dinsdag 23 december 2008

PS even in zwaar weer: subsidies voor maatschappelijke organisaties

Provinciale Staten zitten vandaag even in zwaar weer. Reden: afgelopen vrijdag zijn de subsidiebedragen gepubliceerd die erkende maatschappelijke organisaties (denk aan: ANBO, Jong Nederland, KBO en vele andere) voor het jaar 2009 zullen krijgen. Voor een aantal organisaties draaiden die uit op een flinke teleurstelling.

Er was de afgelopen maanden veel te doen omtrent die erkenningen. Voor het eerst sinds jaren zou een nieuwe systematiek worden gebruikt voor de toekenning van die erkenningen voor maximaal vier jaar. De systematiek was bedacht door gedeputeerde Odile Wolfs en kreeg afgelopen juni de brede goedkeuring van Provinciale Staten.
Tot dit jaar kregen enkele gevestigde organisaties ieder jaar een vaste subsidie voor het (overigens doorgaanse uitstekende) werk dat ze deden. Hoewel de organisaties vooral draaien op vrijwilligers, hebben de meeste ook een (gedeeltelijke) beroepskracht nodig en zijn er ook bijkomende kosten zoals huisvesting, activiteiten etc.
De keerzijde van de bestaande situatie was echter dat een groeiend aantal maatschappelijke organisaties het zonder provinciaal geld moest zien te doen. Los hiervan was er groeiende kritiek op het feit dat de basis voor toekenning van subsidies tamelijk onduidelijk was. De meeste organisaties werken/werkten zonder duidelijk jaarplan en vaak ook zonder objectief meetbare criteria en/of meetpunten. Nu is dat in deze sector ook niet makkelijk. Vandaag sprak ik met het Centrum voor Levensbeschouwelijk Jeugd- en Jongerenwerk, een organisatie die al vele jaren actief is. Ik begrijp het helemaal als zij zeggen dat het niet erg zinvol is om relevantie van de organisatie voornamelijk te meten aan het aantal jongeren waarmee de organisatie contact gehad heeft. Alleen de kwaliteit van dat contact zegt iets over de relevantie. Aan de andere kant is het ook zo dat die subsidies bestaan uit belastinggeld en ergens moeten toch ook nut/noodzaak en doelmatigheid/effectiviteit kunnen worden vastgesteld. Bij gebrek aan beter, kan dat niet zonder een duidelijk jaarplan met (deels) gekwantificeerde doelstellingen.

De maatschappelijke organisaties die ik de afgelopen weken en maanden sprak, hadden grote kritiek op het verplicht indienen van een jaarplan. De meeste vonden de vragen te gedetailleerd en niet toepasbaar op vrijwilligersorganisaties. Men had ook grote moeite met de interpretatie van bepaalde vragen. Daarnaast stelde men dat er gewoonweg geen capaciteit was om de gestelde vragen goed te beantwoorden. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Ik heb de vragencatalogus gelezen en het vergt wel even denk- en schrijfwerk om die klus te klaren. Ik ben het er echter niet mee eens dat het "niet te doen" was. Dat blijkt ook als je ziet dat een aantal nieuwkomers in staat is om uitstekende jaarplannen in te dienen. Wie goed scoorde, kon een erkenning als maatschappelijke organisatie krijgen voor vier jaar. De organisaties met plannen die nog aanvullend werk behoeven, hebben een voorlopige erkenning gekregen voor twee jaar. Sommige hebben geen erkenning gekregen en maken de komende jaren dus ook geen kans op subsidiegeld.

De maatschappelijke organisaties maakten zich in oktober en november erg bezorgd dat het besluit over de erkenning veel te laat bekend gemaakt zou worden. Op die manier kon men geen eigen begroting voor het nieuwe jaar opstellen. Dat betekent concreet dat niet duidelijk was of bepaalde beroepskrachten wel of niet in dienst konden blijven. Als PvdA hebben we dit probleem uitvoerig met de gedeputeerde besproken. Het gevolg was dat iedereen begin december werd geinformeerd of hij de erkenning binnen had of niet. Tot daaraan toe geen probleem.
Echter, na de erkenning ging blijkbaar een aantal maatschappelijke organisaties er 'zonder meer' vanuit dat het toegekende bedrag ook (zeer) in de buurt zou komen van de bij het jaarplan ingediende begroting. Dat was dus niet zo. De korting op het gevraagde bedrag ligt voor sommige organisaties wel op 40% of nog meer. Los van wie er meer/minder korting heeft gekregen is de korting op zich natuurlijk wel te verklaren: er worden in 2009 immers meer en andere organisaties financieel ondersteund en de beschikbare middelen zijn niet evenredig toegenomen.
Het gevolg is nu dat een aantal organisaties erg boos is op gedeputeerde Wolfs. Vanvond wordt een extra commissievergadering gehouden in Roermond met als doel om het proces en de verdeling opnieuw te bekijken en te controleren op eventuele fouten. Mogelijk dat er een overgangsjaar zal worden ingebouwd, waardoor een aantal organisaties toch nog in de gelegenheid komen om inmiddels gemaakte plannen en afspraken voor 2009 uit te voeren en dan voor de jaren erna noodzakelijke aanpassingen te maken. Hoewel ik de indruk heb dat het proces op zich correct gelopen is, zijn er volgens mij wel duidelijke verbeterpunten voor de sunsidietoekenning aan te wijzen:
  1. bij begin van het ingaan van het volgende 'aanbestedingstraject' moet er (opnieuw) een openbare informatiedag komen, waarin de provincie deze keer echter precies (per item in de vragenlijst) uitlegt hoe zij iedere vraag (en dus ook het antwoord) zal interpreteren. Op die manier kan er geen verwarring meer ontstaan over begrippen als 'bonding' en 'bridging'.
  2. er moet een aanvullend kwalitatief criterium komen voor de niet-cijfermatig meetbare resultaten van projecten die door de maatschappelijke organisaties worden ingediend.
  3. een aantal organisaties heeft mogelijk praktische hulp nodig bij het interpreteren en invullen van de jaarplannen.

Geen opmerkingen: