vrijdag 28 augustus 2009

Zebra's in de Statenzaal...

Politiek is meer dan stapels documenten en fikse debatten. Soms worden de provinciale politici ook getrakteerd op kunst en cultuur. Het Cultura Nova festival in Heerlen is daar maar een voorbeeld van. Vandaag hadden we nog een traktatie in de Statenzaal: de renovatie van de zaal – die in 1986 in gebruik werd genomen – is met een nieuwe wandaankleding eindelijk afgerond. Het is wel even wennen. Lopend over de marmeren vloer naar de zaal komt een veelkleurigheid op mij af die ik niet verwacht had. De muren van de ronde zaal, die tot nu toe ivoorkleurig en verder vrijwel kaal waren, zijn nu bedekt door zeven banen stof, variĆ«rend van okergeel tot zwart. Dit kunstwerk is bedacht door kunstenares Fransje Killaars, die ook (zo kan je eigen werk je ook achtervolgen) de aankleding van enkele kamers in het Catshuis heeft verzorgd.

Na vijf minuten inwerktijd vind ik de kleuren wel aangenaam. Het maakt de grote zaal kleiner en gezelliger. Nu is gezellig niet echt een woord dat bij de Statenzaal past, want van gezelligheid is er tijdens de vergaderingen meestal geen sprake. Maar toch… Nog voor de vergadering begonnen is zijn er ook een aantal collega-Statenleden die op duidelijke toon aangeven de creatie helemaal niks te vinden. “Het lijkt wel een circustent!” Nu moet ik zeggen dat de kale ivoorkleurige muren ook een eigen charme hadden. De zaal was licht en had een toon van praktische zakelijkheid. De nieuwe aankleding zal even wennen worden.

Hoewel ik het kunstwerk niet meteen wil beoordelen en een paar vergaderingen lang op mij wil laten inwerken, moet ik tijdens de vergadering wel al een eerste nadeel constateren. Doordat de onderste twee banen een combinatie zijn van grijze strepen en zwart, worden de mensen die in de Statenzaal zitten plotseling haast onzichtbaar. Dat heb je als de heren gewend zijn een grijs/zwart pak te dragen en ook de dames veelal onopvallende kleuren kiezen. Nu zou je kunnen zeggen: prima toch! Kan ik mij voorstellen, maar ik vind het toch een gemis. Bovendien zal ik mijn garderobe wat moeten arrangeren, want met enige schrik constateer ik dat mijn rose/wit gestreepte hemd met paarse stropdas vloekt bij de zwarte achterwand.

Samenvattend ben ik bang dat de inrichting van de Statenzaal het menselijke politieke proces zal gaan overheersen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Los daarvan ben ik bang dat op de televisie de Statenleden die achter het spreekgestoelte staan, eruit zien alsof ze in het Gaiapark op een stel zebra’s rijden. Misschien dat de kunstenares en haar team – voor wie ik verder veel waardering heb – hier toch nog eens naar zouden kunnen kijken.

1 opmerking:

Pierre Diederen zei

Wat de boer niet kent.

In de statenzaal van het provinciehuis in Maastricht werd door Fransje Killaars een schitterend kunstwerk gerealiseerd. De wanden van de ronde zaal waarin de vergaderingen van provinciale staten plaatsvinden zijn behangen met textiel in horizontale banen met verschillende structuur en zachte kleuren. Het kunstwerk is zeker niet schreeuwerig en vanwege het rustgevend effect van de kleurschakeringen past het uitstekend in de zaal waarin felle debatten de gemoederen kunnen beroeren.

Het kunstwerk heeft € 50.000,- gekost en dat lijkt veel geld voor de aankleding van een zaal waarin 7 keer per jaar wordt vergaderd. Genoeg reden dus om de zaal in de toekomst vaker te gebruiken voor bijeenkomsten van Limburgse burgers. Stel de voorziening open voor vergaderingen van Limburgse organisaties die een maatschappelijk doel nastreven en zorg ervoor dat zoveel mogelijke Limburgers gebruik kunnen maken van een schitterende zaal met een unieke aankleding op een van de mooiste plekjes in Nederland.

Mijn collega’s in Provinciale Staten zijn het niet met mij eens. Zij reageren ronduit negatief en dat is teleurstellend. Natuurlijk kunnen smaken verschillen, maar van volksvertegenwoordigers mag verwacht worden zij kwaliteit van kunst kunnen herkennen, ook als die kunst niet helemaal bij hun eigen smaak past. Wat de boer niet kent dat eet hij niet, zo moet de reactie van mijn collega’s dan ook gekwalificeerd worden en dat is teleurstellend omdat juist van volksvertegenwoordigers in een moderne en dynamische provincie verwacht mag worden dat zij nieuwigheid vanuit een positieve grondhouding beschouwen.

Ik vind dat we trots moeten zijn op onze Statenzaal in het gouvernement en natuurlijk hebben we er graag een redelijk bedrag voor over om die zaal mooi te maken. De plek waar onze Limburgse democratie zich afspeelt mag gezien worden.


Pierre Diederen