zondag 27 september 2009

Commissievergadering Economisch Domein (25-09-09)

Deze vergadering was wel belangrijk, maar had geen nieuwswaarde. De aanwezige journalisten vonden er in ieder geval weinig aan. Op het programma stonden onder meer de gratis overdracht van de provincieaandelen in het bedrijf Nazorg Limburg BV en de spelregels voor provinciale leningen aan en participaties in Limburgse bedrijven.
Over de Nazorg BV heb ik eerder al geschreven. Het betreft de zorg over zes gesloten afvalstortplaatsen. Ook al zijn die stortplaatsen inmiddels dicht en afgedekt, ze vereisen toch nog steeds zorg en controle. Nazorg BV zal echter geen nieuwe gesloten stortplaatsen gaan beheren. Nadat een paar maanden geleden eerst was geprobeerd extra taken voor Nazorg BV te vinden, hebben de aandeelhouders – de betrokken gemeentes en de provincie – inmiddels besloten dat het beter is dat de provincie zich helemaal terugtrekt. Er is niet langer een bovenregionale taak ten aanzien van deze stortplaatsen. In de commissie ED werden we gevraagd om akkoord te gaan met de gratis overdracht van de provinciale aandelen (50%) aan de Nazorg BV. De overheidsbetrokkenheid wordt gegarandeerd door de gemeentes die uiteraard wel eigenaar blijven. De provincie geeft de aandelen gratis uit handen, omdat de Nazorg BV zelf op dit moment – vanwege slecht renderende beleggingen – te weinig geld heeft om de aandelen echt te kopen. Voor het toekomstig beheer van de stortplaatsen blijven er echter ruim middelen beschikbaar.

Een ander punt betrof de voorwaarden waaronder de provincie wel of niet leningen aan bedrijven moet verstrekken en wanneer zij in bedrijven als aandeelhouder zou moeten (kunnen) participeren. De provincie heeft hiervoor een soort stroomschema gemaakt dat in ieder geval een aantal criteria en handvatten biedt. Uitgangpunt daarbij is het publieke belang. In een eerdere vergadering had ik al aangegeven dat de definitie daarvan wel erg vaag was. Ondanks een hernieuwde poging door het ambtelijk apparaat, blijkt dat ook in het nieuwe voorstel dit begrip niet erg helder is. Ook nu nog staat in het voorstel dat werkgelegenheid, bijvoorbeeld, zonder meer kan gelden als een zaak van ‘publiek belang’. Nou wil ik als PvdAer het belang van het behoud van werkgelegenheid niet ondermijnen, maar met zo’n definitie wordt ieder verzoek om financiĆ«le hulp van de provincie wel weer erg makkelijk een onderwerp voor de ‘waan van de dag’. Zeker nu in het voorstel duidelijk staat dat Provinciale Staten te allen tijde het definitieve besluit neemt over wel/niet lenen/participeren. Ik wil mezelf en mijn collega’s niet te kort doen, maar je weet hoe zoiets gaat. En zeker in verkiezingstijd…In het voorstel wordt publiek belang nu wel gekoppeld aan een overheidsinterventie “daar waar de markt faalt en betrokken partijen dit niet zelf kunnen corrigeren”. In mijn opmerkingen heb ik gedeputeerde Lebens gevraagd om in ieder geval het begrip ‘marktfalen’ duidelijker te omschrijven. De nieuwe nota moet wat mij betreft voorkomen dat de provincie ‘lukraak’ maar nieuwe particuliere initiatieven mee gaat financieren. Wie iets nieuws wil beginnen, moet zelf maar zorgen voor de middelen. Bovendien moet duidelijk zijn dat als het moederbedrijf van de aanvrager zelf niet bereid is om mee te financieren, dan moet de provincie dat al zeker niet doen. Er zijn een paar voorbeelden uit het recente verleden waar dat anders was. Tenslotte ben ik van mening dat de provincie in geen enkel bedrijf een deelneming mag hebben groter dan 50%. Mocht er dan toch nog geld bij moeten (onder voorwaarde dat andere particuliere partijen dat ook doen) dan alleen als lening. Op die manier worden we als provincie gedwongen goed na te denken voordat we een besluit nemen, want voor iedere lening (of garantiestelling) moeten we geld in een reservefonds stoppen. Dat betekent dat je elders dus minder geld kunt uitgeven.

Geen opmerkingen: