dinsdag 18 maart 2008

Statenvergadering (14 maart)

De Statenvergadering had deze keer eerder een technisch karakter dan dat het een echt politiek debat was. Op de agenda stonden vooral onderwerpen die een paar dagen ervoor behandeld waren in de commissie Economisch Domein (zie voor inhoud van die onderwerpen mijn samenvatting uit die vergadering). De belangrijkste onderwerpen van de dag betroffen:

  1. voorstel van GS om de lijst van Zeer Kwetsbare Gebieden in Limburg conform de wet ammoniak en veehouderij, flink te verkleinen.
  2. motie van PS over de gevolgen van de vermindering van ammoniaktreinen vanuit Geleen naar IJmuiden.

We hebben in Limburg een aantal gebieden die vanuit milieuperspectief zeer kwetsbaar zijn en waar de grond (en het grondwater) niet (zwaar) belast mag worden met o.m. ammoniak (uit koeien-, varkens- en kippenmest). Dat geldt bijvoorbeeld voor heidegebieden en gebieden met veel zandverstuiving. Maar het geldt ook voor naaldbossen, ook al staan die niet op de lijst als zodanig genoemd. In al deze gebieden groeien planten die dit soort verontreinigingen niet kunnen hebben. GS gedeputeerde Ger Driessen wilde in de PS-vergadering van vrijdag aantonen dat een deel van de aangewezen gebieden onterecht op de lijst stond en dat sommige kwetsbare gebieden best verkleind zouden mogen worden. In het voorstel van GS stond verder dat verschillende provincies het begrip 'gevoeligheid voor ammoniak' verschillend uitleggen en dat Limburg zich toch beter zou kunnen aansluiten bij de definiëring die Noord-Brabant erop nahoudt.
In de eerdere commissievergaderingen van Fysiek Domein had het voorstel van Driessen al veel verzet gekregen. Met name mijn collega's Weike Medendorp en Alouis Heijmans hadden kritiek, omdat het voorstel er feitelijk op neerkomt dat Limburgse boeren in toekomst hun ammoniakuitstoot over een groter gebied zouden kunnen 'uitsmeren'. GS was in hun optiek voorbij gegaan aan de gerechtvaardigde tegenwerpingen uit de hoek van de milieufederatie en andere natuurbewegingen. Driessen gaf daarentegen aan dat de noodzakelijke procedures waren gevolgd en dat het voorstel daarvan de logische consequentie was.
Nog voor behandeling van het onderwerp tijdens de PS-vergadering vroegen diverse fracties, waaronder de PvdA, om het onderwerp van de agenda te halen. Het was niet rijp voor behandeling omdat er naar hun mening nog teveel onzekerheden en onduidelijkheden waren. Nader onderzoek en een nieuwe behandeling in de commissie is nodig. Driessen en het CDA waren het daar niet mee eens, maar zagen dat er gewoon geen meerderheid was om het dossier alsnog te behandelen. Het werd dus van de agenda geschrapt.

Ik was zelf nauw betrokken bij een motie van GroenLinks over de vermindering van de ammoniaktransporten van Geleen naar IJmuiden. De oorspronkelijke motie stelde dat de provincie blij was met de vermindering van het aantal ammoniaktransporten per trein, maar dat men zich zorgen maakte over verder ammoniaktransport vanuit Geleen naar Duitsland en naar het zuiden.
Wat mij betreft ging de motie voorbij aan een aantal serieuzere vragen die snel beantwoord moeten worden:

  1. de stopzetting gebeurde niet om veiligheidsredenen, maar omdat de vraag vanuit IJmuiden kleiner werd. Daarnaast is er - voor zover ik weet - nogal wat overheidsgeld naar DSM gevloeid om de stopzetting ook echt te laten plaatsvinden. Op dit moment staan er nog 2 ammoniakfabrieken op Chemelot-Noord en werken er zo'n 150 mensen. Met andere woorden: wat blijft er aan toekomstig ammoniaktransport over en waar gaat het heen?
  2. Mijn informatie is dat het om een tijdelijke vermindering van de transporten gaat: zodra nieuwe klanten gevonden zijn in het buitenland, zullen er gewoon weer ammoniaktreinen vanuit Geleen vertrekken. De inschatting is dat de nieuwe klanten vooral in het zuiden van Europa zitten en dat levert meteen een nieuw probleem: als de treinen van Chemelot vertrekken, kunnen ze via de poort van Lutterade alleen naar het noorden rijden tot aan Sittard. Daar moet dan gerangeerd worden en moet ook de locomotief worden omgedraaid. Echter: de gemeente Sittard-Geleen wil nu juist uit veiligheidsoverwegingen dat alle rangeeractiviteiten bij station Sittard ophouden. Hoe moet dat dan? Antwoord: waarschijnlijk via een versnelde aanleg van een zuidelijke uitgang van Chemelot-Noord op het hoofdspoor. De mensen van Krawinkel zien waarschijnlijk de bui al hangen... Los van de veiligheids- en geluidsaspecten van een eventueel nieuw opstelspoor direct naast het centrum van Geleen, zie ik ook grote problemen ten aanzien van de nu al hoge druk op het bestaande doorgaande treinspoor tussen Maastricht en Sittard. De verwachting is dat met name het personenvervoer per trein de komende jaren enorm gaat stijgen. Hoe denken Chemelot, de railvervoerder, ProRail, de provincie en de gemeente de risico's op ongelukken bij dit knooppunt in de hand te kunnen houden?
  3. Tenslotte bestaat er zoiets als de Basisnetnota voor het goederenvervoer per trein. Die is nog in ontwikkeling, maar komt er in grote lijnen op neer dat een treinvervoerder (denk aan bijvoorbeeld Railion) een kadervergunning krijgt waarbinnen de vervoerder zelf mag kiezen wat hij vervoert (zonder dit dus telkens opnieuw aan te melden). Aangezien vanaf Chemelot vooral (zeer) gevaarlijke stoffen per trein worden vervoerd, kan het dus betekenen dat een nieuwe Basisnetnota ertoe leidt dat Railion juist meer ammoniak en andere extreem gevaarlijke stoffen gaat vervoeren zonder dat er verder iemand van weet. Erg zorgelijk!

Samen met de fractie van GroenLinks heb ik de motie op deze punten herschreven. Onze gedeputeerde Bert Kersten moet zo snel mogelijk informatie inwinnen bij de minister en ons vertellen wat de plannen op dit gebied zijn. Ik was blij met een vermindering van de ammoniaktreinen naar IJmuiden, maar ik wil straks niet een koekje van eigen deeg gepresenteerd krijgen. De motie werd overigens door alle fracties ondertekend. Wordt vervolgd...

dinsdag 11 maart 2008

Commissie Economisch Domein (6 maart)

Vanwege een gepland werkbezoek van de commissie Economisch Domein (ED) aan de Tefaf op vrijdag (waar ik overigens niet bij kon zijn), werd de commissievergadering naar de donderdag verplaatst.

De onderwerpen waren ook ditmaal niet 'umwerfend'. Hieraan moet naar mijn mening dringend iets veranderd worden: de collega's in de andere twee commissies krijgen het werk in hun respectieve commissie niet af, terwijl de commissie ED - waar traditioneel en vanwege het belang dat gehecht wordt aan economische ontwikkeling - ook veel fractievoorzitters zitten, kampt met te weinig onderwerpen. Bij de indeling van de verschillende beleidsgebieden over de commissies blijkt bij nader inzien onvoldoende rekening te zijn gehouden met de werkdruk die dat oplevert. Bij mijn weten komt er binnenkort een evaluatie van de huidige commissiestructuur en hopelijk wordt dit gecorrigeerd. Dit gezegd hebbend: het is niet zo dat de leden van de commissie ED verder niets te doen hebben: politiek is meer dan alleen de commissievergaderingen volgen.

Enfin, de voornaamste thema's betroffen de onderwerpen Regiobranding Zuid-Limburg en een nota over deelnemingen van de provincie in vennootschappen.

Regiobranding gaat over het nationaal en internationaal op de kaart zetten van Zuid-Limburg als technisch innovatieve en cultureel aantrekkelijke regio met uitstraling. En hoe zit dat dan met Noord- en Midden-Limburg? Die vraag werd meteen gesteld door de VVD, en terecht wat mij betreft. Het antwoord van gedeputeerde Vrehen op deze vraag bleek echter eenvoudig: in tegenstelling tot eerdere pogingen om Limburg als merkartikel weid en zijd te verkopen, mislukten omdat de initiatieven niet van onderaf (dus vanuit de burgers en het bedrijfsleven zelf) werden gedragen. Het nieuwe voorstel waar de provincie Limburg zo'n 600.000 euro subsidie in zal steken, is echter wel een initiatief 'van onderaf'. In Noord-Limburg is tot op dit moment niet zo'n initiatief.
Drie kwartiermakers (Elverding, Schrijen en Oostwegel) hebben de afgelopen maanden onderzocht hoe die branding eruit zou moeten zien. Met andere woorden: wat zijn we en wat willen we uitstralen? Dat heeft geleid tot een business plan dat over de komende twee jaar moet worden uitgerold. In totaal is er 2 miljoen euro mee gemoeid. Onze discussie in ED ging vooral over de kosten van deze actie, de werkwijze van de externe organisatie (Stichting Branding Zuid-Limburg geheten) die de branding moet gaan uitdragen en de rol van de provincie in dit proces. Uiteindelijk bleek dat vrijwel iedereen voor het voorstel was. Rijp voor de definitieve besluitvorming in Provinciale Staten dus.

Het tweede onderwerp - provinciale deelnemingen in vennootschappen - bleek lastiger. Een deelneming is niets anders dan een financiële betrokkenheid van de provincie in externe bedrijven of organisaties (stichtingen, NVs en dergelijke).
Het College van Gedeputeerde Staten stelde voor om in toekomst eventuele nieuwe externe deelnemingen van minder dan 1 miljoen euro niet langer formeel door Provinciale Staten te laten goedkeuren, maar door PS te laten mandateren aan de commissie Economisch Domein. Dat punt leidde in twee opzichten tot verwarring:
1. ging GS nou plotseling voorschrijven hoe PS haar controlerende taken moest inrichten?
2. waarom moesten deze deelnemingen plotseling gemandateerd worden?

Alle fracties met uitzondering van het CDA vielen hierover. Ondanks pogingen tot uitleg zag gedeputeerde Vrehen zich snel genoodzaakt om op te merken dat het helemaal niet de bedoeling was dat GS het interne beleid van PS zou gaan bepalen. Het is alleen maar een actie om meer efficiëntie in het proces te krijgen, zo verzekerde hij. Nou, ook dat viel niet zo goed. Dit punt moest dus maar uit het voorstel verdwijnen, stelden de meeste fracties. Dat betekende overigens niet dat daarmee de mandatering niet door zou gaan. Het punt was alleen dat de Statenleden zelf willen bepalen of en hoe zij dit doen.
Wat de tweede vraag betreft kon Vrehen niet duidelijk antwoord geven op de vraag waarom er nou zo nodig gemandateerd moest worden. In het verleden waren er heel weinig deelnemingen. Verwacht het College nu een plotselinge stijging? Waar moest die stijging dan vandaan komen, werd gevraagd. Zeker niet vanuit de portefeuillehouder Economie. De inschatting was dat de provincie vooral op het gebied van grondverwerving veel actiever wil worden. Hier gaat het namelijk meestal om bedragen van minder dan een miljoen euro.
Na veel discussie ging een meerderheid van de commissie akkoord met het voorstel, al zat het punt van het 'voorschrijven hoe PS zijn zaakjes regelt' veel commissieleden nog steeds dwars.

donderdag 6 maart 2008

Vliegtaks - update

Gisteravond was op het Duitse journaal het bericht dat de Duitse overheid op korte termijn eveneens een vliegtaks wil gaan invoeren. Na het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Nederland (wij zijn dus de derde die de vliegtaks invoeren!), gaat nu blijkbaar Duitsland overstag. Ik hoop dat daarmee de bezorgdheid van enkelen, dat de regionale vliegvelden aan de grens schade ondervinden, snel verdwijnt.

Inmiddels bieden Duitse reisbureaus als TUI en Thomas Cook aan dat reizigers - op vrijwillige basis - 17 euro (korte afstanden) en 40 euro (langere afstanden) extra betalen voor de milieuschade die het reizen per vliegtuig met zich meebrengt. Het geld wordt doorgestort naar milieuprojecten in de hele wereld.

Nog even wat cijfers: een gemiddelde burger veroorzaakt 9 ton CO2-uitstoot per jaar. Een uitstoot van 3 ton op jaarbasis is milieutechnisch verdraagzaam. Een enkele vliegreis naar Mallorca leidt al tot een uitstoot van 0,7 ton per reiziger. Voor Teneriffe is dat 1,7 ton en wie naar Los Angeles vliegt veroorzaakt een uitstoot van 6,5 ton Co2 (gegevens genomen van www.zdf.de "Klimakiller Urlaub" van 05-03-2008).