De Statenvergadering van 9 oktober was hektisch en eindigde - met de rol van GS in het Sporting Limburg fusiespektakel - uiteindelijk met een motie van wantrouwen door de oppositie. Die motie werd door de coalitiepartijen en met oppositiepartij D66 verworpen. Het was bij voorbaat duidelijk dat vanwege de media-hype rondom de mislukte fusie, Sporting Limburg door de oppositie zou worden aangegrepen om een show te maken van de vermeende onbetrouwbare rol van onze Gouverneur Frissen en het college van GS als geheel. Dat de gedreigde motie van wantrouwen uiteindelijk ook echt werd ingediend, was dan toch nog een verrassing voor de meeste mensen. Als je naderhand met de hoofdrolspelers spreekt, dan lijkt het erop dat er op het moment van indiening vooral sprake was van een opeenstapeling van misverstanden die begon bij het voorbarige interview van L1 met SP-er Daan Prevoo. Op een directe vraag van L1 antwoordde Prevoo namelijk dat de motie in ieder geval zou worden ingediend, terwijl op dat moment in de Statenzaal de Gouverneur nog bezig was met zijn toespraak en het beantwoorden van vragen uit diezelfde oppositie. Dat schoot het College van GS duidelijk in het verkeerde keelgat: wat had het nog voor zin om vragen van de oppositie te beantwoorden als bij voorbaat vaststaat dat er een motie van wantrouwen wordt ingediend, zo was de woedende reactie van enkele GS-leden. Bij navraag bij SP-leider Thijs Coppes bleek dat de Gouverneur wat hem betrof de vragen zo goed beantwoordde, dat hij op dat moment de motie alsnog niet meer nodig achtte. Toen echter daarna GS-woordvoerder Ger Driessen namens het College zijn woede uitte over de uitspraken van Prevoo, kantelde de discussie opnieuw 180 graden en kwam de motie weer op tafel.
Mijn college Alouis Heijmans heeft op zijn weblog een uitstekende samenvatting van deze vergadering geschreven. Ik sluit mij daar graag bij aan. Om het leesgemak te vergroten heb ik de tekst van zijn weblogbijdrage hieronder gekopieerd:
Weblogtekst Alouis Heijmans
Het belooft in Provinciale Staten een enerverende dag te worden. Het debacle voetbalclub Sporting Limburg komt aan de orde: de fusieclub voortkomend uit Roda JC en Fortuna Sittard. Gouverneur Frissen heeft zich daar met hart en ziel voor ingezet. Naar zijn overtuiging zouden beide clubs op termijn alleen niet kunnen overleven. Te kleine budgetten en gebukt gaande onder een zware schuldenlast zouden zij geen rol meer kunnen spelen in Ere of Eerste divisie.
Toch ging het op het laatste moment compleet mis. Op 2 april nog een persconferentie waarin de geboorte van Sporting Limburg werd aangekondigd en een week later einde oefening. Iedereen in de gordijnen, grote ego’s aangetast. Wie was waar verantwoordelijk voor? De direct betrokken partijen, clubbestuurders en provincie, gingen rollebollend over straat. En dus moest er een nader onderzoek komen om uitsluitsel te geven over het hele proces.
De uitkomst van dat onderzoek is dat Frissen geen blaam treft. Geen harde toezeggingen gedaan, wel dat de bereidheid aanwezig was om € 6,5 miljoen uit te trekken op voorwaarde dat de schulden van de oude clubs zouden worden gesaneerd en dat het bedrijfsleven zou sponsoren. Maar in de rapportage wordt de rol van Frissen wel erg bescheiden voor het voetlicht gebracht. Tot het laatste toe, op 1 april nog een dag voor de persconferentie, overlegt Frissen met potentiële sponsoren. Maar desondanks, stelt Frissen enkele dagen later vast dat er te weinig politiek draagvlak is om het gevraagde geld beschikbaar te stellen. Aan de gestelde voorwaarden wordt niet voldaan en wordt de stekker uit Sporting Limburg getrokken. Verbijstering en woede bij de clubbestuurders die ondanks alle tegenstand van supporters zo hun nek hadden uitgestoken. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Frissen die te ver voor de troepen uitliep, wellicht. Had hij niet veel eerder moeten terugkoppelen naar de politiek met de vraag of hij nog voldoende werd gesteund in zijn pogingen Sporting Limburg van de grond te krijgen? Maar van de andere kant wat is er op zich mis mee dat Frissen zijn nek durfde uit te steken? Dat siert hem alleen maar. Dat ik persoonlijk een fusieclub in Zuid-Limburg nooit heb zien zitten doet daar niets aan af. Waar zijn we als overheid mee bezig om iedere keer weer voetbalclubs uit het financiële moeras te halen? De gemeente Sittard-Geleen had groot gelijk door niet meer de beurs te trekken om Fortuna-Sittard van de schulden af te helpen.
Uiteindelijk tijdens de verhitte debatten geeft Frissen na veel trekken en duwen aan dat hij inschattingsfouten heeft gemaakt. Dat er onder grote tijdsdruk moest worden gehandeld. Maar stelt ook dat hij niet alleen maar ingehuurd is om linten door te knippen. Feit is dat de clubbestuurders van een kouwe kermis zijn thuis gekomen. Voelen zich behoorlijk voor schut gezet en maken van hun hart geen moordkuil. Sef Vergoosen, toch niet de eerste de beste in voetballand, doet in de Statenvergadering verslag van zijn bevindingen. Op zich triest dat partijen zo op die manier tegenover elkaar zijn komen te staan. Zeker, Frissen heeft verwachtingen gewekt, is als kartrekker van groot belang geweest. Heeft ook steeds de voorwaarden aangegeven waaronder de provincie de beurs zou trekken. Maar eveneens begrijpelijk dat de clubs in de veronderstelling waren dat het wel goed zou komen. Niet dus en Frissen moet nu diep door het stof. Maar nogmaals dat kan gebeuren, niet ieder project wordt succesvol afgesloten. Het valt hem aan te rekenen dat hij beter had kunnen communiceren, naar de Staten toe en naderhand ook naar de clubbestuurders. Hen moeten meedelen dat ze samen geknokt hebben tot het laatste toe, maar dat hij er niet in geslaagd is voldoende draagvlak te creëren.
Na de eerste erupties komen de gemoederen in de loop van het debat weer tot rust. Totdat gedeputeerde Driessen het woord neemt en de SP vooringenomenheid verwijt door al op L1 televisie aan te kondigen met een motie van wantrouwen te komen, nog voordat Frissen heeft kunnen antwoorden. Op zich heeft Driessen daar een punt, maar draaft vervolgens door. Verwijt de SP en de totale oppositie alleen maar bezig te zijn met procedures in plaats van zich te richten op de inhoud van belangrijke thema’s. Die agressieve houding schiet compleet in het verkeerde keelgat met als gevolg dat het complete college van Gedeputeerde Staten nu een motie van wantrouwen aan de broek krijgt. Die wordt verworpen, al blijft het een uitermate onplezierig gegeven dat zoveel fracties die motie steunen. Zoiets blijft lang hangen. De onderlinge verhoudingen zullen er nog meer door onder druk komen staan. De relatie tussen een groot deel van de Staten en GS, als dagelijks bestuur van de provincie, zijn nu volledig verziekt. Was dit nu nodig geweest? Niet dus. Frissen wist op een gegeven moment de juiste toon te vinden, stelde zich kwetsbaar op. En dan dit. Jammer dat Driessen op zo’n belangrijk moment zich niet heeft weten in te tomen.
1 opmerking:
Ja het moet inderdaad gezegd worden dat in Roermond de afgelopen jaren veel is bereikt. En het staat vast dat in de persoon van Gerard IJff de PvdA waardig is vertegenwoordigd. De heer IIff is overeind gebleven als een integere bestuurder . Helaas is integriteit in de Roermondse politieke cultuur een eigenschap waarmee niet veel bereikt kan worden. Jammer dat de heer Pennings niet expliciet schrijft over die politieke cultuur in Roermond die tot ver buiten de grenzen van Limburg berucht is. Voor de gemiddelde Roermondenaar valt in elk geval op dat de collega politici die deel uit maken van de coalitie in Roermond voortdurend elkaar voor rotte vis uitmaken. Nog onlangs konden we in de krant lezen hoe de heer IJff slippendrager van Rijkswaterstaat werd genoemd door een collega wethouder van VVD huize. Voor mij is de heer IJff in achting gestegen doordat hij vooralsnog blijk heeft gegeven van weigerachtigheid als het gaat om afdaling tot het niveau van die collega.
In Roermond gaat het om de knikkers zo wordt weleens gezegd. Geld verdienen en niet zeuren, dat is het adagium. Het is te hopen dat de PvdA ook oog heeft voor andere belangen.
In het schrijfsel van heer Pennings staat gelukkig een passage over de venijnige sociale problematiek waardoor Roermond sinds jaar en dag wordt gekenmerkt. De Roermondse Donderberg is een van de weinige wijken in Limburg die demografisch lijkt op de Randstad . De wijk heeft een bevolkingssamenstelling die niet wordt gekenmerkt door vergrijzing ontgroening en krimp. De wijk kent ook grote sociale problematiek die samenhangt met armoede, sociale uitsluiting en verpaupering van de fysieke omgeving. Het Roermondse bestuur lijkt geen vat te krijgen op die problematiek en ik hoop dat de PvdA in de komende campagne voor de gemeenteraad de vinger op de zere plek weet te leggen: De spierballentaal die klinkt uit het gemeentehuis heeft tot nu toe niets opgelost en het wordt hoog tijd dat in samenspraak met de wijkbewoners in de kanswijken van Roermond gewerkt wordt aan leefbaarheid in de wijken. Wellicht is het zinvol daarbij te wijzen op het welzijnswerk dat in Roermond keihard nodig is en dat in de afgelopen 10 jaren een kwijnend bestaan is gaan lijden.
Veel mensen missen openbaar onderwijs in Roermond. Onderwijzers met hoofddoekjes mogen niet werken op Roermondse basisscholen en dat is een schande voor een stad waarin vele islamitische mensen aan de weg timmeren. Hier ligt een taak voor de PvdA.
Er zijn mensen in Roermond die hopen dat de PvdA een waardig links geluid laat horen nu de verkiezingen eraan komen. Een geluid waaruit warsheid klinkt als het gaat om de Roermondse politieke mores die gekenmerkt wordt door machtsmisbruik en aanvallen op de persoon.
Een reactie posten