Deze Statenvergadering was niet een van de makkelijkste en een testcase voor de samenwerking met het CDA. De dag stond bol van de - potentieel - politiek gevoelige dossiers:
- besluit sluitingsdatum ENCI
- besluit beperking kwetsbare gebieden (WAV)
- internationalisering
Ad 1.
De discussie over de sluitingsdatum van de mergelwinning in de ENCI is al jaren aan de gang. Zelf heeft het bedrijf lange tijd gezegd tot 2020 door te willen gaan. Dan zit er namelijk geen winbare mergel meer in de groeve. Na die datum zou eventueel de oven en/of het maalbedrijf nog een tijdje door kunnen met mergel die dan wordt aangevoerd vanuit België. De medewerkers van de ENCI zien zelf ook dat de winning ter plaatse eindig is. Ze wijzen erop dat de gemiddelde leeftijd van de mensen nu al dusdanig is, dat in 2020 vrijwel iedereen met (vervroegd) pensioen zou kunnen. Dat heeft duidelijk de voorkeur boven werkloos worden. Ook van directe bewoners rondom de groeve krijgen we te horen dat de mergelwinning voor hen geen probleem is.
Het verzet tegen sluiting in 2020 komt van een aantal actiegroepen uit Maastricht, deels gesteund door de lokale politiek. Zij willen liefst sluiting per 2010, het moment dat de huidige afgravingsvergunning door de provincie vernieuwd zou kunnen/moeten worden. Ze doen dit om een aantal milieubeschermingsredenen (behoud Observant, Westelijke Rand en grottenstelsel) en vermeende luchtvervuiling vanaf de ENCI die in de Maastrichtse vallei zou blijven hangen. Ik kan mij in deze argumenten gedeeltelijk vinden, al wil ik een paar kritische opmerkingen plaatsen:
de ENCI produceert cement primair voor de Nederlandse markt omdat we in Nederland cement nodig hebben voor het bouwen van m.n. huizen. Er is op dit moment geen alternatief voor cement en dit kun je met een plotselinge sluiting van de ENCI ook niet afdwingen. Daar is nog heel veel jaren onderzoek voor nodig en in de tussentijd ben je nog steeds aangewezen op cement.
"Dan haal je de cement toch van elders?" is meermaals geroepen (ook door de actiegroepen). Dat vind ik persoonlijk een zeer slecht argument. Enerzijds is het een typische NIMBY-argumentatie: "Ik wil het product wel, maar laat de vervuiling maar elders plaatsvinden". Ten tweede: ENCI staat al jaren bekend om de manier waarop ze vooruitstrevend te werk gaan ten aanzien van milieubesparende maatregelen in de productie. Wil je echt iets voor het milieu doen, dan heb ik liever een bedrijf dat actief werk maakt van innovatieve milieumaatregelen (en dat ik als overheid goed kan controleren), dan dat ik en paar honderd/duizend kilometer verder een bedrijf laat aanmodderen zonder dat ik er zicht op heb. Bovendien: als de ENCI dicht gaat, is de kans zeer groot dat midden in de Ardennen een flink stuk natuur moet wijken voor een nieuwe groeve. Dan tast je daar een stuk milieu aan terwijl je hier nog in een bestaande groeve mergel hebt zitten.
De milieuwaarden die door de actiegroepen zo sterk worden verdedigd, zijn deels zelf door de ENCI aangelegd: denk maar aan het zogeheten ENCI-bos en de Observant. Die gronden bestonden vroeger niet. ENCI heeft ze daar zelf neergelegd toen ze in de groeve begon, met het idee die gronden later weer te gebruiken om de originele groeve weer te bedekken. Met andere woorden: de Observant heeft geen eigen milieuwaarde, maar is een industrieel bijproduct dat nodig is om bij latere sluiting de groeve weer een functie te kunnen geven.
Tenslotte: er wordt veel geklaagd over de bijvoeging van afval in de ENCI-oven. Los van het feit dat de ENCI zich houdt aan de emissienormen die elders ook gelden en waar mensen toch gewoon wonen (denk maar aan het Chemelot-terrein en haar ligging t.o.v. Sittard-Geleen/Stein/Urmond/Elsloo), wil ik erop wijzen dat het afval uitsluitend afkomstig is uit Nederland zelf. Het is dus onze afval die daar wordt meegestookt. Van de ENCI heb ik vernomen, dat het gebruik van dit afval ook voor het milieu (uitstoot) beter is dan wanneer hiervoor andere grondstoffen zouden moeten worden gebruikt.
Nu hoef ik hier niet de pleitbezorger van de ENCI te spelen. Als PvdA hebben we in eerdere verkiezingsprogramma's ook aangegeven dat we voor een snelle sluiting zijn. De vraag in de Statenvergadering gisteren was welke afweging je uiteindelijk - met oog op zowel de werkgelegenheid also ook het milieu - moest maken. Het CDA heeft zich lange tijd op het standpunt gesteld dat de vergunning tot 2020 verlengd moet worden. Via vele gesprekken en de grote inzet van onze woordvoerster Weike Medendorp in dit dossier, zijn we gezamenlijk tot de datum van 2015 gekomen. Dit geeft iedereen de kans om op gestructureerde en verantwoorde wijze de afgravingen af te bouwen, alternatieve werkgelegenheid te organiseren en ook een herinrichtingsplan voor de groeve te ontwikkelen. De Observant, de Westrand en de grotten blijven in ieder geval gespaard.
Ad 2.
Net bekomen van de verhitte debatten in het Enci-dossier, gingen we verder met een ander heet hangijzer: de verruiming van de definitie van de kwetsbare gebieden. Waar gaat het om? Vorig jaar is er in de Tweede Kamer een wet aangenomen waardoor provincies zelf de natuurgebieden mogen aanwijzen die erg gevoelig zijn voor ammoniakuitstoot afkomstig van veehouderijen. Een aantal terreinen wordt rechtstreeks bij wet beschermd, maar voor de rest kan de provincie haar eigen afweging maken. Het voorstel van Gedeputeerde Staten kwam neer op een verlaging van 25.000 ha beschermd natuurgebied naar 15.000 ha.
Onze Gedeputeerden komen hiermee tot een heel andere conclusie over de invulling van die ruimte, dan de andere provincies (m.n. Noord-Brabant), waar juist een zeer terughoudende opstelling werd aangenomen. Voor ons als fractie was/is zeer de vraag geweest of verantwoordelijk gedeputeerde Driessen (CDA) bij zijn afwegingen wel de juiste onderzoeksmethoden heeft gebruikt en dus wel de juiste conclusies heeft getrokken. De gedeputeerde - en het CDA - willen in principe niet werken naar een meer gematigd compromis. Hun belang is natuurlijk duidelijk: door de verruiming van de definitie van kwetsbare gebieden, krijgt een aantal agrariërs extra ruimte voor het uitrijden van hun varkensmest. deze bedrijven kunnen dus verder groeien. Tijdens de commissievergaderingen ging het hard op hard. Naast het feit dat er op ons verzoek 1 gebied extra aan de lijst van kwetsbare gebieden werd toegevoegd, ging de gedeputeerde uiteindelijk een beetje door de bocht door toe te zeggen dat er een tussentijdse evaluatie zal plaatsvinden om de ammoniakgevoeligheid nabij specifieke bosgebieden te controleren.
Ad 3.
In een eerder stuk heb ik het al uitgebreid gehad over het onderwerp Internationalisering. Nu stond het dossier - waar we aanvankelijk veel kritiek op hadden wegens gebrek aan meetbare doelstellingen en een stevigere visie - op de besluitenlijst. Als fractiecommissie Economisch Domein hebben we het stuk en de aanpassingen die door gedeputeerde Vrehen zijn gemaakt, goed bestudeerd. Er is inderdaad grotendeels werk gemaakt van onze oorspronkelijke kritiekpunten. Er staan nu meetbare doelstellingen in en de link tussen wetenschappelijke kennisontwikkeling (structurele nauwe samenwerking met RWTH) en wetenschappelijk onderzoek (UM en Chemelot) is een stuk beter in beeld gebracht. Ook al leek het er eerst op dat dit dossier een botsing zou kunnen veroorzaken tussen ons en het CDA, konden we ons er nu allemaal goed in vinden.