donderdag 25 september 2008

Commissie Economisch Domein (19-9): de bedrijventerreinen

Vorige week haalde ik tot mijn verbazing het L1 Nieuws nadat ik tijdens de vergadering Economisch Domein ervoor had gepleit dat de provincie allereerst moet kijken of zij de revitalisering van verouderde bedrijventerreinen zelf kan betalen of dat we daarvoor meteen moeten aankloppen bij het Rijk. Aanleiding was een rapport over de staat van de bedrijventerreinen in Limburg. Daarin wordt vermeld dat 27% van de terreinen verouderd zijn en gerevitaliseerd moeten worden. Dat is nogal wat. Bij het doorlezen van het rapport valt mij allereerst op dat nergens staat wat de criteria zijn om te beoordelen wat wel of niet verouderd is. Het is dan nogal makkelijk praten over ‘veroudering’. Voor je het weet gooien we er tientallen miljoenen tegenaan om van een bruikbaar bedrijventerrein een klasse-A terrein te maken, waar vervolgens nauwelijks iemand gebruik van maakt omdat door de vernieuwing de grondprijs onbetaalbaar is geworden. In het rapport wordt ook nergens gedifferentieerd: er is blijkbaar 1 blauwdruk van een verouderd bedrijventerrein en 1 blauwdruk van een bedrijventerrein zoals dat anno 2008 behoort te zijn. Ik vroeg in de commissie dan ook of er niet ook bedrijventerreinen zijn die met weinig of geen aanpassing toch goed bruikbaar zijn voor bedrijven die minder hoge eisen aan hun terrein stellen of die bepaalde voorzieningen helemaal niet nodig hebben. Dat kan dan nog steeds betekenen dat sommige bedrijven misschien verplaatst kunnen/moeten worden. Je krijgt dan echter wel bedrijventerreinen die precies op de behoeften van de gebruikers zijn toegesneden.
De gedeputeerde gaf aan dat er beslist ergens een definitie is van een verouderd bedrijventerrein, maar dat hij die even niet bij de hand had. Kort daarop spitste de discussie zich toe op wie de kosten voor de vernieuwing moet betalen. De VVD stelde ook een zinnige vraag: “Beste gedeputeerde, hoe gaat u die vernieuwing betalen?” Ik was benieuwd naar het antwoord. Ik zie het namelijk niet zitten dat we gewoon maar ons handje ophouden in Den Haag. In de eerste plaats omdat de gelddiscussie vaak de inhoudelijke discussie – wat willen we precies, waarom willen we dat, waar willen we dat en wat is daarvoor nodig – naar de achtergrond verdringt. Zo onder het motto: “Want als we toch geld krijgen dan kunnen we ook wel….” Weg differentiatie, weg klantgerichtheid (oftewel: we luisteren weer niet naar de bedrijven met minder geld of minder behoefte aan volledig parkmanagement of een gecentraliseerde afvalverwerking etc). In de tweede plaats: onze provincie is niet arm. Sommige andere provincies zouden ons waarschijnlijk zelfs behoorlijk rijk noemen. Enkele maanden geleden hadden we nog brede overeenstemming in de Staten dat we ons minder zielig en lijdelijk zouden moeten opstellen richting Den Haag. Zelf de broek ophouden dus. Dat vond toen ook de VVD. Met de bedrijventerreindiscussie hebben we nu zo'n moment en wat zie en hoor ik van zowel de VVD als ook het CDA: “Wat gaat het Rijk betalen?” Ik vind het goed als kritisch wordt gezocht naar financiĆ«le middelen, maar tot nu zijn we nog nauwelijks begonnen om in onze eigen beurs naar het benodigde geld te zoeken.

1 opmerking:

Anoniem zei

wij willen wel reageren! maar jij plaatst het toch niet!