Van het politieke werk binnen de Staten vind ik de werkbezoeken waarschijnlijk het leukst. Het bezoek van de fractie aan Gennep bevestigde dat weer eens. Ik kom niet vaak zo noordelijk in onze provincie, tenzij op doorreis naar mijn bedrijf. En dan zie ik alleen de snelweg.
Nu was het even zoeken naar verzorgingstehuis Norbertushof in het centrum van Gennep. Door wat omleidingen was ik nog net op tijd voor de uitleg over een grootschalige wijkvernieuwing. Zowel het complex als de omliggende huizen worden de komende jaren geheel opnieuw ingericht. Het wordt een woonwijkje vooral voor ouderen met daarnaast ook plek voor jonge starters. Het doel is om de ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Een aantal flats, nog daterend uit de jaren 70, moet daarvoor worden gesloopt of is al gesloopt. Om mij heen kijkend ben ik verbaasd dat de huidige - nog niet zo oude - Norbertushof er al zo gedateerd (en van de buitenkant ook een beetje verwaarloosd) uitziet. En toch herken ik het: in de meeste verzorgingstehuizen zitten de ouderen dicht bij elkaar en enigszins afgezonderd van de rest van de bevolking. Een wereldje op zich. Bij mijn eigen grootouders was/is het niet anders. Op de plek van de Norbertushof komen nu echter 267 woningen en wordt het aantal intramurale woningen heel sterk verkleind tot maar 55 woningen.
Luisterend naar het verhaal van de directie van de Norbertushof bedenk ik dat ik er eigenlijk gewoon vanuit ga dat ouderen die "kleine wereld" ook het prettigst vinden. Lekker verzorgd met alle hulp bij de hand, het eten klaar en laat de rest van de wereld maar gek doen. Of dat ook werkelijk zo is, weet ik niet. Ik kijk dan ook op van de opmerking dat ook in de beschutte woonvormen (voor de mensen die het meest hulpbehoevend zijn) een keukentje geplaatst zal worden. Waarom zou je dat doen (diezelfde vraag stelde ik mij ook toen ik voor het eerst in de kamer van mijn grootmoeder kwam in het verzorgingstehuis Bunderhof in Geleen)? De reden is eigenlijk heel eenvoudig, wordt mij uitgelegd. Ervaring laat zien dat ouderen die vanuit een zelfstandige woning - waar ze nog hun eigen eten koken - in een verzorgingstehuis komen zonder eigen keuken, al binnen twee maanden niet meer weten hoe ze moeten koken. Ze vergeten het gewoon. De stap naar het verzorgingstehuis is daarmee ook meteen - onbedoeld - een stap naar echte afhankelijkheid.
In het nieuwe wijkje komen ook een fitnesscentrum, een kinderdagverblijf, een fysiotherapeut en zelfs een grand-café. De filosofie hierachter is dat vooral ouderen nog zeer geinteresseerd zijn in hun omgeving en graag kijken naar spelende kinderen en andere buitenactiviteiten. Om in de woorden van mijn collega Alouis Heijmans te blijven: de nieuwe woonwijk is een plek waar de mensen niet langer naar de zorg komen, maar de zorg naar de mensen. Als het slaagt dan kunnen vele steden in Limburg hier iets van leren.
Het tweede deel van het bezoek betrof een nieuwe geplande speelstraat in Ottersum. Ottersum is een van de kernen in Gennep. Aangekomen op de plek zie ik een klein pleintje met wat groen, net naast een basisschool, een kinderdagverblijf en een paar seniorenbungalows. Dit stukje Gennep heet De Brink. Op ons wacht bewonersinitiatief De Brink. De vertegenwoordigers willen van het pleintje - waar nu 's avonds wat oudere jeugd met auto's rondhangt - een echte speel- en sportplek maken voor kinderen vanaf 6 jaar. Een van de muren van de basisschool wordt een spannende klimmuur, een ander deel van De Brink is bestemd voor gymnastiek en balspelen. Er is zelfs plaats voor een jeux de boules baan, waar de senioren uit de buurt samen met de kinderen kunnen spelen. Ik zie er veel in: overal hoor je dat kinderen minder bewegen en steeds dikker worden. Dit bewonersinitiatief pakt de uitdaging op en onderneemt stappen om kinderen, onder begeleiding van een professionele sportinstructeur, zich lekker op dit terrein te laten uitleven. Het hele plan kost zo'n 250.000 euro. Een groot deel van het geld is blijkbaar al gevonden en ook de wethouder ondersteunt het initiatief. Als we later nog even napraten, doe ik nog de suggestie om nog naar de Interreg-IV subsidie te kijken als mogelijke aanvulling op de benodigde middelen en als aanzet voor een uitbouw van het initiatief naar andere delen van de stad. Ik neem de plannen in ieder geval mee en ga de verantwoordelijk wethouder in mijn eigen stad vertellen dat in Gennep iets wordt ontwikkeld waar we in Sittard-Geleen ook zeker iets aan kunnen hebben. Los daarvan vind ik het mooi dat bewoners zelf zo'n initiatief kunnen bedenken en opzetten. Ik ben zelf ook voorzitter van een bewonersplatform en weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het kan zijn om andere inwoners, de lokale politiek, sponsoren en de pers zover te krijgen dat ze jou en jouw ideeen en plannen serieus nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten