donderdag 9 april 2009

Essent en de verkoop van aandelen: beslissing valt snel

De discussie over wel/niet verkopen van de Essentaandelen nadert zijn afronding. Eerder deze week kregen we een toelichting van adviesbureau Arthur D Little over hun ‘contra-expertise’ op het advies dat eerder door andere bureaus was gegeven aan de Essent-aandeelhouders. Dat zijn voor een belangrijk deel de provincies en gemeenten. Niet de provincies en gemeenten in het westen van het land overigens, want toen Nederland zo’n anderhalve eeuw geleden geëlektrificeerd werd, kreeg ‘de Randstad’ dit betaald door het Rijk, terwijl er voor de randprovincies en –gemeenten geen geld meer was. Deze hebben het toen maar zelf opgeknapt en eigen nutsbedrijven opgericht. Die nutsbedrijven zijn uiteindelijk omgezet in zelfstandig functionerende particuliere bedrijven waar de aandeelhouders niets anders zijn dan dat: gewone aandeelhouders.Daarmee is de invloed die de aandeelhouders hebben op het dagelijks beleid, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame investeringen, ook meteen duidelijk. Die invloed is er namelijk niet. Zoals bij al die andere aandeelhouders van andere bedrijven ook het geval is: het dagelijks bestuur van Essent bepaalt de koers en de aandeelhouders zijn eigenlijk niet meer of minder dan ‘zegeltjesplakkers’. Enkele keren per jaar hebben de aandeelhouders wel de kans om hun mening kenbaar te maken, maar daar is het ondernemingsbestuur niet aan gehouden. Zo is dat nu eenmaal geregeld in Nederland.

Terug naar de verkoopdiscussie.
De contra-expertise was expliciet aangevraagd door de oppositiepartijen die het professionele advies van de adviserende banken en advocatenkantoren aan de aandeelhouders (de provincie dus!) niet geloofden. Arthur D. Little werd gekozen omdat zij konden bevestigen geen enkele band of belang te hebben (of te hebben gehad) met enige partij in deze discussie. Het kantoor heeft geheel onafhankelijk zijn werk gedaan en tot in details de voordelen, nadelen en risico’s van de verkoop en de mogelijke gevolgen voor de Nederlandse consument in kaart gebracht. De teleurstelling was dan ook groot bij de VVD, SP en GroenLinks toen afgelopen dinsdag de adviseurs van dit bureau onomwonden uitspraken dat niet alleen het eerder door de anderen gegeven advies zeer zorgvuldig, objectief en betrouwbaar was opgesteld, maar bovendien dat volgens Little met het oog op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de provincie waarschijnlijk geen beter moment meer zal komen om te verkopen. Met ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ werd bedoeld dat de risico’s van een lagere opbrengst qua jaarlijks dividend en verkoopprijs de komende jaren sterk zou stijgen.

Maar waarom nou toch verkopen?

Ik las vandaag weer een commentaar in de krant dat het de provincie alleen maar gaat om het ‘graaien naar het grote geld’. Sorry, maar dat is echt onzin! Als we niet door de Tweede Kamer waren gedwongen tot splitsing van het bedrijf en als we met goed vertrouwen er vanuit zouden kunnen gaan dat de dividenden de komende jaren op hetzelfde peil zouden blijven, dan zaten we nu waarschijnlijk niet hier en werd er niks verkocht. Dat dividend maakt namelijk al vele jaren structureel onderdeel uit van onze begroting en bij veel gemeenten is dat ook het geval. We hebben dat dividend hard nodig. Als dat geld zou wegvallen, dan stijgen in ieder geval in veel plaatsen de gemeentebelastingen. Belangrijker is echter dat de artikelschrijver alleen gelijk zou hebben als we als provincie en gemeenten vervolgens de zogeheten hoofdsom (dus het verkoopbedrag) ook zouden uitgeven aan allerlei projectjes en projecten waarmee de politiek nu goede sier zou willen maken. Met andere woorden: we eten dan de koek stukje bij beetje op tot er niets meer over is. En precies dat gaat dus NIET gebeuren! In de Staten gaan we afspreken dat de hoofdsom intact blijft (bv. wegzetten via staatsobligaties) om – net als daarvoor met de dividendgelden – alleen de renteopbrengst te gebruiken voor de eigen begroting. Eigenlijk gaan we met de verkoop dus minder risico nemen, want voor het dividend ben je afhankelijk van de winst van Essent, terwijl we met bijvoorbeeld staatsobligaties het geld feitelijk vastzetten op een spaarrekening bij het Koninkrijk der Nederlanden.

Maar we hoeven toch niet te splitsen?
De afgelopen week kwamen er verhalen dat de Europese Commissie de splitsingsrichtlijn ongedaan zou hebben gemaakt en dat in andere landen niet gesplitst zou worden. Het gaat te ver om hier nu in detail op in te gaan, maar die verhalen kloppen volstrekt niet. De splitsingsrichtlijn is niet van tafel. Zoals al in 2007 afgesproken, zijn nu drie varianten van splitsing, maar ze komen er allemaal op neer dat de energiebedrijven operationeel gescheiden zijn in een netwerk en een productie/leveringsbedrijf. Verdere informatie is te vinden op: http://www.euractiv.com/en/energy/eu-strikes-deal-energy-market-liberalisation/article-180603en:http://ec.europa.eu/energy/gas_electricity/third_legislative_package_en.htm

Dit is toch puur neo-liberalisme en hoe zit dat met de kosten die RWE moet maken om Essent te kopen? Worden die dan niet afgewenteld op de Essentklanten?
Neo-liberalisme is wat ik als PvdAer in ieder geval niet wil hebben. Maar we doen er juist in de huidige situatie feitelijk gewoon aan mee. We zijn zegeltjesplakkers van een gewoon commercieel opererend bedrijf. We hebben geen invloed op de investeringsagenda van het bedrijf, we hebben geen invloed op de tarieven. We vangen alleen maar dividend. Dat is wat mij betreft niet de taak waar een overheidsorgaan zich mee moet bezighouden. Wij moeten ons als overheid vooral richten op het goed vastleggen van de randvoorwaarden waarbinnen bedrijven mogen werken. Dat laatste gaat zeker ook niet altijd goed, zoals de bankencrisis nu heeft aangetoond en daar moeten we van leren. Maar die situatie is verder werkelijk niet vergelijkbaar met deze situatie.

En wat de tarieven betreft: op het moment dat ik de tarieven van Essent (dan: RWE) te hoog vind, stap ik zonder aarzeling over naar een concurrent met betere tarieven. Dat marktmechanisme werkt in ieder geval en als veel mensen dat doen, dan merkt Essent vanzelf dat ze zich uit de markt prijzen. Daarnaast is de NMa de overheidsinstantie die erop moet toezien dat we ook in de toekomst voldoende marktpartijen hebben om te kunnen overstappen. Het is ook niet echt moeilijk om een eigen energiebedrijf te beginnen, want daarvoor hoef je geen eigen centrales te hebben. Het is al voldoende als je de stroom in het buitenland inkoopt en aangezien de provincies en gemeenten eigenaar zijn en blijven van het energietransportnetwerk, kun je als jong bedrijf al snel een eigen concurrerende positie opbouwen.Maar we zouden meer kunnen doen: prof. Hans Schenk van de universiteit Utrecht kwam vorige week tijdens een discussiepanel met de suggestie dat er tenminste 1 publieke energieaanbieder op de Nederlandse markt zou moeten blijven. Op die manier kunnen consumenten gemakkelijk en duidelijk de tarieven vergelijken. Mochten de particuliere aanbieders hun tarieven buitensporig verhogen, dan ontstaat er automatisch een correctie door de consumenten richting die overheidsaanbieder. Ik zie wel wat in die suggestie.

Maar hoe zit dat met duurzaamheid? RWE is toch erg vies?
Dat klopt. Als je de uitstoot van CO2 per eenheidenergie neemt, staat RWE redelijk onderaan de lijst van schone bedrijven. Hun uitstoot CO2 is bijna 2x zo hoog als die van Essent. Arthur D. Little gaf echter aan dat je voor een eerlijke discussie op dit punt ook de geschiedenis en de topografie mee moet laten wegen. Waarom hebben ze in Noorwegen veel waterkrachtenergie? Reden: omdat ze veel watervallen hebben. Waarom zijn wij in Nederland redelijk schoon? Reden: omdat we toevallig aardgas in de bodem hebben zitten. Dat aardgas wordt overigens snel minder en ECN heeft al aan de Tweede kamer geadviseerd dat men ook in Nederland weer de bruinkolen- en steenkolenvoorraden zou moeten meewegen bij het bepalen van de toekomstige leveringszekerheid. In Duitsland heeft men geen grote watervallen en ook vrijwel geen aardgas. Men heeft er wel bruinkolen. Het is dus ook niet raar dat de Duitsers daar op ingezet hebben en aangezien het om hele grote investeringen in centrales gaat, is het ook niet echt vreemd als men probeert die kosten er ook weer uit te halen. Dat gezegd hebbend: RWE heeft wel aangegeven vanaf nu jaarlijks heel erg veel geld (meeste van de Europese energiebedrijven) in duurzame energieopwekking te willen investeren. De aankoop van Essent is daar een onderdeel van, want Essent heeft veel kennis op het gebied van bijvoorbeeld biomassa. De activiteiten van Essent en RWE liggen stevig in elkaars verlengde en men kan snel van elkaar leren. samengevat: RWE komt van ver, maar wil snel verbeteren. Ik ben in ieder geval onder de indruk dat RWE als enige potentiele koper de garantie heeft afgegeven dat de investeringsagenda van Essent van 8 miljard euro in verbetering en vergroening van bestaande en nieuwe installaties gewoon zal worden uitgevoerd. En niet te vergeten: ook in Duitsland wonen consumenten die vinden dat hun energieleverancier snel veel groener moet worden. En daar is men bij RWE beslist gevoelig voor, lijkt mij.

En als we als provincie nou toch niet zouden verkopen? Wat gebeurt er dan?
De contra-expertise van bureau Little bevestigt in ieder geval dat we dan een groot risico lopen om jaarlijks steeds minder dividend te ontvangen en bij een eventuele latere verkoop veel minder voor onze aandelen krijgen. Dat betekent dus directe schade voor de Limburgse burger. Daar komt bij dat Essent de komende jaren vele honderden miljoenen euros moet steken in noodzakelijk onderhoud van bestaande centrales en in de uitbreiding richting duurzame energieopwekking. Dat geld kan alleen van de aandeelhouders komen en ik ben er niet voor dat onze provincie die kosten mee moet dragen. Wij hebben grotere prioriteiten op het gebied van jeugdzorg, gebiedsontwikkeling, versterking van de economische bedrijvigheid, cultuur en noem maar op. Maar stel dat alleen wij als provincie niet zouden verkopen en de andere aandeelhouders wel. Dan bestaat de kans dat wij niet RWE-aandelen krijgen voor onze Essentaandelen, maar dat we gewoon Essentaandelen houden. Als RWE dan zou besluiten om Essentwinsten over te hevelen naar het moederbedrijf, dan krijgen wij gewoon helemaal geen dividend. Zouden we dan alsnog willen verkopen, dan begint het onderhandelingsproces weer helemaal opnieuw, maar zitten wij wel in een veel ongunstigere onderhandelingspositie.

Op 17 april valt het besluit in Provinciale Staten. Ik ben voor verkoop van de Essentaandelen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Bedankt voor de interessante informatie