prima.
zondag 11 november 2007
Op werkbezoek in Gennep
Nu was het even zoeken naar verzorgingstehuis Norbertushof in het centrum van Gennep. Door wat omleidingen was ik nog net op tijd voor de uitleg over een grootschalige wijkvernieuwing. Zowel het complex als de omliggende huizen worden de komende jaren geheel opnieuw ingericht. Het wordt een woonwijkje vooral voor ouderen met daarnaast ook plek voor jonge starters. Het doel is om de ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Een aantal flats, nog daterend uit de jaren 70, moet daarvoor worden gesloopt of is al gesloopt. Om mij heen kijkend ben ik verbaasd dat de huidige - nog niet zo oude - Norbertushof er al zo gedateerd (en van de buitenkant ook een beetje verwaarloosd) uitziet. En toch herken ik het: in de meeste verzorgingstehuizen zitten de ouderen dicht bij elkaar en enigszins afgezonderd van de rest van de bevolking. Een wereldje op zich. Bij mijn eigen grootouders was/is het niet anders. Op de plek van de Norbertushof komen nu echter 267 woningen en wordt het aantal intramurale woningen heel sterk verkleind tot maar 55 woningen.
Luisterend naar het verhaal van de directie van de Norbertushof bedenk ik dat ik er eigenlijk gewoon vanuit ga dat ouderen die "kleine wereld" ook het prettigst vinden. Lekker verzorgd met alle hulp bij de hand, het eten klaar en laat de rest van de wereld maar gek doen. Of dat ook werkelijk zo is, weet ik niet. Ik kijk dan ook op van de opmerking dat ook in de beschutte woonvormen (voor de mensen die het meest hulpbehoevend zijn) een keukentje geplaatst zal worden. Waarom zou je dat doen (diezelfde vraag stelde ik mij ook toen ik voor het eerst in de kamer van mijn grootmoeder kwam in het verzorgingstehuis Bunderhof in Geleen)? De reden is eigenlijk heel eenvoudig, wordt mij uitgelegd. Ervaring laat zien dat ouderen die vanuit een zelfstandige woning - waar ze nog hun eigen eten koken - in een verzorgingstehuis komen zonder eigen keuken, al binnen twee maanden niet meer weten hoe ze moeten koken. Ze vergeten het gewoon. De stap naar het verzorgingstehuis is daarmee ook meteen - onbedoeld - een stap naar echte afhankelijkheid.
In het nieuwe wijkje komen ook een fitnesscentrum, een kinderdagverblijf, een fysiotherapeut en zelfs een grand-café. De filosofie hierachter is dat vooral ouderen nog zeer geinteresseerd zijn in hun omgeving en graag kijken naar spelende kinderen en andere buitenactiviteiten. Om in de woorden van mijn collega Alouis Heijmans te blijven: de nieuwe woonwijk is een plek waar de mensen niet langer naar de zorg komen, maar de zorg naar de mensen. Als het slaagt dan kunnen vele steden in Limburg hier iets van leren.
Het tweede deel van het bezoek betrof een nieuwe geplande speelstraat in Ottersum. Ottersum is een van de kernen in Gennep. Aangekomen op de plek zie ik een klein pleintje met wat groen, net naast een basisschool, een kinderdagverblijf en een paar seniorenbungalows. Dit stukje Gennep heet De Brink. Op ons wacht bewonersinitiatief De Brink. De vertegenwoordigers willen van het pleintje - waar nu 's avonds wat oudere jeugd met auto's rondhangt - een echte speel- en sportplek maken voor kinderen vanaf 6 jaar. Een van de muren van de basisschool wordt een spannende klimmuur, een ander deel van De Brink is bestemd voor gymnastiek en balspelen. Er is zelfs plaats voor een jeux de boules baan, waar de senioren uit de buurt samen met de kinderen kunnen spelen. Ik zie er veel in: overal hoor je dat kinderen minder bewegen en steeds dikker worden. Dit bewonersinitiatief pakt de uitdaging op en onderneemt stappen om kinderen, onder begeleiding van een professionele sportinstructeur, zich lekker op dit terrein te laten uitleven. Het hele plan kost zo'n 250.000 euro. Een groot deel van het geld is blijkbaar al gevonden en ook de wethouder ondersteunt het initiatief. Als we later nog even napraten, doe ik nog de suggestie om nog naar de Interreg-IV subsidie te kijken als mogelijke aanvulling op de benodigde middelen en als aanzet voor een uitbouw van het initiatief naar andere delen van de stad. Ik neem de plannen in ieder geval mee en ga de verantwoordelijk wethouder in mijn eigen stad vertellen dat in Gennep iets wordt ontwikkeld waar we in Sittard-Geleen ook zeker iets aan kunnen hebben. Los daarvan vind ik het mooi dat bewoners zelf zo'n initiatief kunnen bedenken en opzetten. Ik ben zelf ook voorzitter van een bewonersplatform en weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het kan zijn om andere inwoners, de lokale politiek, sponsoren en de pers zover te krijgen dat ze jou en jouw ideeen en plannen serieus nemen.
maandag 22 oktober 2007
Werkbezoek Commissie Economisch Domein aan Greenport in Venlo
Het werkbezoek begon afgelopen vrijdag om 08.00 uur bij FloraHolland. Dit bedrijf is een groot veilinghuis voor alles wat zich bloem of plant mag noemen. Wij kijken bij de grote afslagklokken en ik verbaas me over de rust. De bedrijvigheid op de vloer is zeer beperkt en er wordt vooral schoongemaakt. Logisch natuurlijk: de veiling is vooral in de vroege ochtenduren, waarna de goederen via de logistieke bedrijven – of in aanhangertjes van kleine zelfstandige bloemisten – de rest van Europa intrekken. FloraHolland is niet voor de particulier, maar een handelaar vindt er alles wat hij/zij nodig heeft. Een goed voorbeeld is de Cash&Carry op de begane grond van het bedrijf, die uitpuilt van de kerstartikelen.
Van FloraHolland gaat het naar de naastgelegen ZON-Veiling. Dit is een verkooporganisatie van professionele ondernemers in de tuinbouw. Denk aan: boontjes, spruitjes, cherry-tomaten en komkommers… Via ZON worden de produkten – op dezelfde manier als bij FloraHolland – verhandeld. Op het Greenport-terrein zijn vervolgens een groot aantal bedrijven gevestigd die de tuinbouwprodukten schoonmaken, inpakken, sorteren of voorkoken. Ieder marktsegment voor consumenten – van Albert Heyn tot aan Aldi – is hier vertegenwoordigd en de bedrijven zorgen er samen voor dat de groenten en fruit op tijd in de schappen liggen. Heel indrukwekkend.
Van de directeuren van beide organisaties kregen we uitvoerig uitleg, aangevuld met een presentatie van Fontys over de nieuwe opleidingsprogramma’s voor studenten. Hiermee sluit Fontys aan op de vraag van de Greenportbedrijven naar goed gekwalificeerd personeel. Het wordt snel duidelijk dat Greenport een zeer efficiënt en doordacht concept is dat Noord-Limburg grote werkgelegenheid en economische ontwikkeling gaat brengen. Petje af!
De vergadering van de Commissie Economisch Domein – waar ik deel van uitmaak – is deze keer kort. Het belangrijkste punt betreft een evaluatie van de landelijke toerismecampagne “Limburg – Liefde voor het Leven”. Toevallig had ik een week eerder de slogan ook op de achterkant van een stadsbus in Driebergen (provincie Utrecht) gezien. Het contract voor de uitvoering van het toerismebeleid was enige jaren geleden gegeven aan de Samenwerkende VVV’s Limburg (SVL). De vraag was nu of we het contract moesten vernieuwen of dat we andere – wellicht particuliere - partijen een kans zouden moeten geven om Limburg op de toeristische kaart te zetten.
Overigens doen we het niet slecht: in de landelijke top-tien van meeste toeristische overnachtingen staat Limburg op plek 2. De discussie gaat vooral over de problematische samenwerking tussen de VVVs onderling, de werkwijze van de Regio-VVVs Noord/Midden en Zuid en de moeizame samenwerking van deze organisaties met de ondernemers. Problemen zijn er vooral in Noord- en Midden-Limburg, waar de overkoepelende Regio-VVV nu uit elkaar valt en er volstrekt geen vertrouwen meer bestaat tussen VVV-directie, ondernemers en overige spelers. De conclusie is vrij snel getrokken en wordt breed gedragen: het voorstel van Gedeputeerde Staten om nu andere partijen een kans te geven om Limburg als top-vakantieregio te presenteren, wordt in hoofdlijnen gevolgd. In een volgende vergadering van Provinciale Staten zal de conclusie dan in een besluit worden omgezet. De Commissie gaat overigens niet akkoord met het voorstel van GS om de regie-rol bij het uitvoeren van het toerismebeleid in te ruilen voor een meer terughoudende rol. Daarvoor is de huidige spanning tussen de partijen veel te groot. Met ons toerismebeleid en –imago mag je geen experimenten uitvoeren. We hebben een sterk imago op dit gebied en dat moet behouden blijven.
Samenwerken met je buren…
Vanuit Limburg waren zo’n 20 Statenleden met enkele ambtenaren naar Düsseldorf gekomen. De Duitsers hadden een paar heel concrete zaken op de agenda geplaatst waar ze met de Nederlanders over wilden praten:
1) ontwikkeling van Greenport Venlo
2) mobiliteit in de grensregio
3) detailhandel, ontgrondingen en hoogwaterbestrijding
In de werkgroepen gebeurt vervolgens precies wat ik verwacht: de Duitse “Gründlichkeit” slaat toe. En terecht overigens! De Duitse politici hebben zich goed voorbereid en stellen zeer gerichte vragen. De meeste Nederlandse Statenleden worden hierdoor verrast: voor hen is het vooral een gelegenheid om te netwerken. Vragen en problemen zijn er om later opgelost te worden. Aangezien wij bij de Duitsers op bezoek zijn, vind ik dat we ons aan hen hadden moeten aanpassen.
Terwijl ik mij wel had voorbereid voor werkgroep 2 (mobiliteit), kreeg ik net voor aanvang het verzoek om te ruilen en deel te nemen aan werkgroep 3. OK….. even diep nadenken wat ik van de onderwerpen weet, waar de mogelijke gevoeligheden liggen en wat ik wel/niet kan zeggen. Net wat je denkt: ik ben hiervoor onvoldoende voorbereid. Vervolgens blijkt ook dat er maar twee Limburgse Statenleden in die werkgroep zitten.
De vragen van de Duitse CDU-werkgroepvoorzitter zijn direct en hebben een niet mis te verstane achtergrond. Zeven jaar geleden ging de discussie over een gezamenlijke ontwikkeling van een groot winkelcentrum. Düsseldorf had eigen plannen aan de grens, net als de gemeenten Roermond en Maasmechelen. Iedereen was het erover eens: drie van deze centra in een straal van minder dan 100 km was teveel. “En wat gebeurt er… in plaats van overleg over een gezamenlijk plan, horen we op het ene moment over het Design Outlet Centre (DOC) in Roermond en voordat we ons omgedraaid hebben, staat het ding er ook al. Het heeft de economische ontwikkeling aan onze kant behoorlijk beschadigd. U zult begrijpen dat dit soort zeer snelle activiteiten bij ons leidt tot bezorgdheid voor toekomstige ontwikkelingen.” Even later zal blijken dat de voorzitter met deze opmerking specifiek doelt op Greenport Venlo.
Nu vinden de meeste Limburgers – en zeker in het Roermondse – het DOC een groot succes en ze zijn er trots op. Dat geldt ook voor mij en ondanks dat hij niet van mijn eigen partij is, kan ik Jos van Rey (wethouder in Roermond en Statenlid voor de VVD) met het realiseren van de plannen eigenlijk alleen maar complimenteren. Ik probeer dan ook de Duitsers duidelijk te maken dat de provincie Limburg in dit opzicht misschien anders werkt dan de Bezirksregierung. Niet alleen hebben onze gemeenten een grotere eigen beslissingsbevoegdheid over dit soort zaken, maar daarnaast hebben we in Limburg vooral een beleid van “economische activiteiten van particulieren toestaan, tenzij…”. De Duitsers zijn hier veel voorzichtiger: economische ontwikkeling wordt nauwgezet gepland en als specifieke particuliere initiatieven hierin niet passen, worden deze – voor zover mogelijk – ontmoedigd. De Duitsers hadden in het geval van het DOC duidelijk te weinig informatie over onze manier van werken. Tegelijkertijd merk ik op dat Limburg geografisch gezien wel erg smal is: bij bijna ieder groter particulier initiatief bestaat de kans dat belangen aan de andere kant van de grens worden geraakt. En omgekeerd gebeurt het ook: Maasmechelen heeft haar eigen Outlet Centre erdoor gedrukt, ook al heeft onze provincie de afgelopen jaren meermaals laten weten dat zij van mening is dat het Centre te dicht op het DOC gebouwd zou worden, waardoor beide schade zouden ondervinden. Het heeft Maasmechelen er niet van weerhouden toch door te zetten. Een toepasselijk Duits spreekwoord zegt: "Wie Du mir, so ich Dir!" Ondertussen zitten de Duitsers in de grensregio wel zonder eigen economische motor en als we die koopkracht structureel moeten missen is dat ook voor onze eigen verdere ontwikkeling niet goed.
Dat brengt het gesprek vrijwel automatisch op Greenport Venlo. Greenport is zich in Noord-Limburg aan het ontwikkelen tot een enorme economische motor: naast FloraHolland (20% van de Nederlandse bloemen en planten worden via deze veiling verhandeld) is er de grote groente- en fruitbeurs met bijbehorende logistieke bedrijvigheid. Met het binnenhalen van de Floriade als grote publiekstrekker wil Greenport zich definitief als grote Europese speler op de Europese agri-business markt op de kaart zetten. Ook hier zijn de Duitse collega’s bezorgd: in de Duitse NiederRhein-regio - en vooral de grote Bezirke Kleve en Wesel - werkt 15% van de mensen ook in de agri-business en zijn er een groot aantal kwekers en telers actief. Door zo exclusief te focussen op Greenport Venlo is men bang dat de Duitse regio klanten gaat verliezen. Immers: Venlo wordt een enorme ‘one-stop-shop’ voor handelaren en particulieren uit heel Europa. En laten we niet vergeten: Duitsland is voor Greenport bij verre de grootste afzetmarkt.
Ik zie wel iets in de Duitse argumenten: in de werkgroep zeg ik toe mij sterk te maken voor – op zijn minst – een naamswijziging van Greenport Venlo naar een Greenport Maas-NiederRhein. Wij in Limburg moeten ons er van bewust zijn dat de NiederRhein een groot potentieel heeft aan bedrijven die voor Greenport heel interessant zijn. Bovendien komen ook veel werknemers in de Limburgse bedrijven uit de Duitse buurgemeenten. We hebben er alle belang bij – zeker ook in commercieel opzicht - dat we Greenport in de ogen van de rest van Europa niet positioneren als ‘dat leuke kleine provinciestadje waar ze ook in bloemen doen’. Greenport en de gemeente Venlo moeten zelf groter denken en zich manifesteren als een geïntegreerd internationaal samenwerkingsverband. Terzijde: wat blijkt? Als we een paar dagen later als Economische Commissie bij Greenport op bezoek zijn, blijkt gedeputeerde Herman Vrehen zelf ook de naam “Greenport Maas-NiederRhein” te willen hanteren. In zijn latere presentaties doet hij dat inderdaad ook. Nu maar hopen dat de directies van FloraHolland en ZON-veiling dat ook zo gaan zien.
Tenslotte waren de ontgrondingen aan de beurt. Ook hier zorgen vanuit de Bezirksregierung: verreweg de meeste zand- en grindwinning aan de Duitse kant gebeuren door Nederlandse bedrijven. Als de groeves leeg zijn, blijven de Kreise achter met grote gaten gevuld met water. Men laat ons een Google-Earth presentatie zien die dit ook bevestigt. Uit hun vragen blijkt dat de Duitse collega’s een verkeerd beeld hebben van ontgronding in Limburg. Ze denken dat de Nederlandse afgravers vooral werken om aan de vraag naar zand en grind in Limburg en Gelderland te kunnen voldoen. De Duitsers vragen ons om samen met hen na te denken over beperking van de vraag en gezamenlijk te zoeken naar alternatieven. Ik wijs de Duitsers erop dat Limburg en Gelderland zelf ook exporteurs zijn van zand en grind naar de rest van Nederland. Tot 1 januari 2008 ligt er Rijksbeleid waarin precies staat hoeveel onze provincies jaarlijks moeten afgraven om aan de vraag in het westen van ons land te voldoen. We kunnen – tot nu – niet veel anders. In feite zitten onze Oosterburen en wij in hetzelfde schuitje. Met behulp van een gespecialiseerde ambtenaar (waarvoor mijn dank!) kan ik wel aangeven dat we in Limburg toch anders denken over zand- en grindwinning: in tegenstelling tot Duitsland stellen we hier aanvullende eisen aan onze afgravers: om een vergunning te krijgen moeten ze vooraf duidelijk aangeven op welke manier ze na afloop van de ontgronding het terrein een nieuwe natuur- en maatschappelijke functie geven. Denk aan: recreatie, wonen op het water etc etc. We vragen als provincie creativiteit van onze ondernemers. Op die manier voorkomen we dat we in Limburg achterblijven met alleen grote gaten gevuld met water. Tot mijn verrassing zien de Duitsers hier iets in. Afspraken na afloop van de sessie zijn gauw gemaakt: binnenkort gaan delegaties over en weer bij elkaar op bezoek om van elkaar te leren. Wordt vervolgd…
donderdag 4 oktober 2007
Waar brengt Veolia ons voor een euro naar toe...?
Toen Veolia de prijs voor de 1 euro-dagkaart vaststelde, was het bedrijf nog volop bezig met de aanbestedingprocedure van de provincie Limburg. Ze hebben toen een zo scherp (=laag) mogelijke prijs neergezet. De dagkaart zelf was destijds geen eis van de provincie, maar was iets dat Veolia uit eigen beweging in de aanbesteding heeft geintroduceerd (tegen het tarif van 1 euro) om haar totaal-aanbieding zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Vervolgens blijkt nu dat de dagkaart een enorm succes is. Dit heeft voor Veolia 2 onverwachte (=hun woorden) nadelige gevolgen:
1) steeds minder mensen kopen een abonnementskaart (iets waardoor Veolia zich eerder voor langere tijd verzekerd wist van vaste inkomsten)
2) door de drukte in de bussen als gevolg van de dagkaart, moet Veolia plotseling extra bussen inzetten. De dagkaart was bedoeld om de lege plekken in de bussen te vullen. Nu zijn de bussen vaak zo vol met dagkaarthouders, dat er te weinig plaatsen over zijn voor overige busgebruikers. Extra bussen kosten extra geld en zo had Veolia de dagkaart niet bedoeld.
Om de kosten van de bovenstaande ontwikkelingen te dekken, vond Veolia het nodig de prijs van de dagkaarten te verhogen. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat een dagkaart van 2,50 euro nog steeds een stuk goedkoper is dan dezelfde busreis met een normale strippenkaart. Tot zover de uitleg.
De provincie kan hier formeel niet veel veranderen, want de dagkaart en de prijs daarvan is iets dat door Veolia zelf is bedacht (als extraatje, zogezegd). Ze mogen die dus ook verhogen. Onze gedeputeerde Bert Kersten heeft inmiddels wel duidelijk naar Veolia aangegeven dat hij het geen stijl vindt om de prijzen op zo korte termijn en zo drastisch te verhogen. Die communicatie naar de busgebruikers had veel beter gemoeten. Inmiddels lijkt ook bij Veolia het besef te ontstaan dat de gang van zaken bepaald geen schoonheidsprijs verdient. Het lijkt erop alsof het bedrijf door alle commotie bezig is om alsnog iets aan de prijsverhoging te doen. Ik blijf deze zaak verder volgen.
maandag 1 oktober 2007
Coalitieakkoord: eindelijk van start
Des te vervelender dat ik vanwege verplichtingen in het buitenland er vrijdag niet bij kon zijn. Als een kleine goedmaker heb ik onze fractievoorzitter Peter van Dijk de avond ervoor per telefoon en internet ondersteund bij het uitwerken van de politieke positie en de teksten die hij de dag erop zou uitspreken.
Zes uur is er uiteindelijk over het akkoord vergaderd, waarbij de oppositie maar bleef volhouden dat de uitwerking te algemeen was, te vaag en niet controleerbaar. Hoe vaak moet je dan als coalitiepartijen uitleggen dat we hebben gewerkt volgens een drietrapsraket:
1. sluiten coalitieakkoord op hoofdlijnen
2. uitwerking van het coalitieakkoord in domeinen en prioriteiten (waar liggen de verbanden)
3. onder de uitwerking van het coalitieakkoord liggen voor elk van de beleidspunten gedetailleerd uitgewerkte en heel concrete programmadocumenten, die alleen nog op uitwerking wachten.
Waarom die stukken afgelopen vrijdag niet meteen mee zijn gepresenteerd? Omdat de gedeputeerden wilden wachten op de behandeling van het akkoord in de Staten. Het is heel gewoon dat alle partijen in de behandeling van het akkoord nog laatste boodschappen en wensen meegeven aan het College, die deze weer mooi kunnen meenemen in de individuele programmadocumenten.
Voor mij was deze volgorde logisch en degelijk, voor anderen blijkbaar niet.
Persoonlijk wil ik dat de gedeputeerden twee punten meenemen: in de tekst van het uitgewerkte Akkoord lijkt het alsof over de economische ontwikkeling van Graetheide pas in 2011 formeel beslist is, maar dat er feitelijk nu al overeenstemming zou bestaan dat die economische ontwikkeling er ook komt. Wat mij betreft is die beslissing nog lang niet gevallen, laat staan dat er al een duidelijke trend op gang is gekomen. Dat er een beslissing moet vallen is duidelijk, maar ik herinner alleen aan het 2006-verkiezingsprogramma van de PvdA Sittard-Geleen, waarin we gezegd hebben dat die discussie over Graetheide nu maar eens afgelopen moet zijn. Of Graetheide helemaal groen blijft, moeten we uiteindelijk nog bezien, maar van (grootschalige) economische activiteiten ben ik absoluut niet overtuigd.
Het tweede punt dat ik heb ingebracht betreft de aangenomen PS-motie van eerder dit jaar, waarin wordt gesteld dat in Limburg het vervoer van gevaarlijke stoffen per trein zoveel mogelijk uit dicht bewoonde gebieden gehouden moet worden. Ik denk daarbij aan zowel het rangeeremplacement in het centrum van Venlo als ook aan het Mauritsemplacement in Geleen, waar vele tonnen aan ammoniak, propeen en fluorwaterstoffen worden gerangeerd. Ik vind dat de informatie richting burgers grotendeels ontbreekt. Ook moeten er eindelijk rampenoefeningen komen waar burgers actief bij betrokken worden. Tot nu vinden die oefeningen vooral op papier plaats.
De nieuwe voorzitter...
Het begin van de bijeenkomst was in zoverre opvallend dat de FNV nog eens flink de trom roerde om toch vooal tegen de versoepeling van het ontslagrecht te stemmen. Woordvoerder Henk van Rees leek - wat mij betreft - echter niet te weten waar hij was en tegen wie hij sprak. Zijn betoog bestond vooral uit dreigementen - niet zozeer tegen den Haag, als wel richting de PvdA en de aanwezigen. Als wij niet zouden doen zoals hij en zijn FNV wilden, dan zouden de repercussies wel meteen volgen. Tsjsss... volgens mij werkt het nog altijd zo dat als je iemand iets vraagt of iemand tot een actie oproept, je daarvoor niet begint met een nogal heftige en clichematige bedreiging. Het beeld werd nog eens versterkt doordat hij de hele tijd sprak over "jullie PvdA" en "jullie beleid". Formeel is dat misschien zo, maar hij ging wel erg gemakkelijk en snel langs de decennialange innige samenwerking. Volgens mij heeft de PvdA nog steeds een luisterend oor voor de standpunten van de vakbonden en weten zij ons doorgaans goed te vinden. Dus Van Rees: laat in het vervolg dat theatrale gedoe maar achterwege. Ikzelf, de zaal en de kamerfractie waren het qua inhoud al lang met je eens.
Terug naar de voorzitterskandidaten. Vier van de zeven hadden een duidelijk verhaal dat ze ook nog eens goed konden neerzetten. De verschillen lagen in de stijl van presenteren. Drie (dus niet Jan Pronk) zouden zich vooral inzetten om de partijstructuur weer op poten te krijgen Iets waar ik zeer voor ben, want veel afdelingen blinken uit door slechte interne organisatie, lage opkomst van leden bij vergaderingen, gebrekkige scouting van nieuwe leden of politieke aspiranten. De vergaderingen zelf blinken vaak niet uit door politieke discussie en meningsvorming. Het is een soort administratie/boekhoudexcercitie geworden. Ik mis de tijd van twee jaar geleden toen mijn eigen afdeling op zijn kop stond tijdens de lokale verkiezingen. Een vergadering had een opkomst van meer dan 80 leden: nog nooit vertoond zoiets!
Voor Pronk hoort het begeleiden van de partijstructuur "er gewoon bij". Dat was niet het antwoord dat ik wilde horen. Dan ligt je hart niet in de afdelingen, maar heb je andere plannen. Evenmin als het antwoord van een andere kandidaat tijdens de borrel, die vond dat het misschien tijd werd om de afdelingen maar op te doeken en naar iets anders te zoeken. "Misschien is de afdeling van de toekomst er wel een waar een paar mensen elkaar kennen en af en toe eens wat organiseren". Tsja, probeer dan maar eens een verkiezingscampagne op touw te zetten, of nieuw talent te vinden en te begeleiden. De bewuste kandidaat viel voor mij pardoes van plek 1 naar plek 4.
Uiteindelijk heb ik toch gekozen voor Jan Pronk als nummer 1. Mijn idee erachter: ervaring. Hij is in ieder geval iemand die niet eerst een jaar nodig heeft om erachter te komen wat hij/zij nou precies moet doen en met wie. Dat hij het de Kamerfractie waarschijnlijk moeilijk zou maken, zie ik niet als een negatief punt. Een oud media-gezegde luidt: "liever slecht nieuws dan geen nieuws". Sinds de afgelopen gemeenteradsverkiezingen in Sittard-Geleen geloof ik daar ook echt in. Jan zou garant staan voor nieuws, dat is zeker. Maar de zorg bleef dat voor Jan Nederland ophield bij Randstad.
Inmiddels weten we dat Liliane Ploumen de nieuwe voorzitter is. Gefeliciteerd! Een PvdA-wethouder uit Maastricht wiens mening ik graag hoor, was vol lof over haar. Hij had haar kort daarvoor meegenomen door het Zuidlimburgse land. Ze heeft gevoel voor het afdelingswerk, voor wat er moet gebeuren en hoe zij de partijstructuur kan herorganiseren, aldus de wethouder.
Liliane stond bij mij op plek 2. En nu maar afwachten hoelang het duurt voordat ze haar eerste echte bezoek aan Limburg doet. vanuit de Statenfractie hebben we in ieder geval meteen de uitnodiging hiervoor de deur uit gedaan. Mijn voorstel is om haar mee te nemen op een van de vele werkbezoeken die we als fractie aan Limburgse gemeenten brengen.
donderdag 13 september 2007
Zichtbaar samenwerken...
We zijn vaak te laat om elkaar te informeren en ervoor te zorgen dat we op beide niveaus het initiatief nemen. In plaats daarvan lezen we uit de krant wat de ander gedaan heeft, en heeft een andere partij al het stokje overgenomen. Dat moet dus niet!
Voorbeeldje: de PS-fractie stelde heel concrete vragen over de afgewezen subsidie voor de renovatie van het Heerlense Maankwartier. Die subsidie-aanvraag voor 10 miljoen was door Minister Eurlings afgewezen. Sterker nog: geen enkele Limburgse gemeente kreeg subsidie uit het betreffende subsidieprogramma; het geld ging in zijn geheel naar de andere provincies!
Peter van Dijk (fractievoorzitter) uit Heerlen stelde hierover stevige vragen aan GS. Er is toen ook contact geweest met Lia Roefs, alleen had het CDA in de Kamer toen al eigen vragen bedacht en ingediend. Als PvdA konden we hier toen alleen bij aansluiten.
Ander voorbeeld: onze Kamerleden moesten onlangs in de krant lezen dat onze gedeputeerde Bert Kersten 1,5 miljoen beschikbaar stelde om te voorkomen dat de A2 tussen Maasbracht en Roosteren 2x binnen een jaar vernieuwd zou worden. Kersten zorgde ervoor dat autorijders straks niet weer in de file staan alleen omdat 2 verschillende bestuurslagen (eerst Rijk en dan nog eens Provincie) ieder apart aan hetzelfde stuk wegdek "vernieuwingen" danwel "onderhoud" gingen plegen. Over dit soort zaken moet een betere afstemming tussen Rijkswaterstaat en de Provincie komen en onze Kamerleden hadden dit graag in Den Haag aangekaart. Daarvoor was het toen echter al te laat.
Natuurlijk zijn er ook voorbeelden waar de samenwerking meteen al uitstekend liep en gecoordineerd was. Maar het kan altijd beter...
zaterdag 1 september 2007
De fractie als team
Al gauw hebben we het vooral over de politiek. Belangrijkste vraag: waarom krijgen we als PvdA landelijk, provinciaal en lokaal vooral om de oren? Zijn we niet links genoeg of zijn we niet zichtbaar genoeg? Volgens mij geen van beide: we hoeven wat mij betreft niet linkser te worden om voor traditionele en potentiele PvdA-kiezers aantrekkelijk te zijn. We zullen nooit zo links worden als de SP. Daar kan dus ook de winst niet vandaan komen. Ik denk dat we de afgelopen jaren gewoon niet duidelijk en standvastig geweest zijn in datgene wat we vonden. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Doordat we onszelf en onze kiezer altijd maar voorhouden dat we vooral een bestuurderspartij (willen) zijn, zijn we ook gewend geraakt aan het maken van compromissen. De redenen voor die compromissen zijn lang niet altijd zichtbaar of duidelijk voor het wijde publiek. Ze snappen niet wat we doen (en ik durf te stellen dat ik soms mijn eigen partij ook niet helemaal kan volgen) en dat leidt tot onbegrip. Van dit punt tot onverschilligheid of een overstap naar een andere partij is dan geen grote stap.
Dat moeten we in de Staten de komende vier jaar anders doen. Ik wil niet naar links om het naar links gaan. Ideologisch zit de partij wat mij betreft prima. Als we nou maar eens eerst duidelijk zeggen wat we doen en ook doen wat we zeggen! Wordt vervolgd...