dinsdag 11 maart 2008

Commissie Economisch Domein (6 maart)

Vanwege een gepland werkbezoek van de commissie Economisch Domein (ED) aan de Tefaf op vrijdag (waar ik overigens niet bij kon zijn), werd de commissievergadering naar de donderdag verplaatst.

De onderwerpen waren ook ditmaal niet 'umwerfend'. Hieraan moet naar mijn mening dringend iets veranderd worden: de collega's in de andere twee commissies krijgen het werk in hun respectieve commissie niet af, terwijl de commissie ED - waar traditioneel en vanwege het belang dat gehecht wordt aan economische ontwikkeling - ook veel fractievoorzitters zitten, kampt met te weinig onderwerpen. Bij de indeling van de verschillende beleidsgebieden over de commissies blijkt bij nader inzien onvoldoende rekening te zijn gehouden met de werkdruk die dat oplevert. Bij mijn weten komt er binnenkort een evaluatie van de huidige commissiestructuur en hopelijk wordt dit gecorrigeerd. Dit gezegd hebbend: het is niet zo dat de leden van de commissie ED verder niets te doen hebben: politiek is meer dan alleen de commissievergaderingen volgen.

Enfin, de voornaamste thema's betroffen de onderwerpen Regiobranding Zuid-Limburg en een nota over deelnemingen van de provincie in vennootschappen.

Regiobranding gaat over het nationaal en internationaal op de kaart zetten van Zuid-Limburg als technisch innovatieve en cultureel aantrekkelijke regio met uitstraling. En hoe zit dat dan met Noord- en Midden-Limburg? Die vraag werd meteen gesteld door de VVD, en terecht wat mij betreft. Het antwoord van gedeputeerde Vrehen op deze vraag bleek echter eenvoudig: in tegenstelling tot eerdere pogingen om Limburg als merkartikel weid en zijd te verkopen, mislukten omdat de initiatieven niet van onderaf (dus vanuit de burgers en het bedrijfsleven zelf) werden gedragen. Het nieuwe voorstel waar de provincie Limburg zo'n 600.000 euro subsidie in zal steken, is echter wel een initiatief 'van onderaf'. In Noord-Limburg is tot op dit moment niet zo'n initiatief.
Drie kwartiermakers (Elverding, Schrijen en Oostwegel) hebben de afgelopen maanden onderzocht hoe die branding eruit zou moeten zien. Met andere woorden: wat zijn we en wat willen we uitstralen? Dat heeft geleid tot een business plan dat over de komende twee jaar moet worden uitgerold. In totaal is er 2 miljoen euro mee gemoeid. Onze discussie in ED ging vooral over de kosten van deze actie, de werkwijze van de externe organisatie (Stichting Branding Zuid-Limburg geheten) die de branding moet gaan uitdragen en de rol van de provincie in dit proces. Uiteindelijk bleek dat vrijwel iedereen voor het voorstel was. Rijp voor de definitieve besluitvorming in Provinciale Staten dus.

Het tweede onderwerp - provinciale deelnemingen in vennootschappen - bleek lastiger. Een deelneming is niets anders dan een financiƫle betrokkenheid van de provincie in externe bedrijven of organisaties (stichtingen, NVs en dergelijke).
Het College van Gedeputeerde Staten stelde voor om in toekomst eventuele nieuwe externe deelnemingen van minder dan 1 miljoen euro niet langer formeel door Provinciale Staten te laten goedkeuren, maar door PS te laten mandateren aan de commissie Economisch Domein. Dat punt leidde in twee opzichten tot verwarring:
1. ging GS nou plotseling voorschrijven hoe PS haar controlerende taken moest inrichten?
2. waarom moesten deze deelnemingen plotseling gemandateerd worden?

Alle fracties met uitzondering van het CDA vielen hierover. Ondanks pogingen tot uitleg zag gedeputeerde Vrehen zich snel genoodzaakt om op te merken dat het helemaal niet de bedoeling was dat GS het interne beleid van PS zou gaan bepalen. Het is alleen maar een actie om meer efficiƫntie in het proces te krijgen, zo verzekerde hij. Nou, ook dat viel niet zo goed. Dit punt moest dus maar uit het voorstel verdwijnen, stelden de meeste fracties. Dat betekende overigens niet dat daarmee de mandatering niet door zou gaan. Het punt was alleen dat de Statenleden zelf willen bepalen of en hoe zij dit doen.
Wat de tweede vraag betreft kon Vrehen niet duidelijk antwoord geven op de vraag waarom er nou zo nodig gemandateerd moest worden. In het verleden waren er heel weinig deelnemingen. Verwacht het College nu een plotselinge stijging? Waar moest die stijging dan vandaan komen, werd gevraagd. Zeker niet vanuit de portefeuillehouder Economie. De inschatting was dat de provincie vooral op het gebied van grondverwerving veel actiever wil worden. Hier gaat het namelijk meestal om bedragen van minder dan een miljoen euro.
Na veel discussie ging een meerderheid van de commissie akkoord met het voorstel, al zat het punt van het 'voorschrijven hoe PS zijn zaakjes regelt' veel commissieleden nog steeds dwars.