donderdag 25 december 2008

Subsidie maatschappelijke organisaties: oplossing gevonden

Een stevig debat in de commissievergadering heeft ertoe geleid dat de door de provincie erkende maatschappelijke organisaties alsnog voor 2009 de subsidie krijgen die ze hadden aangevraagd. Eerder had de provincie de bedragen verlaagd om zodoende meer organisaties subsidie te kunnen geven. Wie subsidie wilde hebben, moest een gedetailleerd jaarplan opstellen met daarin een overzicht van alle geplande activiteiten en bijbehorende kosten. Sommige hadden hier zeer veel werk van gemaakt en andere minder. In een aantal gevallen bleek dat de prioriteiten die de provincie had gesteld voor het jaarplan, niet overeen kwamen met de doelstellingen en activiteiten die de organisaties zelf hadden bedacht. Dat leidde tot verwarring en uiteindelijk ook tot een lagere subsidiescore.
In het debat waren alle politieke partijen het erover eens dat de relatief snelle invoering van het nieuwe subsidiestelsel er mogelijk toe heeft geleid dat organisaties te weinig tijd hadden om zich op de nieuwe situatie voor te bereiden. Om die reden werd gedeputeerde Wolfs via een gezamenlijke motie opgedragen om 2009 tot overgangsjaar te verklaren. Concreet heeft dit de volgende consequenties:
  • maatschappelijke organisaties die in 2008 als erkende organisatie subsidie hebben gekregen, ontvangen in 2009 het gelijke bedrag inclusief indexering met een maximum van het voor 2009 aangevraagde bedrag;
  • de provinciale commissie voor het Sociale Domein gaat via een werkconferentie met de maatschappelijke organisaties praten over het omzetten van het kader in werkbare subsidieregels;
  • voor 1 juni 2009 vindt in Provinciale Staten een evaluatie plaats van de uitwerking van het kader subsidieregels;
  • de maatschappelijke organisaties krijgen in de nieuwe procedure een ruimere termijn voor
    indiening, waarbij gelegenheid is om vooraf eventuele vragen of ideeen met de Provincie Limburg te bespreken (was voorheen niet zo).
Het is nu aan de gedeputeerde Wolfs om te bezien hoeveel geld deze motie (extra) gaat kosten. Wat mij betreft komt het geld niet (alleen) uit het vastgestelde budget van Wolfs, want dan zou de motie mogelijk ten koste gaan van andere belangrijke prioriteiten zoals de jeugdzorg, het sport- of het cultuurbeleid. Dat is dus niet de bedoeling! Bovendien zou het ook niet fair zijn, want procedureel en juridisch gezien heeft de gedeputeerde geen fouten gemaakt. Het is Provinciale Staten die afgelopen juni de regels heeft vastgesteld en Wolfs heeft gewoon uitgevoerd zoals de meerderheid van de Statenleden dat wilde. Het College van GS moet nu gezamenlijk een financiele oplossing voor de financiering van de maatschappelijke organisaties vinden.

dinsdag 23 december 2008

PS even in zwaar weer: subsidies voor maatschappelijke organisaties

Provinciale Staten zitten vandaag even in zwaar weer. Reden: afgelopen vrijdag zijn de subsidiebedragen gepubliceerd die erkende maatschappelijke organisaties (denk aan: ANBO, Jong Nederland, KBO en vele andere) voor het jaar 2009 zullen krijgen. Voor een aantal organisaties draaiden die uit op een flinke teleurstelling.

Er was de afgelopen maanden veel te doen omtrent die erkenningen. Voor het eerst sinds jaren zou een nieuwe systematiek worden gebruikt voor de toekenning van die erkenningen voor maximaal vier jaar. De systematiek was bedacht door gedeputeerde Odile Wolfs en kreeg afgelopen juni de brede goedkeuring van Provinciale Staten.
Tot dit jaar kregen enkele gevestigde organisaties ieder jaar een vaste subsidie voor het (overigens doorgaanse uitstekende) werk dat ze deden. Hoewel de organisaties vooral draaien op vrijwilligers, hebben de meeste ook een (gedeeltelijke) beroepskracht nodig en zijn er ook bijkomende kosten zoals huisvesting, activiteiten etc.
De keerzijde van de bestaande situatie was echter dat een groeiend aantal maatschappelijke organisaties het zonder provinciaal geld moest zien te doen. Los hiervan was er groeiende kritiek op het feit dat de basis voor toekenning van subsidies tamelijk onduidelijk was. De meeste organisaties werken/werkten zonder duidelijk jaarplan en vaak ook zonder objectief meetbare criteria en/of meetpunten. Nu is dat in deze sector ook niet makkelijk. Vandaag sprak ik met het Centrum voor Levensbeschouwelijk Jeugd- en Jongerenwerk, een organisatie die al vele jaren actief is. Ik begrijp het helemaal als zij zeggen dat het niet erg zinvol is om relevantie van de organisatie voornamelijk te meten aan het aantal jongeren waarmee de organisatie contact gehad heeft. Alleen de kwaliteit van dat contact zegt iets over de relevantie. Aan de andere kant is het ook zo dat die subsidies bestaan uit belastinggeld en ergens moeten toch ook nut/noodzaak en doelmatigheid/effectiviteit kunnen worden vastgesteld. Bij gebrek aan beter, kan dat niet zonder een duidelijk jaarplan met (deels) gekwantificeerde doelstellingen.

De maatschappelijke organisaties die ik de afgelopen weken en maanden sprak, hadden grote kritiek op het verplicht indienen van een jaarplan. De meeste vonden de vragen te gedetailleerd en niet toepasbaar op vrijwilligersorganisaties. Men had ook grote moeite met de interpretatie van bepaalde vragen. Daarnaast stelde men dat er gewoonweg geen capaciteit was om de gestelde vragen goed te beantwoorden. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Ik heb de vragencatalogus gelezen en het vergt wel even denk- en schrijfwerk om die klus te klaren. Ik ben het er echter niet mee eens dat het "niet te doen" was. Dat blijkt ook als je ziet dat een aantal nieuwkomers in staat is om uitstekende jaarplannen in te dienen. Wie goed scoorde, kon een erkenning als maatschappelijke organisatie krijgen voor vier jaar. De organisaties met plannen die nog aanvullend werk behoeven, hebben een voorlopige erkenning gekregen voor twee jaar. Sommige hebben geen erkenning gekregen en maken de komende jaren dus ook geen kans op subsidiegeld.

De maatschappelijke organisaties maakten zich in oktober en november erg bezorgd dat het besluit over de erkenning veel te laat bekend gemaakt zou worden. Op die manier kon men geen eigen begroting voor het nieuwe jaar opstellen. Dat betekent concreet dat niet duidelijk was of bepaalde beroepskrachten wel of niet in dienst konden blijven. Als PvdA hebben we dit probleem uitvoerig met de gedeputeerde besproken. Het gevolg was dat iedereen begin december werd geinformeerd of hij de erkenning binnen had of niet. Tot daaraan toe geen probleem.
Echter, na de erkenning ging blijkbaar een aantal maatschappelijke organisaties er 'zonder meer' vanuit dat het toegekende bedrag ook (zeer) in de buurt zou komen van de bij het jaarplan ingediende begroting. Dat was dus niet zo. De korting op het gevraagde bedrag ligt voor sommige organisaties wel op 40% of nog meer. Los van wie er meer/minder korting heeft gekregen is de korting op zich natuurlijk wel te verklaren: er worden in 2009 immers meer en andere organisaties financieel ondersteund en de beschikbare middelen zijn niet evenredig toegenomen.
Het gevolg is nu dat een aantal organisaties erg boos is op gedeputeerde Wolfs. Vanvond wordt een extra commissievergadering gehouden in Roermond met als doel om het proces en de verdeling opnieuw te bekijken en te controleren op eventuele fouten. Mogelijk dat er een overgangsjaar zal worden ingebouwd, waardoor een aantal organisaties toch nog in de gelegenheid komen om inmiddels gemaakte plannen en afspraken voor 2009 uit te voeren en dan voor de jaren erna noodzakelijke aanpassingen te maken. Hoewel ik de indruk heb dat het proces op zich correct gelopen is, zijn er volgens mij wel duidelijke verbeterpunten voor de sunsidietoekenning aan te wijzen:
  1. bij begin van het ingaan van het volgende 'aanbestedingstraject' moet er (opnieuw) een openbare informatiedag komen, waarin de provincie deze keer echter precies (per item in de vragenlijst) uitlegt hoe zij iedere vraag (en dus ook het antwoord) zal interpreteren. Op die manier kan er geen verwarring meer ontstaan over begrippen als 'bonding' en 'bridging'.
  2. er moet een aanvullend kwalitatief criterium komen voor de niet-cijfermatig meetbare resultaten van projecten die door de maatschappelijke organisaties worden ingediend.
  3. een aantal organisaties heeft mogelijk praktische hulp nodig bij het interpreteren en invullen van de jaarplannen.

maandag 8 december 2008

Commissievergadering Economisch Domein (5 december)

Onze commissievergaderingen Economisch Domein verlopen sinds het begin in een onprettige sfeer: het antagonisme tussen enkele oppositiepartijen en de coalitie wordt steeds groter en nu ook persoonlijker. Terwijl ik hem als politicus waardeer als iemand met veel ervaring, valt mij met name het gedrag van VVD-collega Jos van Rey erg tegen. Het was mij al eerder opgevallen in een Statendebat, maar tijdens de discussie in de commissie over de vliegtaks deed hij deze keer alsof hij mijn naam niet meer kende (ik zit overigens tegenover hem en mijn naambordje prijkt bijna recht voor zijn neus). 'Ik spreek niet met mijn vijanden', aldus Van Rey kort daarna. Op een gegeven moment stelde hij dat hem het standpunt van de PvdA ook helemaal niet interesseerde. Ik heb hem toen maar gevraagd of het voor hem niet zinvoller was om de vergadering te verlaten zodat de anderen serieus verder konden vergaderen. Hij stond meteen op en vertrok (tijdelijk). Na afloop van de vergadering hoorde ik van verschillende mensen dat ook hen Van Rey's houding behoorlijk was tegengevallen. Jammer, want we bewijzen met dit gedrag onze kiezers geen dienst. We kunnen dan wel oppositie en coalitie zijn en dus verschillende belangen hebben, maar er is geen reden om zaken in het persoonlijke te trekken.

Inhoudelijk stonden er twee interessante zaken op de agenda: (1) het CDA had gevraagd of het bestuur en de directie van het vliegveld MAA langs zou kunnen komen om ons te vertellen hoe het vliegveld er voor staat en (2) we moesten beslissen of GS een nieuw zogeheten Innovatiefonds mocht instellen om financieel te participeren in bedrijven die veel aan technische innovatie doen.
Mijn constatering ten aanzien van het vliegveld is dat MAA het verhoudingsgewijs goed doet, ondanks de lastige economische ontwikkelingen. De groei (ook dit jaar) zit hem vooral in het vrachtverkeer. Ik zie hierin een natuurlijke niche-ontwikkeling voor MAA: op het passagiervluchtensegment zitten al heel veel spelers in korte nabijheid. Iedereen aast op dezelfde klantengroep en het is logisch dat daar 'echte winnaars' en 'mindere winnaars' tussen zitten. Bij vrachtverkeer zit MAA ten opzichte van Eindhoven, Weeze, Luik en Charleroi echter heel goed, zo blijkt. Verdere sterke groei wordt verwacht op het gebied van kantorenbouw op het vliegveldterrein. Je ziet dit verschijnsel eigenlijk bij alle vliegvelden: met name de technische en innoverende bedrijven willen graag geassocieerd worden met vliegvelden omdat het past bij een zeker imago. Ook Schiphol verdient veel meer met haar vastgoedactiviteiten dan met de afhandeling van het luchtverkeer. In het voorjaar wil MA-directeur komen met een gedetailleerd plan voor een uitbreiding en verbetering van het industrietterrein op MAA.
In de discussie over het minder snel stijgende passagiersvervoer, geeft Tindemans aan dat hij hiervoor drie redenen ziet: (1) oneerlijke concurrentie uit Belgie vanwege directe staatssteun die men in Wallonie geeft aan de vliegvelden Luik en Charleroi, (2) oneerlijke concurrentie van vliegveld Eindhoven omdat de kosten voor het vliegveld vrijwel geheel betaald worden door het ministerie van Defensie (Eindhoven is zowel civiel als ook militair vliegveld) en die kosten dus niet doorberekend hoeven te worden, en (3) de vliegtaks.
De daarop volgende discussie is heel interessant. Ik geef aan dat voor mij die eerste twee concurrentiepunten erg belangrijk zijn en we met name ten aanzien van de Eindhovense situatie actie zouden moeten ondernemen. Ik vind het niet toelaatbaar dat het civiele vliegveld gewoon kosten kan wegstrepen omdat Defensie (ons belastinggeld) de rekening voor onderhoud dekt.
Wat de vliegtaks betreft blijf ik aan mijn eerdere standpunt vasthouden, ditmaal gedekt door cijfers die Tindemans zelf aangeeft. In tegenstelling tot de eerdere vrees blijkt namelijk dat ook het passagiersvervoer in 2008 gewoon is gestegen. Dat die stijging minder was dan aanvankelijk gehoopt hoeft helemaal niet te liggen aan de vliegtaks, maar kan liggen aan de slechtere economische situatie. Er is duidelijk geen vergelijkend onderzoek gedaan met andere (buitenlandse) vliegvelden om te zien of de vliegtaks specifiek voor MAA zorgt voor minder passagiers. Ligt hier misschien een klus voor de provincie om dit eens uit te zoeken?
Collega Muijs van de VVD stelt in ieder geval dat ze ziet dat de PvdA eerlijk is en een duidelijk standpunt inneemt. Meteen daarop gaat ze in de aanval tegen het CDA. Immers: in de Tweede Kamer heeft het CDA ook voor de vliegtaks gestemd. In PS lijkt het er nu soms op op alsof het CDA ofwel tegen de vliegtaks is of juist probeert te voorkomen dat ze zich duidelijk erover moet uitspreken. Het CDA probeert Muijs te pareren, maar de antwoorden komen tamelijk zwak en weinig onderbouwd over. Waarom in 's hemelsnaam is het CDA ueberhaupt met dit onderwerp gekomen, vraag ik mij af. Er is geen actuele aanleiding en deze aanval van Muijs hadden ze kilometersver kunnen zien aankomen...
In het vervolg van de vergadering praten we over het Innovatiefonds. Dit fonds moet een eigen BV worden met een vermogen van 20 miljoen euro. Het idee is dat de BV zelfstandig kan investeren in Limburgse bedrijven die serieus met technische innovatie bezig zijn. Ze krijgt - mits er ook particuliere investeerders meedoen - aandelen. Op die manier wordt geprobeerd om enerzijds Limburgse innovatie te stimuleren en anderzijds is het een manier van gedeputeerde Vrehen om geld binnen Limburg te houden dat anders als verplichte afdracht naar de landelijke schatkist zou vloeien.
Op zich is er niets mis met een Innovatiefonds. Ik had enkele weken daarvoor in het Ipanema-debat al aangegeven dat ik mij zorgen maak dat innoverende bedrijven steeds moeilijker aan geld (van banken) kunnen komen en dat het nodig is dat de provincie hier ondersteunt. Ik zou echter graag zien dat het fonds ook een concrete missie mee krijgt wat betreft het soort innovatie dat we in Limburg willen stimuleren. Ik denk dan met name aan duurzame energie, Cradle-to-Cradle toepassingen en milieutechnologie. Gedeputeerde Vrehen wil daarop echter niet vastgepind worden. Wat hem betreft kan de BV in alles investeren dat de zogeheten Provinciale Versnellingsagenda ondersteunt (twee weken later in het Statendebat blijkt dat hij toch ook de toeristische en andere sectoren voor financiele deelname openstelt, ook al zitten die niet in de Versnellingsagenda. Hierdoor wordt volgens mij 'focus' opgeofferd aan specifieke en/of individuele belangen. Dit zag ik al eerder bij de Versnellingsagenda zelf). Daarmee komen we tot het kernprobleem: wat verstaan wij onder Innovatie? Een gezamenlijke poging om tot een definitie te komen strandt. Vrehen wil er niet aan en verwijst naar een vage en voor uitgebreide interpretatie openstaande definitie in de Statuten van de nieuwe BV. Ik stel vast dat die definitie zo nietszeggend is dat ook gewone incrementele productverbetering al voldoende is om je als bedrijf te kwalificeren voor deelname. Daarmee loopt de BV het risico speelbal te worden van externe belangen die al dan niet hun PR richting de deelname-adviescommissie op orde hebben. Jammer genoeg kunnen we als PS alleen maar onze wensen en bedenkingen over de oprichting van het Innovatiefonds uiten. GS zijn hierin zelfstandig bevoegd. Gelukkig lukt het nog wel om de toezegging te krijgen dat PS driemaal per jaar op de hoogte gesteld wordt van de vorderingen van het Innovatiefonds. Maar dat is het dan ook.

zaterdag 29 november 2008

Buitenring 7 - gesprek met ambtelijke projectgroep

Pas in de zomer van 2009 gaat PS beslissen over de aanleg en de tracekeuze voor de Buitenring Parkstad. Dat wil echter niet zeggen dat het overleg met de verschillende belanghebbenden tussentijds stil ligt. Een paar weken geleden liep ik mee met de anti-Buitenringwandeling die georganiseerd was door de diverse protestgroepen. Vandaag heb ik de ambtelijke projectgroep van de provincie gevraagd om nadere uitleg over de verschillende zienswijzen die zijn ingediend. De projectgroep bevestigde dat een week later een Nota Zienswijzen Buitenring gepubliceerd zou worden, die uitgebreid ingaat op de verschillende kritiekpunten, wensen en aanbevelingen van de indieners. Omdat het om een informeel ambtelijk overleg ging, kan ik op deze weblog niet inhoudelijk op hun informatie en standpunten ingaan (zij staan immers wat hun uitspraken betreft onder verantwoordelijkheid van de gedeputeerde). Het was in ieder geval wel een zeer informatieve bijeenkomst. Voor iedereen die (nog) niet afwist van de Nota: bij deze. Voor zover ik weet is hij gewoon opvraagbaar bij de provincie.
Als PvdA-fractie willen we uiterlijk eind januari met een officieel standpunt komen. Dit standpunt zullen we in een publieke zitting (datum/tijd nog te bepalen) vertellen en met argumenten onderbouwen.

zondag 16 november 2008

Werkbezoek - Weert (14 november)

We zijn opnieuw op PvdA-werkbezoek. Deze keer in Weert op uitnodiging van collega Statenlid Alouis Heijmans die hier ook gemeenteraadslid (en oud-wethouder) is. Ik kom regelmatig voor werkafspraken in Weert. Mijn indruk was altijd dat het een stadje is dat zijn zaakjes op orde heeft: een gezellig winkelcentrum, een uitstekende kermis (heb ik gehoord, al kan deze 'natuurlijk niet tippen' aan die van mijn eigen gemeente...) en je kunt er nog lekker eten ook. Maar ook een tamelijk onzichtbaar stadje dat ingeklemd ligt tussen grote broer Eindhoven en neef Roermond. Vooral met die laatste blijkt er toch nogal wat concurrentie en rivaliteit te bestaan, hetgeen zo af en toe ook tot uiting komt in de Statenzaalvergaderingen als wethouder Van Rey uit Roermond weer wil laten blijken dat zijn stad toch echt een maatje groter en vooral beter is. Enfin... Los van een enkel probleem met vermeende belangenverstrengeling van een raadslid, kenmerkt ook de gemeentepolitiek van Weert zich als overwegend rustig en stabiel. We komen echter al snel bij het voornaamste actuele hangijzer in de gemeente, te weten de trace-optie IJzeren Rijn. Die zou namelijk dwars door het centrum van Weert kunnen gaan lopen. De Weertenaren zien het al voor zich: Weert wordt gescheiden door een ijzeren barriere van continu langsdenderende treinwagons gevuld met spullen voor het Duitse achterland. Ook de verwachte grote geluidsoverlast wordt aangehaald. Met zelf een groot treinemplacement direct aan mijn voortuin en een spoorstation op nog geen 50 meter, weet ik wat overlast van treinen betekent. Mijn eigen inschatting is dat met passende maatregelen het geluidsprobleem in Weert nog wel in te perken is tot een acceptabel niveau, maar feit blijft dat je geen grootschalig goederenvervoer in een wooncentrum moet willen hebben. Weert heeft zelf bij de minister een plan aangedragen voor ondertunneling van het trace. Dat voorkomt allerlei problemen, behalve dan dat het een enorm financieel plaatje met zich meebrengt. De dag na ons werkbezoek zal ons Limburgs Tweede Kamerlid Lia Roefs (vervoer) naar Weert komen om met de gemeente over dit plan te overleggen. Alouis zal ons wel laten weten hoe het op dit dossier verder gaat. Kort daarna gaan we met de bus naar afvalverwerker Kirkels-Van Gansewinkel. Het bedrijf ligt net buiten Weert en verwerkt allerhande huishoudelijk afval. De directeur legt ons uit dat in zijn sector het moeilijk is om technische innovaties uit te voeren, omdat de concurrentie vanuit het buitenland - waar stevig wordt gesubsidieerd - erg groot is. Desondanks is Kirkels-Van Gansewinkel bezig aan een ware transformatie: natuurlijk bestaat de dagelijkse activiteit uit afvalinzameling en scheiding, maar tegelijkertijd wordt stevig ingezet op het geven van advies aan bedrijven om de hoeveelheid afval die door hun producten of productieproces wordt veroorzaakt, te verminderen. In het kenniscentrum ligt de toekomst: afval = kosten. Al snel komt de term Cradle to Cradle (C2C) ter sprake. Van Gansewinkel doet mee in diverse onderzoeksprojecten van bedrijven om producten zodanig te ontwerpen, dat ze bij het eind van hun levensduur volledig kunnen worden heringezet als grondstof voor een nieuw product. Van Gansewinkel brengt daarbij vooral de kennis van de sortering en verwerking van de productcomponenten mee. Prima initiatief. Even later staan we midden in de grote sorteer- en verwerkingshallen van het bedrijf, waar grote grijpers ons afval in machines gooien die ieder deel uiteentrekken tot stukjes metaal, hout, steen etc. Via lopende banden gaat het van grof naar heel fijn. In een ruimte staan enkele vrouwen die met geroutineerde hand ieder laatste restje afval nog scheiden. De resten vallen via sleuven in containers die weer worden opgepikt door vrachtwagens om vervolgens te worden getransporteerd naar een bedrijf dat deze weer als grondstof kan inzetten. We denken er vaak niet bij na, maar afvalverwerking is een complex en tegelijkertijd zeer belangrijk onderdeeltje in onze consumptiemaatschappij. Op de terugreis naar het gemeentehuis geeft Alouis nog uitleg over een aantal andere ontwikkelingen die op stapel staan, waaronder de forse uitbreiding van de Koninklijke Militaire School (KMS) en een middelbare school. Het gaat goed met Weert...

vrijdag 7 november 2008

Statenvergadering nu altijd te zien via internet

Sinds 7 november kan iedereen die wil de vergadering van Provinciale Staten live volgen via het internet. Niet alleen zie je live-beelden, maar zijn ook alle stukken en overige documenten meteen te downloaden en is er een samenvatting waar een bepaald agendapunt over gaat. Mooier nog: je kunt bij een specifiek agendapunt je eigen emailadres ingeven, zodat je automatisch een berichtje krijgt als het onderwerp ook echt wordt besproken. Handig, want onze vergaderingen lopen nogal eens uit en soms wordt ook de onderwerpvolgorde veranderd.

De vergaderingen zijn te volgen vanaf de homepage van de provincie op: www.limburg.nl. Klik vervolgens aan de rechterkant op het plaatje (zie foto) en de uitzending begint: veel kijkplezier!
De data voor de volgende Statenvergadering zijn: 19 december 2008, 13 februari 2009, 27 februari (gezamenlijke vergadering met Bezirksregierung Dusseldorf en Provinciale Staten van Gelderland), 3 maart, 29 mei, 10 juli, 9 oktober, 13 november, 18 december.

Statenvergadering 7 november (begroting)

De belangrijkste Statenvergadering van het jaar: de begroting voor 2009.
In tegenstelling tot vorig jaar, toen het nog vooral ging om het ontwikkelen van plannen, komen in de nieuwe begroting echte investeringsbesluiten aan bod. Met andere woorden: we gaan nu uitvoeren wat we hebben beloofd in het coalitieakkoord.

Jammer genoeg begint de sfeer niet echt lekker. Los van een 'moeilijk' dossier uit september (energienota) dreigt er een flinke confrontatie tussen ons als PvdA met coalitiepartner CDA. Oorzaak is een serie uitspraken van fractievoorzitter Frische (CDA) waarin hij voor TV en radio stelt dat organisaties zoals de Milieufederatie geen provinciale subsidie meer zouden mogen krijgen als zij na een gezamenlijk ontwikkeltraject op een dossier, toch besluiten om een uiteindelijk provinciaal besluit door de rechter te laten toetsen.
In simpelere woorden: het CDA vindt dat de provincie niet haar eigen tegenstand bij besluitvorming moet organiseren door organisaties subsidie te geven die eerst mee aan tafel zaten toen het besluit nog moest worden ontwikkeld. Hmmm...
Ter vergelijk: dat zou betekenen dat als in de SER werkgevers en werknemers praten over de inkomens, de vakbonden na afloop geen actie meer zouden mogen voeren. Als PvdAer ben ik het helemaal niet met het CDA eens: je kunt met alle goede bedoelingen meedoen in een overleg over een onderwerp, om vervolgens toch vast te stellen dat het 'compromis' zover afstaat van de eigen ideeën, dat je dit door een onafhankelijke rechter wilt laten toetsen. Ik vind dat prima, want een rechter toetst alleen of een besluit voldoet aan de wetten van ons land. En dat is toch alleen maar goed?! Er zijn vele voorbeelden te noemen waar besluiten van de provincie uiteindelijk door een rechter (tot aan de Raad van State) zijn vernietigd omdat ze wettelijk helemaal niet mogen/kunnen.
Wie anders kan een dergelijke toetsing voorbereiden en presenteren dan organisaties zoals de Milieufederatie? Voor gewone burgers (ik spreek uit ervaring) is dit haast onmogelijk: je loopt altijd achter qua kennis en ook qua geld, want procederen is bepaald niet goedkoop. De argumenten van het CDA zijn ronduit zwak en het lijkt erop dat ze vooral boos zijn dat ze in 1 specifiek dossier (WAV) flinke weerstand kregen. Afgelopen week vond er heel veel telefonisch overleg plaats om het CDA te bewegen geen motie in te dienen die die koppeling tussen subsidie en recht op de rechtsgang zou leggen. Zo'n motie is tegen eerdere coalitieafspraken, is gebaseerd op oneigenlijke argumenten en is waarschijnlijk op juridische gronden ook nog niet eens mogelijk (rechtsonzekerheid). Bovendien: laten we dan ook eens kijken naar organisaties als de LLTB die ook regelmatig betrokken wordt in besluitvorming en zich vervolgens ook al vaker heeft teruggetrokken of een procedure heeft aangespannen.
Het CDA had het er maar moeilijk mee. De VVD vond het leuk om ook nog even te stoken en meldde dat ze bezig waren om toch een gezamenlijke motie met het CDA voor te bereiden. Fractievoorzitter Frische moest uiteindelijk aangeven dat er geen motie van hen komt en dat ze alleen willen dat er een gesprek tussen Gedeputeerde Staten en de Milieufederatie moet plaatsvinden. Prima. Conflict (tijdelijk) opgelost!


De vaststelling van de begroting is een zaak van de lange adem. Om 15 uur kwam het onderwerp in de vergadering en om 22 uur waren we nog steeds bezig.
De VVD begint meteen met een typisch staaltje symboolpolitiek: vanwege de kredietcrisis wil zij dat de inflatiecorrectie op de opcenten van de wegenbelasting (=deel van de wegenbelasting dat naar de provincie gaat) niet moet worden doorgevoerd en dus teruggegeven moet worden aan de Limburgse burgers. Het gaat om 4 miljoen euro. Wow, denk je dan, kom maar hier met dat geld. Reken je echter terug, dan komt het neer op nog geen 4 euro per persoon (of 3 liter benzine). Is het dan niks? Nee, natuurlijk niet. Als je echter weet dat iedere geïnvesteerde euro door de provincie een multiplier-effect heeft van 4, dan is het veel verstandiger om die 4 miljoen euro rechtstreeks in te zetten ter ondersteuning van projecten in Limburg die nu door de economische malaise in de knoei (dreigen te) komen. Denk bijvoorbeeld aan Nedcar of de Silicon Mine. Zo leiden 4 miljoen euro uiteindelijk tot economische impuls van 16 miljoen euro of meer. Ter controle hebben we aan GS gevraagd om later in 2009 precies aan te geven hoe die 4 miljoen zijn geïnvesteerd.
Terug naar de begroting: in de begroting zijn nu drie grote thema's benoemd uit de zogeheten Versnellingsagenda waarbinnen komend jaar de belangrijkste investeringen zullen plaatsvinden. Ze zijn:
  • topreferente zorg (denk aan: nieuw proton radiotherapiebehandelcentrum voor kankerbestrijding en een groot cardio/vaatcentrum op Avantis)
  • nieuwe materialen (onderzoekscentrum op Chemelot)
  • agro-food (Greenport en Klavertje 4 ontwikkeling bij Venlo).
Daarnaast zijn er een aantal zogeheten beeldbepalende projecten gedefinieerd die - in samenhang - moet zorgen dat Limburg economisch diverser wordt. Minder afhankelijk van economische schommelingen dus.
In onze spreektijd over de begroting geeft fractievoorzitter Peter van Dijk een aantal aandachts- en verbeterpunten aan. Ze variëren van de nazorg voor jongeren boven de 18 die uit de jeugdzorg komen, de verkeersknelpunten op de N280 en de gebiedsvreemde ontwikkelingen. Wie de bijdrage wil nalezen, kan terecht op de website van de PvdA-Limburg: Klik hier.

zondag 2 november 2008

Werkbezoek Maasgouw (1 november)

We zijn op werkbezoek in de gemeente Maasgouw. Maasgouw, dat zijn de fusiegemeenten Maasbracht, Heel, Wessem, Thorn, Stevensweert (en nog enkele kleinere gemeenten). Op het gemeentehuis in Heel horen we van de burgemeester en onze collega PvdA-raadsleden dat men heel blij zou zijn als de N280 uitgebouwd zou worden tot een volwaardige snelweg met mogelijkheden voor aanpalende industriegebieden. "Wat goed is voor Weert en Roermond is goed voor ons", is de redenering. Oei, daar hebben wij - specifiek collega Alouis Heijmans uit Weert - een andere mening over. We praten er een tijdje over, maar omdat Alouis zelf niet bij de bespreking aanwezig kan zijn, laten we het kort daarna rusten.
De sfeer in 'Maasgouw na de fusie' lijkt heel positief: van diverse kanten krijgen
we te horen dat de politieke situatie stabiel is en men vanuit de verschillende kernen vooral constructief samenwerkt. Zoals het hoort eigenlijk, al wil men er in mijn eigen gemeente nog steeds niet echt aan.
Terug naar het gemeentehuis in Heel, waar we verder praten over de ontwikkeling
van de Maasplassen. Die plassen zijn een zeer belangrijke economische factor voor de gemeente en er wordt hard aan gewerkt om er nog meer van te maken. Wat precies, dat zien we als we - na eerst een kort uitstapje naar het schitterend gelegen restaurant Boschmolenplas - met een rondvaartboot een uur rondvaren. Tijdens de tocht krijgen we onder meer uitleg van de eigenaren van de jachthaven Koeweide, die van plan zijn om in de komende maanden het aantal ligplaatsen drastisch te verminderen. In plaats van vele 'kleine' bootjes moet er ruimte komen voor een nieuw concept: de House-boat. Het is een nieuw concept voor een markt met een tamelijk diepe geldbuidel. En nee: het is niet de nieuwste generatie drijvende (recreatie-)huisjes zoals die bij Marina Oolderhuuske in Roermond (of de geplande huisjes in De Weerd, waarvan ik overigens hoop dat ze er niet komen)!
We krijgen gedetailleerde informatie over de boten en de bijbehorende infrastructuur, maar ook het verzoek om er verder weinig ruchtbaarheid aan te geven tot de officiele lancering in het voorjaar van 2009. In ieder geval zijn de eigenaren ervan overtuigd dat er een vraag voor hun House-boats is, vooral uit Duitsland. Er is zelfs flink zendtijd gekocht bij enkele landelijke commerciele TV-programma's.
In die context hebben we het over de tegenover gelegen grind/zandafgraving, die het toeristisch karakter van dit stukje Limburgs water tamelijk ontsiert. Niemand die een kwaad woord over het bedrijf zegt, maar om het potentieel van de Maasplassen echt te realiseren zou het bedrijf op middellange termijn toch verplaatst moeten worden, wordt aangegeven.
Ik wijs op een eerdere vergadering met de Bezirksregierung Dusseldorf, waar toen is gezegd dat men langzaamaan wil beginnen met de ontwikkeling van de talloze verlaten grindgaten in NRW. Die grindgaten zijn vooral ontstaan doordat Nederlandse bedrijven er jarenlang zand en grind hebben afgegraven. In die tijd was er van een ecologisch en/of economisch compensatieplan geen sprake en bleven er alleen grote gaten gevuld met water, achter. Dusseldorf heeft blijkbaar geleerd van de aantrekkingskracht van het Limburgse watergebied. Ik vraag de mensen van Maasgouw en de eigenaars van de jachthaven of er plannen zijn om met de Duitsers samen te werken. Ik ben anders bang dat - met de bekende Duitse Gruendlichkeit - ten oosten van ons fantastische waterrecreatiegebieden zullen ontstaan waaraan de Maasplassen een flinke concurrentiedobber zullen hebben. Tenslotte zijn het vooral de Duitsers uit NRW die nu naar hier komen. Als zij een alternatief hebben dat dichter bij huis ligt, dan kan dat een echt probleem worden. Maasgouw zegt zich hiervan bewust te zijn. Men ziet dan ook liever een samenwerking, maar echte contacten of plannen zijn er (nog) niet. Ben benieuwd...
Een van de eigenaren van de jachthaven bevestigt dat ook de camping Koeweide gesloten zal worden. In plaats daarvan komt er een grote moderne voorziening ten behoeve van de House-boats, mogelijk in combinatie met enkele vakantiehuisjes. Als fervente kampeerder vind ik het een beetje jammer, maar ook begrijpelijk. De camping heeft een fantastische ligging aan het water, maar zorgt ervoor dat het nu niet mogelijk is om een geintegreerd wandel/fiets en recreatiegebied te ontwikkelen. Dat heeft op termijn beslist meer aantrekkingskracht. Terugrijdend via Wessem (leuk plaatsje overigens, waar ik nog nooit geweest was) denk ik dat Maasgouw zich - in bescheiden stilte tussen het 'geweld' van Weert en Roermond - bezig is te ontwikkelen tot een stabiele en zeer aantrekkelijke parel aan het water...

dinsdag 30 september 2008

Buitenring 6 - Verslag van rondrit met bewonersplatforms

Als ik aankom op de parkeerplaats van het station in Nuth staan al zo’n 10 mensen te wachten. Voorstellen hoef ik mij niet echt, want de meesten heb ik ook twee weken ervoor gezien toen ik de bewonersplatforms uitnodigde om vandaag (19 september) samen met de PvdA-Statenfrac tie een bustocht langs het geplande voorkeurstracé van de Buitenring te maken. Er is enige achterdocht: “Dit wordt toch geen PvdA-promotietoer waar we alleen nog mogen luisteren naar wat er al besloten is”? Korte tijd later staat de busparkeerplaats vol met mensen. Ik schat dat we in totaal met zo’n 40 mensen op pad zullen gaan.
Naast vertegenwoordigers van diverse bewonersgroepen komen ook een aantal lokale PvdA wethouders en raadsleden mee. Ik heb ze vooraf op het hart gedrukt vooral te luisteren naar de opmerkingen die de bewoners de komende twee uur gaan maken. Vragen stellen en niet prediken!


In tegenstelling tot de busrit twee weken eerder met de commissie Fysiek Domein van de provincie, komen we nu op de Randweg geen file tegen. Ik kijk op mijn horloge: we rijden het traject op precies dezelfde dag en hetzelfde tijdstip als toen. “Files? Hier zijn geen files, althans niet richting Hoensbroek en verder. De enige files die hier ’s ochtends en ’s avonds zijn, staan voor de aansluiting bij de A76. Daar moet wat aan gedaan worden”, krijg ik te horen. Vanaf de Naanhof rijden we richting Maria Gewanden tot aan het kerkhof. Daar stappen we uit, want het platform Vaesrade wil ons een holle weg uit de Romeinse tijd laten zien die dreigt te verdwijnen door de aanleg van het voorkeurstracé. Ondertussen krijgen we ook uitleg over de mogelijke risico’s van een veranderende grondwaterstroom voor de beschermde Geleenbeekdal. “De unieke flora en fauna worden ernstig bedreigd als er aan die waterstromen vanaf de helling iets verandert”. Platform Vaesrade neemt ons mee naar een open veld tussen de bossen op de helling. Een deel van het veld zou moeten verdwijnen en ook een stuk van het bos, als we de plannen van gedeputeerde Driessen mogen geloven. Ik geef aan dat ik van het projectbureau heb begrepen dat het tracé wel op de hoofdlijnen vastligt, maar nog niet op de meter: “Volgens mij kan de weg nog vele meters naar links of naar rechts liggen”, zeg ik. Dat levert mij een aantal heftige reacties op, want dat was tot nu niet bekend. Terecht wordt de opmerking gemaakt dat een verschuiving zowel een wending ten goede als ook ten slechte kan betekenen. Men wordt er niet geruster op. Mijn fractiecollega’s zijn onder de indruk van de natuurvernietiging die hier zou kunnen plaatsvinden. “Dit is echt een knelpunt en we moeten echt bekijken of het bos en de holle weg niet op de een of andere manier gespaard kan blijven”. Ik heb eerder beloofd dat ik alle punten die de bewoners aandragen de komende weken nauwkeurig zal onderzoeken en ook de gedeputeerde zal vragen om op specifieke knelpunten met alternatieven te komen. Als we teruglopen naar de weg geef ik aan dat ik het ook niet zie zitten om de buitenring maar over de Randweg te laten lopen. Dan zouden honderden woningen in Maria Gewanden de Buitenring op nog geen paar meter van hun voordeur hebben. Nog los van het kerkhof met daarin graven die minder dan 10 jaar oud zijn. Later op de dag krijg ik sterk de indruk dat de inwoners van Vaesrade vooral bezorgd zijn dat zij door de Buitenring geïsoleerd komen te liggen. Misschien dat een extra ontsluiting voor Vaesrade op de Buitenring (een deel van) het probleem hier kan oplossen?

Ik merk dat de bewoners op dit moment vooral hopen en verwachten dat de buitenring er helemaal niet komt. Het rapport van de MER-commissie is daar toch een duidelijk teken voor? Nee. Het is niet heel gebruikelijk, maar bij grote en complexe projecten kan het inderdaad voorkomen dat de commissie stelt dat het ingediende rapport niet helemaal compleet is en dat aanvullende informatie moet worden nagereikt. Is die informatie er, dan toetst de MER-commissie alleen of de provincie daarmee voldoende geïnformeerd is om een afgewogen beslissing over de buitenring te nemen. Ze geeft geen oordeel over de wenselijkheid van de weg zelf. Daarvoor moeten de bewoners bij de Raad van State zijn.

In de buurt van de Allee kijken we uit over het stuk weiland dat al eerder was aangewezen als traject voor een buitenring. “Maar niet een buitenring van dit formaat!”, wordt gezegd. De bewoners wijzen richting het Chinees restaurant, waar de weg dwars doorheen moet gaan lopen. “Kijk eens naar het niveauverschil. De weg kan het eerste deel misschien nog wel verdiept worden aangelegd” (aangepast plan van de provincie, naar ik heb begrepen; RP) maar daar achter moet hij toch vele meters omhoog. Zeker wel zes tot tien meter”. Wat een monster, denk ik.
In het Amstenraderveld zit de bus even vast, want de wegen zijn smal. Het platform Amstenraderveld wil ons laten zien waar de weg nu gepland is: midden in het veld en pal in het zicht van de – overigens nieuwe – huizen. “Als die weg daar komt dan gaat een belangrijk stukje van ons Limburgs landschap verloren, en daar komen de toeristen toch juist voor? Nu ga je met de buitenring toeristen hierheen halen die vervolgens niet meer rustig van onze weidse vergezichten kunnen genieten. Dat kan toch niet?!” Het uitzicht is nu inderdaad mooi, dat moet gezegd zijn. Als ik nog eens om mij heenkijk naar de huizen valt mij nog eens de nieuwheid van het Amstenraderveld op. Al zeg ik het op dat moment niet hardop, heb ik toch sterk de indruk dat de mensen hier vooraf hebben moeten weten dat er meteen achter hen een grotere weg gepland stond. Maar anderzijds is het de moeite waard om nog eens kritisch te kijken naar de geplande route. Zou de weg hier misschien iets verschoven kunnen worden, zodat hij uit de zichtlijn verdwijnt? Wat betekent dat voor de boogstraal van de weg en wie zou er juist dan meer last van kunnen krijgen?

We stoppen ook kort in Brunssum-Noord en lopen een tuin in aan de Montgomerylaan. Daar kijken we wederom over een veld waar het voorkeurstracé gepland is. Aan de andere kant van het veld liggen de huizen van de Titus Brandsmalaan. Aan weerszijde is men er niet gerust op. Ook hier komt de weg, als het aan de provincie ligt, verdiept te liggen. De bewoners zien echter ook dat niet zitten omdat ze vrezen dat door de wegbreedte het talud wel heel dicht op hun tuinen komt te liggen. “Ik geloof er niets van dat we de weg niet zullen zien. Het geluid ervan krijgen we in ieder geval wel!” Op dat moment komt er net een Awacs-toestel overvliegen.
We rijden door naar het Merkelbeekdal. Ook daar vliegt net weer een Awacs-toestel over. “En dat hebben we ook nog”, merkt iemand kritisch op. De huizen in het dal van de Merkelbeek, merkt iemand op. Bij zware regelval verzamelt het water zich net bij die huizen “…en het huidige waterafvoernet kan het niet of nauwelijks bijhouden. “Als er nu ook nog een vierbaansweg langs loopt, dan komt het water nog sneller naar het laagste punt en kan de afvoer het helemaal niet meer aan”. Met een breed gebaar wordt nog eens naar het landschap aan de merkelbeek gewezen. “Dat gaat allemaal kapot als die weg er komt. Dat kan toch niet?!” Ook dit is een punt om nog eens opnieuw naar te kijken. We rijden een stukje verder als de volgende Awacs alweer overvliegt. Ik kijk hem vanuit een veldweg na en zie dat de Awacs niet landt, maar een ‘touch&go’ maakt. Met veel vlieggeweld en een enorme uitlaatpluim trekt het vliegtuig weer op en vervolgt zijn weg.

We dreigen inmiddels een beetje achter te lopen op de planning. Om 18.00 uur willen we namelijk in de Brikke Oave zijn om daar verder te discussiëren. We besluiten dan ook om door te rijden tot in Kerkrade. We slaan daarbij de zogeheten ‘tunnelwegvariant’ (Tunnelweg-Rukkerweg tot aan de Binnenring) over. In de Brikke Oave zullen we er nog verder over praten. Bovendien heb ik zelf vragen gesteld aan de gedeputeerde over de mogelijkheid van een ‘gesplitste variant’ over de Tunnelweg en de verlengde Dentgenbachweg (ieder 2x1-baans). Als we langs de Brunssummerheide over de N299 rijden merk ik op dat ik van de provincie de verzekering heb gekregen dat de Buitenring over het bestaande wegdek zou worden aangelegd. Alleen de smalle strook bomen tussen de huidige weg en de naastgelegen ventweg zou moeten wijken. “Maar wat zijn de gevolgen voor de verkeersdrukte door dit gebied?”, wordt opgemerkt. De Brunssumerheide als geheel moet wat mij betreft zijn functie als rustgebied behouden.

In Kerkrade bestaat veel kritiek op de Buitenring. Echter, zoals wethouder Hans Bosch later opmerkt: “We zijn niet tegen EEN buitenring, maar we zijn tegen DEZE buitenring”. En daarmee bedoelt hij dus het voorkeurstracé. Een van de kritiekpunten betreft het voornemen om de Roderlandbaan – die nu een belangrijke verkeersader is – geen aansluiting te geven op de Buitenring. De provincie is namelijk bang dat weggebruikers vanaf de Buitenring de Roderlandbaan blijven gebruiken in plaats van de rest van het voorkeurstracé. “Belachelijk”, wordt er opgemerkt. “Nu sluit je een hele wijk af.” Ik moet zeggen dat ik- na verdere uitleg –de logica van de afsluiting ook niet zie. De Roderlandbaan moet op de een of andere manier toegang blijven bieden tot de rest van de stad en dat kan alleen als er ook een verbinding is met het voorkeurstracé. In een later gesprek op de provincie krijg ik de indruk dat ook de provincie nog nadenkt over een aansluiting, maar dan wel zo dat de Roderlandbaan toch niet als een sluiproute kan gaan fungeren. We zullen zien. Als we in Kerkrade aankomen over de N299 wordt ook dudielijk dat hier een probleem ligt. Wie vanuit de zuidkant komt, kan straks de Buitenring helemaal niet op. Da’s niet logisch.
Naast het niet doorgaan van het Tunnelweg-alternatief is het kernbezwaar van de gemeente Kerkrade tegen het voorkeurstracé de doorgetrokken Dentgenbachweg. Maar voordat we bij de Dentgenbachweg aankomen, kruisen we de Hopel. De huizen die hier liggen, lopen het risico om door de Buitenring helemaal geïsoleerd te raken. Hier is in ieder geval geen enkele voorziening in het voorkeurstracé gepland. Dit kun je volgens mij niet maken.
De Dentgenbachweg loopt parallel aan het Anstelerbeekdal. Het is een mooi gezicht, daar links naast ons. De zorg bestaat dat de weg meer het dal ‘in wordt gelegd’. Tijdens de eerdere rondrit met de provincie is dit ook gevraagd en volgens de provincie is men inmiddels zover dat de weg niet verder het dal inschuift, maar bij het fietspad ophoudt. De benodigde ruimte voor een 2x2-baans weg zou worden gevonden aan de andere kant van de weg, bij de bedrijven. Mogelijk zou zelfs de bestaande ventweg naar de achterkant van de bedrijven kunnen verhuizen om zodoende veel ruimte over te houden voor zowel de nieuwe weg als het bijbehorende fietspad.

De bus gaat stopt even in Kaalheide. Daar wordt ons door een van de bewoners uitgebreid verteld welke schade het voorkeurstracé zou aanbrengen aan de Vloedgraaf, een gebied met hoge landschappelijke waarde. Ik zie wat hij bedoelt. Hier loopt de Hamweg, een weggetje met een lange bomengallerij vlak naast het Miljoenenlijntje. De bomen langs de Hamweg zouden in het voorkeurstracé gedeeltelijk of helemaal verdwijnen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de bewoners in hun zienswijze hebben gevraagd om de weg op zijn minst te verplaatsen, al vinden ze ook dat een aantasting van het groene gebied ernaast. We rijden verder. We gaan niet door tot aan Avantis, maar rijden door naar de stadsautobaan richting Nuth. Voordat we echter zover zijn, staan we nog even stil bij het rijtje huizen aan de Hamstraat. Als de Buitenring hier over de Hamstraat komt, dan zijn deze huizen helemaal van de rest van Kerkrade afgesneden. Dat lijkt niemand een wenselijke situatie. Of hier een viaduct of iets dergelijks zou helpen om die verbinding met de stad te behouden, wordt alom betwijfeld. Ik denk het ook niet.

In de Brikke Oave gaat de discussie – bij tijd en wijle behoorlijk heftig – verder. Het is duidelijk dat de bewonersgroepen inzetten op een stopzetting van de Buitenring. Daarvoor gaan ze ook naar de Raad van State. Ik geef – aangevuld met opmerkingen van collega’s uit de zaal – een korte toelichting op de politieke verhoudingen in Provinciale Staten. Onze fractievoorzitter Peter van Dijk bevestigt dat er binnen de Staten – ook bij de PvdA – eensgezindheid bestaat over de komst van de Buitenring als middel om de economie en de mobiliteit in de Parkstad voor lange duur te versterken. Het gekozen voorkeurstracé is echter nog niet heel lang bekend en wat ons betreft is het zaak om vooral te onderzoeken waar de pijnpunten voor bewoners langs dit traject liggen. Als we goede alternatieven en oplossingen krijgen vanuit de bevolking, kunnen we kijken of we een meerderheid kunnen vinden om op specifieke punten maatwerk te leveren. Ik benadruk dit nog een keer in de zaal: geef ons informatie waarmee we kunnen werken en kunnen onderzoeken of er langs het geplande traject aanpassingen mogelijk zijn.

Ik sluit de discussie af door te zeggen dat de PvdA-Statenfractie voorafgaand aan haar besluit in Provinciale Staten eerst terugkomt naar de Brikke Oave om daar niet alleen haar definitieve standpunt bekend te maken, maar vooral ook de redenen en de argumenten waarom. Ik ben er zeker van dat we niet iedereen tevreden zullen stellen (zeker niet de mensen die de Buitenring in zijn geheel afwijzen), maar tussen de 19e september en de verwachte besluitvorming in december/januari is er tijd genoeg voor iedereen om mij verbeteringspunten ten opzichte van het voorkeurstracé toe te sturen. Ik neem alles mee in het onderzoek en de verdere gesprekken met de provincie.

donderdag 25 september 2008

Commissie Economisch Domein (19-9): de bedrijventerreinen

Vorige week haalde ik tot mijn verbazing het L1 Nieuws nadat ik tijdens de vergadering Economisch Domein ervoor had gepleit dat de provincie allereerst moet kijken of zij de revitalisering van verouderde bedrijventerreinen zelf kan betalen of dat we daarvoor meteen moeten aankloppen bij het Rijk. Aanleiding was een rapport over de staat van de bedrijventerreinen in Limburg. Daarin wordt vermeld dat 27% van de terreinen verouderd zijn en gerevitaliseerd moeten worden. Dat is nogal wat. Bij het doorlezen van het rapport valt mij allereerst op dat nergens staat wat de criteria zijn om te beoordelen wat wel of niet verouderd is. Het is dan nogal makkelijk praten over ‘veroudering’. Voor je het weet gooien we er tientallen miljoenen tegenaan om van een bruikbaar bedrijventerrein een klasse-A terrein te maken, waar vervolgens nauwelijks iemand gebruik van maakt omdat door de vernieuwing de grondprijs onbetaalbaar is geworden. In het rapport wordt ook nergens gedifferentieerd: er is blijkbaar 1 blauwdruk van een verouderd bedrijventerrein en 1 blauwdruk van een bedrijventerrein zoals dat anno 2008 behoort te zijn. Ik vroeg in de commissie dan ook of er niet ook bedrijventerreinen zijn die met weinig of geen aanpassing toch goed bruikbaar zijn voor bedrijven die minder hoge eisen aan hun terrein stellen of die bepaalde voorzieningen helemaal niet nodig hebben. Dat kan dan nog steeds betekenen dat sommige bedrijven misschien verplaatst kunnen/moeten worden. Je krijgt dan echter wel bedrijventerreinen die precies op de behoeften van de gebruikers zijn toegesneden.
De gedeputeerde gaf aan dat er beslist ergens een definitie is van een verouderd bedrijventerrein, maar dat hij die even niet bij de hand had. Kort daarop spitste de discussie zich toe op wie de kosten voor de vernieuwing moet betalen. De VVD stelde ook een zinnige vraag: “Beste gedeputeerde, hoe gaat u die vernieuwing betalen?” Ik was benieuwd naar het antwoord. Ik zie het namelijk niet zitten dat we gewoon maar ons handje ophouden in Den Haag. In de eerste plaats omdat de gelddiscussie vaak de inhoudelijke discussie – wat willen we precies, waarom willen we dat, waar willen we dat en wat is daarvoor nodig – naar de achtergrond verdringt. Zo onder het motto: “Want als we toch geld krijgen dan kunnen we ook wel….” Weg differentiatie, weg klantgerichtheid (oftewel: we luisteren weer niet naar de bedrijven met minder geld of minder behoefte aan volledig parkmanagement of een gecentraliseerde afvalverwerking etc). In de tweede plaats: onze provincie is niet arm. Sommige andere provincies zouden ons waarschijnlijk zelfs behoorlijk rijk noemen. Enkele maanden geleden hadden we nog brede overeenstemming in de Staten dat we ons minder zielig en lijdelijk zouden moeten opstellen richting Den Haag. Zelf de broek ophouden dus. Dat vond toen ook de VVD. Met de bedrijventerreindiscussie hebben we nu zo'n moment en wat zie en hoor ik van zowel de VVD als ook het CDA: “Wat gaat het Rijk betalen?” Ik vind het goed als kritisch wordt gezocht naar financiële middelen, maar tot nu zijn we nog nauwelijks begonnen om in onze eigen beurs naar het benodigde geld te zoeken.

donderdag 18 september 2008

Buitenring 5 - rondrit en bijeenkomst in Brunssum

In mijn vorige artikel heb ik gemeld dat de PvdA-Statenfractie op vrijdag 19 september de middag en avond wil gebruiken om samen met de bewoners langs de geplande Buitenring te praten over de voors- en tegens, de knelpunten en de wensen.
We beginnen met een busrit over het hele voorkeurstracé. Aan deze busrit nemen alleen vertegenwoordigers van de verschillende bewonersplatforms deel die zich gemeld hebben bij de voorzitter van het bewonersplatform Vaesrade (Marcel Offermans) of die zich rechtstreeks gemeld hebben bij het PvdA-secretariaat (Marice van Loo; email: vanloo.j@kpnplanet.nl). Het is de bedoeling dat er maximaal 2-3 vertegenwoordigers per bewonersplatform meegaan. Zij kunnen onderweg vertellen waar de knelpunten in hun wijk of gemeente liggen. Op 5 plaatsen zal worden gestopt om de situatie in meer detail te bekijken.
Ook nemen een aantal natuurverenigingen deel (IVN, Milieufederatie etc) en 13 lokale PvdA politici. Dit zijn zowel wethouders als ook Raadsleden uit de verschillende Parkstadgemeenten.
Vertrek: 14.00 uur vanaf het station in Nuth. Auto's kunnen geparkeerd worden in de omliggende straten. De busrit duurt tot circa 17.45 uur (terug in Nuth).

Aansluitend gaan we naar de Brikke Oave in Brunssum. Vanaf 18.00 uur is daar iedereen (dus alle geïnteresseerde bewoners uit de Parkstadgemeenten!) welkom om met de Statenleden en met de aanwezige lokale PvdA-politici te praten over de Buitenring. De avond volgt geen vastgestelde agenda, maar is een informele bijeenkomst waar iedereen met elkaar kan praten. De politici zijn er niet om u uit te leggen wat er gaat gebeuren. Integendeel: dit is uw kans om duidelijk te maken wat uw mening over de Buitenring is!
Waar mogelijk zou het goed zijn om kaarten, foto's etc mee te brengen om de situatie ter plaatse te verduidelijken.
Voor koffie en een broodje wordt gezorgd. De bijeenkomst is om 19.30 uur afgelopen.

zondag 14 september 2008

Reanimatie estafette in Sittard

Afgelopen vrijdag was de derde grote reanimatie estafette op het Da Capo College in Sittard. Ik had - net als een aantal andere lokale en provinciale politici uit Zuid-Limburg - een uitnodiging gekregen om samen met een groepje leerlingen van het Da Capo en enkele studenten van de Universiteit Maastricht hieraan mee te doen. De estafette werd gesteund door het Maastricht UMC+, Maaslandziekenhuis Sittard, Rode Kruis Sittard e.o., Health Foundation Limburg en de Stichting Kloppend Hart voor Limburg.
Nu heb ik zelf al diverse cursussen BHV en Eerste Hulp gedaan, maar de geldigheid daarvan is wel al verlopen. Inmiddels ben ik wel al vier keer in een situatie (niet reanimatie, overigens) geweest waar mijn eerste hulp training echt van pas kwam. De estafette was een mooie gelegenheid om weer even te oefenen, al is de kans dat ik ooit iemand moet reanimeren - statistisch gezien - gelukkig klein.
Maar toch: 80% van alle hartstilstanden gebeurt thuis. Thuis heb je niet zomaar een AED (automatische externe defibillator) bij de hand. En juist hulp tijdens de eerste paar minuten zijn cruciaal voor de overlevingskansen van iemand die een hartstilstand krijgt. Wie denkt te kunnen wachten op de ambulance of de politie verspeelt kostbare tijd, want de hulpdiensten doen er tenminste 7 minuten over voordat ze ter plekke kunnen zijn. En vaak duurt het nog een paar minuten langer. Het enige dat dan helpt, is manuele reanimatie: 30x duwen en 2x beademen. In veel flats zijn tegenwoordig ook AED's geplaatst, maar als die op de begane grond hangen terwijl er iemand op de 7e verdieping een hartstilstand heeft, dan duurt het halen van de AED eigenlijk te lang. Niet wachten, maar zelf beginnen met reanimeren is het advies.

Als ik om 9 uur 's ochtends bij de gymzaal van het Da Capo aankom, is deze helemaal vol. Overal liggen reanimatie-poppen waar groepjes mensen druk doende zijn: 30x duwen, 2x beademen. De luide muziek werkt wat verwarrend: sommige mensen duwen op de ribbenkast in de maat van de muziek, maar dat blijkt toch wat te snel.
Ik wordt ook ingedeeld in een groepje dat geleid wordt door 2 studenten van de UM: Maud en Lina. Maud is 4e-jaars studente geneeskunde en Lina 6e-jaars. Ze vertellen mij dat ze voortdurend reanimatiecursussen geven in Limburg. "Soms 2x per week", aldus Maud. En niet zomaar voor even: Maud geeft al een jaar cursussen en Lina nog langer. Ze zijn dan ook beiden lid van de Taskforce QRS (Qualitative Resuscitation by Students). Dat is een werkgroep van studentinstructeurs, die zich inzet om reanimatieonderwijs op de middelbare school en op universiteiten te bevorderen. Ze krijgen er geen geld voor, alleen een soort onkostenvergoeding. Prima, dit soort vrijwilligerswerk door studenten. Chapeau!
Na een uur ombeurten te hebben gereanimeerd, heb ik een uurtje pauze en neem de gelegenheid om wat met de leerlingen te praten. De meesten vinden dit verzetje wel leuk. Sommigen zien er ook echt het nut van in, al zie ik weinig echt enthousiaste gezichten. Zal wel bij de leeftijd horen, denk ik. Volgens mij had ik op die leeftijd ook moeite om mij ergens echt druk over te maken...
Ondertussen zijn ook andere politici, zowel lokaal als provinciaal, druk bezig met reanimeren. Als er bij ons in de provincie ooit iets gebeurt, zal de ongelukkige niet weten wat hem/haar overkomt als er van alle kanten Statenleden komen toesnellen, denk ik. Maar dat is dus ook juist te bedoeling van de estafette: hoe meer mensen kunnen reanimeren, hoe groter de kans dat als er ergens iets gebeurt er ook iemand is die kan reageren. Als de voetballers van Fortuna en MVV arriveren voor een korte reanimatiesessie, wordt het pas echt heel druk in de zaal.
Een uurtje later begin ik aan de tweede ronde van een uur. Toch wel vermoeiend om iedere 6 minuten voor 2 minuten te moeten duwen en beademen. Gelukkig zou het in een werkelijke situatie nooit zo lang duren voordat de hulpdiensten arriveren. Een zeer geslaagde estafette, wat mij betreft. Mijn dank aan Maud en Lina! Hopelijk krijg ik volgend jaar weer een uitnodiging.

dinsdag 9 september 2008

Buitenring-4

Als ik afgelopen vrijdag gemeenschapshuis de Brikke Oave in Brunssum binnenloop, ben ik benieuwd wat mij te wachten staat. Het bewonersplatform van Vaesrade heeft eerder een oproep gedaan aan alle bewonersgroepen langs de geplande Buitenring om naar de Brikke Oave te komen en de handen ineen te slaan tegen de komst van de Buitenring.
Twee dagen ervoor heb ik contact met de initiatiefnemer Marcel Offermans. Hij is eerst sceptisch, maar gaat later toch in op mijn verzoek om tijdens de bijeenkomst de verzamelde bewonersgroepen toe te mogen spreken. Mijn bedoeling is om op 19 september samen met vertegenwoordigers van de bewonersplatforms het voorkeurstracé per bus nog eens helemaal langs te lopen zodat zij mij ter plaatse kunnen vertellen wat er aan de Buitenring niet deugt. Als PvdA-fractie hebben we de afspraak dat we ieder probleem van zoveel mogelijk kanten willen zien/horen, voordat we een standpunt en besluit nemen. De week ervoor was ik met de provincie-bus onderweg en heb ik de kant van de ambtelijke projectgroep gehoord. Nu moet ook de andere zijde ruim de kans hebben om de PvdA-Statenfractie te vertellen wat zij van de Buitenring vindt.

Voordat de vergadering begint weet ik dat ik beslist de vraag krijg of ik voor of tegen de Buitenring ben. De mensen in de zaal willen weten of ik "voor of tegen hen" ben. Ik betwijfel of ze tevreden zullen zijn met mijn antwoord dat ik op dit moment alleen probeer zoveel mogelijk informatie en standpunten in te zamelen om pas daarna met een eigen mening te komen. Maar als ik nu al een mening zou geven, zouden verdere gesprekken met voor- of tegenstanders helemaal geen zin meer hebben. Even los van het feit dat ik op de vergadering kom namens mijn fractie en niet namens mijzelf.

Als ik het woord krijg en de bewoners wil uitnodigen voor de busreis en de aansluitende gespreksronde op de 19e, krijg ik een hele reeks vragen op mij afgevuurd. Begrijpelijk. Ik had mij daarop ook voorbereid, want als voorzitter van een groot bewonersplatform in Geleen zit ik vaak aan de andere kant van de tafel en neem van daaruit ook de 'tegenpartij' onder vuur.
Het is duidelijk dat de meesten denken dat de Buitenring er gewoon komt. Niet alleen dat: ze hebben gehoord dat ook het exacte traject van de Buitenring al onherroepelijk vaststaat en dat ze het maar te accepteren hebben. Ik probeer uit te leggen dat het voorkeurstracé niets meer of minder is dan een voorstel van 'de provinciale bestuurders' (in casu: gedeputeerde Ger Driessen) aan het Limburgs Parlement. Er is nog niets definitief beslist, zeker niet de exacte route!
Ook zien veel mensen mij als een vertegenwoordiger van 'de bestuurder'. Met andere woorden: kom je ons alleen nog een keer vertellen dat we de Buitenring te slikken hebben?? Nee dus! Ik probeer kort uit te leggen dat het Limburgs Parlement pas iets mag zeggen/vinden als er vanuit 'de bestuurders' een voorstel is voorgelegd, maar dat is op dat moment duidelijk iets teveel nuance. Er is veel emotie in de zaal. Het gaat tenslotte om hun huis, hun buurt, hun wijk.

Een aantal mensen vraagt zich af waarom ik überhaupt met mijn verzoek kom. Immers; alle tegenargumenten staan toch in de ingediende 360 zienswijzen? Klopt. Alleen zijn die zienswijzen nu onderdeel van een formeel juridisch proces en wordt iedere zienswijze individueel getoetst. Juist omdat dit een juridische toetsing is, wil ik daar als politicus juist buiten blijven. Bovendien is iedere zienswijze - uiteraard - ingediend door een individu met een specifiek belang. Als provinciaal politicus vind ik het niet kies om in deze zaak te kijken naar individuele belangen, maar wel naar belangen van groepen. Ik vraag de bewonersgroepen dan ook om mij en mijn collega's op 19 september uit te leggen hoe zij de zaken zien.

De uitnodiging:
Op 19 september komt de PvdA-Statenfractie met een bus naar Nuth (tijdstip volgt nog op dit weblog). We hopen dat zich vooraf een groot aantal bewonersplatforms bij Marcel Offermans melden om mee te gaan. Twee vertegenwoordigers per bewonersplatform kunnen mee in de bus. Verder vragen we ook lokale PvdA-raadsleden en wethouders om mee te reizen. Niet om veel te praten, maar vooral om goed te luisteren. Ieder bewonersplatform kan ons tijdens de reis door hun stad of wijk vertellen waar zij knelpunten ziet als de Buitenring volgens het voorkeurstracé zou worden aangelegd. Op maximaal 2 plaatsen per Parkstadgemeente zullen we ook stoppen om extra uitleg ter plaatse te krijgen. De plaatsen waar gestopt moet worden, bepalen de bewonersplatforms zelf.
Na afloop van de busreis zullen we door rijden naar de Brikke Oave in Brunssum. Daar kan dan iedereen die langs het voorkeurstrace woont verder met ons praten. Foto's, tekeningen en ander materiaal om ons nog duidelijker te laten zien wat de gevolgen van de Buitenring zouden kunnen zijn, zijn zeer welkom.

maandag 8 september 2008

Buitenring-3

Vrijdag 29 augustus maakte de hele Statencommissie Fysiek Domein per bus een rondrit over het voorkeurstracé van de Buitenring. Ik had zelf in juni al alle varianten van het tracé ter plaatse bekeken, maar ik vond het een goed idee om nu op mijn gemak - met kaarten en ander schriftelijk materiaal bij de hand - de voorkeurroute van gedeputeerde Driessen en zijn projectteam te bekijken.

Het mag voor velen bekend zijn, maar ik zeg het hier toch nog maar een keer voor alle duidelijkheid: het voorkeurstracé is niets meer en niets minder dan een uitgewerkt voorstel (!) van het College van Gedeputeerde Staten (wat veel mensen noemen: de bestuurders) aan Provinciale Staten (wat we ook wel het Limburgs Parlement noemen). Het is uiteindelijk het Limburgs Parlement dat eind dit jaar beslist over de aanleg en het precieze traject van de Buitenring en niet de Bestuurders. Het Limburgs Parlement zijn de 47 gekozen politici van de verschillende politieke partijen. Namens de PvdA ben ik op dit onderwerp de woordvoerder, maar het mag duidelijk zijn dat ik het standpunt uitspreek dat we tegen die tijd als fractie gezamenlijk hebben bepaald.

Terug naar de rondrit: het is half twee 's middags en we zijn nog maar nauwelijks van station Nuth vertrokken, of we staan ter hoogte van de Naanhof in een lange file. Rond deze tijd zou je nauwelijks een file verwachten, maar hij is er wel degelijk. Later blijkt dat we - zonder ook maar ergens uit te stappen voor een nadere blik - over de hele afstand van 27 kilometer bijna 2 uur doen. Het lijkt er na een half uurtje rijden op alsof die eerste paar kilometers al het bewijs vormen van de noodzaak van een Buitenring. Een paar Statenleden maken die opmerking ook. Ook verderop is het prijs, als we over een overvolle Patersweg langs het Carbooncollege rijden, waar net de een grote groep leerlingen op de fiets klimt. Het is een drukte van belang. Als iemand die in Geleen nogal vaak te maken heeft met overschrijding van de maximaal toegestane fijnstof in de binnenstad, vraag ik mij af hoe de bewoners in Maria Gewanden en Brunssum over deze gezondheidsproblematiek denken. Is hier ook een overschrijding? Moet ik toch even navragen.
Ik ga hier nu niet verder de hele reis beschrijven, maar het is duidelijk uit de reactie dat voor enkele mensen in de bus met deze reis de toon voor de verdere discussie is gezet.
Ter hoogte van de Brunssumerheide wordt de vraag gesteld hoever een Buitenring in dit beschermde Natura2000 gebied zou snijden. Het antwoord van de meegereisde ambtenaren is dat de Buitenring primair over de bestaande weg zou lopen. Alleen een smalle strook bomen die tussen de bestaande weg en de direct naastgelegen ventweg zou gekapt moeten worden. Zo wordt gezegd.
Ondertussen wordt ook bevestigd dat er meer dan 300 zienswijzen van individuele personen, gemeenten en organisaties zijn ingediend. Op het provinciehuis is men nu bezig die zienswijzen te toetsen. De ambtenaar geeft aan dat er - los van de juridische toetsing - in ieder geval ideeën en suggesties bij zitten die de provincie nader wil onderzoeken. Als er een beter alternatief is, dan leggen we dat niet zomaar aan de kant, zo wordt mij verzekerd.
De Tunnelstraat in Kerkrade rijden we 2x op en neer. Ook hier hetzelfde beeld: het is er een drukte van jewelste. Ik maak een notitie om zelf op andere momenten van de dag/week nog eens zelf op pad te gaan, alleen om zeker te zijn dat de drukte niet een eenmalige en toevallige gebeurtenis is. De gemeente Kerkrade zou liever zien dat de Buitenring hier afbuigt richting de Binnenring in plaats van over te gaan in een verlenging van de Dentgenbachweg richting Avantis. De weg zou in een tunnel moeten komen, om de mensen op de Tunnelstraat niet met nog meer herrie en uitstoot op te zadelen. gevraagd naar de kosten stelt de ambtenaar dat berekeingen uitgaan van 60 miljoen euro voor de nog geen twee kilometer lange tunnel. De hele Buitenring is becijferd op 195 miljoen. Die verhouding lijkt zelfs mij wat gortig.
Als ik een paar dagen later tijdens het Cultura Nova-festival de Heerlense wethouder Offermans spreek, krijg ik te horen dat de gemeente Heerlen absoluut tegen de aansluiting van de Buitenring op de Binnenring van Heerlen ter hoogte van de Tunnelstraat is. Volgens verkeersberekeningen zouden Buitenringgebruikers massaal de aansluiting nemen om via de Binnering naar de A76 te komen. Daarmee zit de Binnenring meteen helemaal op slot, stelt Offermans. Nee, de Buitenring moet echt buiten om lopen, vindt hij.

Het is iets na vier uur als we terug zijn in Nuth.

Naschrift (10-9-08): in de eerste gepubliceerde versie van dit specifieke artikel stonden enkele verkeerde namen (o.a. werd het Broeklandcollege genoemd, terwijl dit het Carbooncollege had moeten zijn) en straten. De heer Wevers heeft mij hier terecht op gewezen. In het bovenstaande stuk staan deze nu gecorrigeerd (de inhoud van hetgeen beschreven is, is uiteraard wel correct). Los hiervan wil ik alleen nog toevoegen dat een artikel als Buitenring-3 bedoeld is als weergave van mijn subjectieve impressies van dat moment. Ik probeer daarmee duidelijk aan te geven hoe zaken (zie bv. de busrit of de vergadering van de bewonersplatforms) op mij overgekomen zijn. Daarnaast zal ik de komende tijd ook concrete vragen/issues/standpunten in mijn artikelen plaatsen.

Buitenring - 2

Eind mei verscheen de Milieu Effect rapportage (MER) en het voorkeurstracé voor de Buitenring. Kort daarop presenteerde de Milieufederatie haar rapport over het voorkeurstracé. Het is zeer kritisch: het rapport - opgesteld door een bekend extern adviesbureau - stelt dat veel van de uitgangspunten voor het voorkeurstracé niet kloppen of in ieder geval niet meer van deze tijd zijn. De conclusie is dat slechts op twee plaatsen sprake is van een beperkt knelpunt in de verkeersafwikkeling. Zowel deze als overige stremmingen in het verkeer zouden met normale verkeerskundige maatregelen op de bestaande wegen kunnen worden opgelost.
In kort: de Buitenring is niet nodig, het vermindert de druk op het bestaande verkeersnet in de Parkstad niet en de afwikkeling van het verkeer vanaf het noorden (via de A76) richting Kerkrade en Herzogenrath is er ook niet echt mee geholpen. Ik moet zeggen dat de conclusies stevig zijn en dat ook de toelichting die we als fractie van de Milieufederatie kregen, hout sneed.
Omdat ik - als oud-journalist - altijd werk volgens de methode hoor-wederhoor, ga ik het ambtelijk projectbureau van de provincie vragen om hun mening te geven op het rapport van de Milieufederatie. Info hierop volgt.

Buitenring - 1

De samenvatting van de onderwerpen die in juni in de Staten speelden, komt wat later dan gepland. Reden is dat inmiddels het politieke werk weer in volle hevigheid is begonnen. Dat geldt zeker ten aanzien van het onderwerp "Buitenring Parkstad", waarin ik namens de PvdA-fractie woordvoerder ben.

Inmiddels krijg ik veel vragen waarom ik nog niets geschreven heb over de bijeenkomst van afgelopen vrijdag in de Brikke Oave in Brunssum. In die bijeenkomst van de bewonersplatforms langs de geplande Buitenring en individuele bewoners (circa 100 mensen waren daarbij aanwezig, schat ik) heb ik de bewonersplatforms uitgenodigd om de PvdA-Statenfractie ter plaatse te informeren wat volgens hun mis is met het voorkeurstrace, zoals die nu door het College van Gedeputeerde Staten (d.w.z. gedeputeerde Ger Driessen) aan Provinciale Staten (de politieke partijen, waaronder de PvdA) ter besluitvorming is voorgesteld.

Aangezien ik ook gewoon een baan heb buiten de politiek, zal ik pas vanavond (maandagavond 8 september na 22.00 uur) een uitgebreid verslag en de opmerkingen die ik van de aanwezige bewoners heb gekregen, op dit weblog plaatsen.

Ik zal dan ook de mogelijkheid op het weblog openstellen om reacties op mijn stukken over de Buitenring te plaatsen. Mijn regel daarbij is wel dat ik alle eventuele ongenuanceerde scheldpartijen, beledigingen aan individuele mensen of de politiek, onmiddellijk zal verwijderen. Ik wil graag vooral argumenten (van tegenstanders, maar ook van voorstanders!) horen die mij - en mijn fractie - helpen om over twee maanden met een goed doordacht en afgewogen standpunt in Provinciale Staten te komen.

maandag 2 juni 2008

Statenvergadering (30 mei)

Een Statenvergadering van maar liefst 12 uur. Ik moet er even aan wennen; in mijn werk zijn vergaderingen al erg lang als ze langer duren dan een uur. Voornaamste punt was deze keer de Voorjaarsnota. Dit document komt jaarlijks terug en moet een beeld geven van wat de provincie - in casu de gedeputeerden - dat jaar verder van plan is en waar de prioriteiten liggen. Tegelijkertijd is dit voor de Statenleden het moment om de plannen van GS verder aan te scherpen of desnoods nog met eigen voorstellen te komen.

De oppositie had niet lang nodig om een oud en vertrouwd riedeltje te laten horen. Ze beklaagde zich erover dat Gedeputeerde Staten niet concreet genoeg zijn en dat op niet achter iedere projectbeschrijving op hoofdlijnen al concrete bedragen staan. Frank Wassenberg's van de Partij van de Dieren had zelfs een mooie beeldspraak bedacht: hij wees op de tekst in de Voorjaarsnota waar GS zichzelf beschreven als buitenboordmotor. Even ter verduidelijking: het motto van deze coalitie is: 'Minder subsidiëren en meer ondernemen'. Wassenberg stelde in de vergadering dat een buitenboordmotor alleen gas geeft en niet stuurt. "Een kapitein stuurt, maar u geeft alleen gas zonder te weten waar u naar toe gaat", zo Wassenberg. Drie keer stond ik - als watersportliefhebber - op het punt om Wassenberg te onderbreken en hem erop te wijzen dat die beeldspraak nergens op slaat. Een buitenboordmotor heeft juist beide functies: sturen en gas geven. En dat is nou precies wat we aan het doen zijn. In tegenstelling tot voorgaande jaren proberen we als provincie niet van bovenaf alle sociale, economische, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen te bepalen, maar juist het contact op te zoeken. Daarom hebben we veel overleg met de gemeentes die hun wensen in zogeheten regioagenda's kunnen vastleggen. Samen met hen worden die prioriteiten uitgevoerd, waarbij de uitvoering dus ook vooral op lokaal niveau plaatsvindt. Probeer die andere aanpak maar eens aan een oppositie (m.n. VVD) uit te leggen die vastgeroest lijkt te zijn in een verouderde dirigistische (ik beloof dit woord vanaf nu niet meer te gebruiken;) manier van politiek bedrijven. Het komt de fractieleidster van de VVD te staan op een lachsalvo, als een SP-woordvoerder aangeeft dat hij het zelf niet beter had kunnen zeggen. "U bent haast linkser dan wij". Uiteindelijk heb ik mijn interventie maar gelaten, want anders ging het helemaal niet meer over de inhoud.
Een groot deel van de discussie was beschouwend van aard. Als PvdA hebben we een aantal van onze beloftes uit het verkiezingsprogramma herhaald en aangegeven dat we verwachten dat het College die ook uitvoert. Ik kon mij zeer goed vinden in een punt dat collega Heijmans naar voren bracht en dat is dat we in onze provincie moeten stoppen met het stimuleren van windenergie. Los ervan dat onze provincie zich daarvoor qua windsnelheden helemaal niet leent, is windenergie voor mij een onzinnige manier om milieuvriendelijke energie op te wekken. De productie van de windmolen kost meer energie dan deze tijdens zijn levenscyclus ooit zal opbrengen. Daarnaast levert een windmolen pas energie vanaf windkracht 4 en die hebben we helemaal niet vaak. Bij lagere snelheden draait de molen gewoon "in zijn vrij". Tenslotte zij nog vermeld dat een windmolen (los van de locatie) maar 30% van de tijd überhaupt energie opwekt. De rest van de tijd staat er teveel wind (boven windkracht 6 stoppen ze) of is de windmolen kapot. Waar praten we dan over??!!

Terug naar de voorjaarsnota:
Er werd weinig concreets ingebracht aan nieuwe ideeën. Na een opmerking van Ingrid Muijs van de VVD kwam ik wel nog op het idee om een langslepend conflictje uit de wereld te helpen. De Rodahal staat te springen om geld om snel te kunnen beginnen met de verbouwing. Dat moet snel, omdat anders volgend jaar het WMC niet in de Rodahal kan plaatsvinden. Politiek gezien is er eigenlijk geen probleem, want iedereen erkent de bovenregionale uitstraling van de Rodahal en het WMC. Alleen, politiek-administratief kon er nog geen geld van de provincie naar de Rodahal (max. 500.000 euro) omdat de overige onderwerpen op de Regioagenda van Parkstad nog niet waren geaccordeerd. Probleem voor de Rodahal dus. Na kort overleg met het CDA is toen een motie opgesteld waarin GS wordt opgedragen dit geld onmiddellijk te reserveren en dus beschikbaar te maken. De motie werd met algemene stemmen aanvaard. Probleempje opgelost. Waar een Voorjaarsnota al niet goed voor is.

Ik was zelf overigens maar een deel van de vergadering in de Statenzaal aanwezig. Als woordvoerder op het dossier Buitenring Parkstad had ik aan de betrokken provincie-ambtenaren gevraagd om ons een uitgebreide toelichting te geven op de stand van zaken omtrent de MER-procedure (de MER komt zeer binnenkort uit) en het voorkeurstrace van GS. Zonder in te gaan op de details bleek voor mij dat er zorgvuldig en afgewogen keuzes zijn gemaakt, met daarbij vooral toch de beperking van de overlast van mens en milieu als voornaamste instrument. Pas daarna het geld. Natuurlijk hoef je het niet ens te zijn met alle keuzes: daarvoor zijn de inspraakavonden die de komende weken op diverse plaatsen worden gehouden. Ik probeer daarbij ook aanwezig te zijn. Inmiddels stroomt mijn mailbox ook al vol met opmerkingen van mensen die voor of tegen een bepaald stukje van de trajectkeuze zijn. Wordt vervolgd.

donderdag 22 mei 2008

Blogs in mei en juni vertraagd

Mijn blogbijdragen lopen in de maanden mei en juni wat rommelig: dit zijn de drukste maanden van het jaar bij mijn bedrijf, waardoor ik weinig tijd heb om even uit te werken wat ik in de tussentijd nog aan politiek heb gedaan. Mijn excuses hiervoor.

Ik houd mijn aantekeningen wel bij en zal zo snel mogelijk alle onderwerpen alsnog plaatsen.

Ter info: in juli/augustus zijn er geen nieuwe blogs. Ik begin weer in september.

Met vriendelijke groet
Roy

dinsdag 22 april 2008

Vergadering Provinciale Staten (18 april)

Deze Statenvergadering was niet een van de makkelijkste en een testcase voor de samenwerking met het CDA. De dag stond bol van de - potentieel - politiek gevoelige dossiers:

  1. besluit sluitingsdatum ENCI
  2. besluit beperking kwetsbare gebieden (WAV)
  3. internationalisering


Ad 1.
De discussie over de sluitingsdatum van de mergelwinning in de ENCI is al jaren aan de gang. Zelf heeft het bedrijf lange tijd gezegd tot 2020 door te willen gaan. Dan zit er namelijk geen winbare mergel meer in de groeve. Na die datum zou eventueel de oven en/of het maalbedrijf nog een tijdje door kunnen met mergel die dan wordt aangevoerd vanuit België. De medewerkers van de ENCI zien zelf ook dat de winning ter plaatse eindig is. Ze wijzen erop dat de gemiddelde leeftijd van de mensen nu al dusdanig is, dat in 2020 vrijwel iedereen met (vervroegd) pensioen zou kunnen. Dat heeft duidelijk de voorkeur boven werkloos worden. Ook van directe bewoners rondom de groeve krijgen we te horen dat de mergelwinning voor hen geen probleem is.
Het verzet tegen sluiting in 2020 komt van een aantal actiegroepen uit Maastricht, deels gesteund door de lokale politiek. Zij willen liefst sluiting per 2010, het moment dat de huidige afgravingsvergunning door de provincie vernieuwd zou kunnen/moeten worden. Ze doen dit om een aantal milieubeschermingsredenen (behoud Observant, Westelijke Rand en grottenstelsel) en vermeende luchtvervuiling vanaf de ENCI die in de Maastrichtse vallei zou blijven hangen. Ik kan mij in deze argumenten gedeeltelijk vinden, al wil ik een paar kritische opmerkingen plaatsen:
de ENCI produceert cement primair voor de Nederlandse markt omdat we in Nederland cement nodig hebben voor het bouwen van m.n. huizen. Er is op dit moment geen alternatief voor cement en dit kun je met een plotselinge sluiting van de ENCI ook niet afdwingen. Daar is nog heel veel jaren onderzoek voor nodig en in de tussentijd ben je nog steeds aangewezen op cement.
"Dan haal je de cement toch van elders?" is meermaals geroepen (ook door de actiegroepen). Dat vind ik persoonlijk een zeer slecht argument. Enerzijds is het een typische NIMBY-argumentatie: "Ik wil het product wel, maar laat de vervuiling maar elders plaatsvinden". Ten tweede: ENCI staat al jaren bekend om de manier waarop ze vooruitstrevend te werk gaan ten aanzien van milieubesparende maatregelen in de productie. Wil je echt iets voor het milieu doen, dan heb ik liever een bedrijf dat actief werk maakt van innovatieve milieumaatregelen (en dat ik als overheid goed kan controleren), dan dat ik en paar honderd/duizend kilometer verder een bedrijf laat aanmodderen zonder dat ik er zicht op heb. Bovendien: als de ENCI dicht gaat, is de kans zeer groot dat midden in de Ardennen een flink stuk natuur moet wijken voor een nieuwe groeve. Dan tast je daar een stuk milieu aan terwijl je hier nog in een bestaande groeve mergel hebt zitten.
De milieuwaarden die door de actiegroepen zo sterk worden verdedigd, zijn deels zelf door de ENCI aangelegd: denk maar aan het zogeheten ENCI-bos en de Observant. Die gronden bestonden vroeger niet. ENCI heeft ze daar zelf neergelegd toen ze in de groeve begon, met het idee die gronden later weer te gebruiken om de originele groeve weer te bedekken. Met andere woorden: de Observant heeft geen eigen milieuwaarde, maar is een industrieel bijproduct dat nodig is om bij latere sluiting de groeve weer een functie te kunnen geven.
Tenslotte: er wordt veel geklaagd over de bijvoeging van afval in de ENCI-oven. Los van het feit dat de ENCI zich houdt aan de emissienormen die elders ook gelden en waar mensen toch gewoon wonen (denk maar aan het Chemelot-terrein en haar ligging t.o.v. Sittard-Geleen/Stein/Urmond/Elsloo), wil ik erop wijzen dat het afval uitsluitend afkomstig is uit Nederland zelf. Het is dus onze afval die daar wordt meegestookt. Van de ENCI heb ik vernomen, dat het gebruik van dit afval ook voor het milieu (uitstoot) beter is dan wanneer hiervoor andere grondstoffen zouden moeten worden gebruikt.
Nu hoef ik hier niet de pleitbezorger van de ENCI te spelen. Als PvdA hebben we in eerdere verkiezingsprogramma's ook aangegeven dat we voor een snelle sluiting zijn. De vraag in de Statenvergadering gisteren was welke afweging je uiteindelijk - met oog op zowel de werkgelegenheid also ook het milieu - moest maken. Het CDA heeft zich lange tijd op het standpunt gesteld dat de vergunning tot 2020 verlengd moet worden. Via vele gesprekken en de grote inzet van onze woordvoerster Weike Medendorp in dit dossier, zijn we gezamenlijk tot de datum van 2015 gekomen. Dit geeft iedereen de kans om op gestructureerde en verantwoorde wijze de afgravingen af te bouwen, alternatieve werkgelegenheid te organiseren en ook een herinrichtingsplan voor de groeve te ontwikkelen. De Observant, de Westrand en de grotten blijven in ieder geval gespaard.


Ad 2.
Net bekomen van de verhitte debatten in het Enci-dossier, gingen we verder met een ander heet hangijzer: de verruiming van de definitie van de kwetsbare gebieden. Waar gaat het om? Vorig jaar is er in de Tweede Kamer een wet aangenomen waardoor provincies zelf de natuurgebieden mogen aanwijzen die erg gevoelig zijn voor ammoniakuitstoot afkomstig van veehouderijen. Een aantal terreinen wordt rechtstreeks bij wet beschermd, maar voor de rest kan de provincie haar eigen afweging maken. Het voorstel van Gedeputeerde Staten kwam neer op een verlaging van 25.000 ha beschermd natuurgebied naar 15.000 ha.
Onze Gedeputeerden komen hiermee tot een heel andere conclusie over de invulling van die ruimte, dan de andere provincies (m.n. Noord-Brabant), waar juist een zeer terughoudende opstelling werd aangenomen. Voor ons als fractie was/is zeer de vraag geweest of verantwoordelijk gedeputeerde Driessen (CDA) bij zijn afwegingen wel de juiste onderzoeksmethoden heeft gebruikt en dus wel de juiste conclusies heeft getrokken. De gedeputeerde - en het CDA - willen in principe niet werken naar een meer gematigd compromis. Hun belang is natuurlijk duidelijk: door de verruiming van de definitie van kwetsbare gebieden, krijgt een aantal agrariërs extra ruimte voor het uitrijden van hun varkensmest. deze bedrijven kunnen dus verder groeien. Tijdens de commissievergaderingen ging het hard op hard. Naast het feit dat er op ons verzoek 1 gebied extra aan de lijst van kwetsbare gebieden werd toegevoegd, ging de gedeputeerde uiteindelijk een beetje door de bocht door toe te zeggen dat er een tussentijdse evaluatie zal plaatsvinden om de ammoniakgevoeligheid nabij specifieke bosgebieden te controleren.


Ad 3.
In een eerder stuk heb ik het al uitgebreid gehad over het onderwerp Internationalisering. Nu stond het dossier - waar we aanvankelijk veel kritiek op hadden wegens gebrek aan meetbare doelstellingen en een stevigere visie - op de besluitenlijst. Als fractiecommissie Economisch Domein hebben we het stuk en de aanpassingen die door gedeputeerde Vrehen zijn gemaakt, goed bestudeerd. Er is inderdaad grotendeels werk gemaakt van onze oorspronkelijke kritiekpunten. Er staan nu meetbare doelstellingen in en de link tussen wetenschappelijke kennisontwikkeling (structurele nauwe samenwerking met RWTH) en wetenschappelijk onderzoek (UM en Chemelot) is een stuk beter in beeld gebracht. Ook al leek het er eerst op dat dit dossier een botsing zou kunnen veroorzaken tussen ons en het CDA, konden we ons er nu allemaal goed in vinden.

donderdag 17 april 2008

Geen zetel in gemeenteraad

Ik heb vandaag mijn afstandsverklaring getekend voor de vrijgekomen gemeenteraadszetel in Sittard-Geleen. Die plek was vrijgekomen doordat Marieke Koenen haar werkverplichtingen niet langer met de gemeentepolitiek kon verbinden. Noel Duijkers zal nu haar plaats innemen.

Ik heb twee redenen om op dit moment niet in de Raad te gaan:
  1. Sittard-Geleen is de tweede stad van Limburg en een grote economische speler. Bij veel van die ontwikkelingen heeft de provincie een sturende of zelfs beslissende rol. Ik ben vanuit de PvdA de enige vertegenwoordiger uit onze stad in Provinciale Staten en denk dat ik hier meer waarde voor de stad kan toevoegen dan binnen de gemeenteraad.
  2. Op dit moment kan ik vanwege eigen werkverplichtingen geen twee politieke functies tegelijk erbij hebben. Los van het werk zou - denk ik - mijn gezin hier ook niet blij mee zijn. En uiteindelijk gaan zij altijd voor!

Ik wens Noel en de fractie veel succes met hun werk. Op een goede samenwerking!