vrijdag 30 november 2007

De strijd om een veilige oversteek in Lutterade

De afgelopen twee weken waren politiek gezien intensieve weken. Deze keer niet vanwege de provinciale politiek, maar wel door de gemeentelijke discussies rondom de zaak 'Oversteek Lutterade'. De zaak stond nu voor de derde keer op de agenda van de raadscommissie Stad&Wijk. Het Bewonersplatform Geleen-West (zie onder) moest voor de tweede keer inspreken om de raadsleden van de noodzaak van een ongelijkvloerse oversteek te overtuigen. Ook zijn we bij diverse individuele fracties op bezoek geweest om ons standpunt nog eens toe te lichten. Reden daarvoor was dat enkele fracties die zich in de afgelopen jaren duidelijk voor ons plan uitgesproken hadden, nu plotseling toch weer gingen twijfelen. Op 12 december beslist de gemeenteraad definitief over het 1 miljoen euro kostende plan.

Waar gaat het om: In 2001 heb ik - samen met enkele anderen - het bewonersplatform Geleen-West opgericht. Dit platform bestaat uit de besturen van 5 wijkverenigingen/buurtplatforms. Die wijken werden in het verleden regelmatig door diverse overheden en ook particuliere bedrijven min-of-meer tegen elkaar uitgespeeld als het ging om het behoud van de leefbaarheid en veiligheid in dat gebied. Het bewonersplatform is heel effectief gebleken: we zijn inmiddels een vast aanspreekpunt geworden en ook de gang naar de Raad van Staten (conflicten met industrieterrein Chemelot) hebben we al meermaals succesvol gemaakt.

Een zaak waar we ons als platform al sinds 2004 zorgen om maken, is de spoorwegovergang Lutterade in Geleen. Die overgang vormt een centrale verbinding tussen de wijken aan de westkant van Geleen en het centrum. Direkt naast het spoor ligt de nieuwe Westelijke Randweg die de zuidkant van Geleen (zeg maar: vanaf de afslag A2) verbindt met Sittard. Op deze manier wordt de oude Rijksweg, die dwars door Geleen loopt, gedeeltelijk ontlast. De Randweg wordt ook de belangrijkste verbindingsweg met het ziekenhuis dat nu nog in aanbouw is. Jammer genoeg ligt de Randweg ook in een druk bebouwd gebied. Dat heeft een aantal consequenties: precies op het punt waar de spoorwegovergang Lutterade en de Randweg bij elkaar komen, wordt de zogeheten wettelijke fijnstofnorm al structureel fors overschreden. Daarnaast maken ook nog eens vele honderden mensen per dag gebruik van de spoorwegovergang om van de wijken Lindenheuvel, Zeeheldenbuurt en Maastrichterbaan naar de Geleense binnenstad te komen. Volgens de nieuwste tellingen gaat het in de spitsuren om meer dan 550 mensen per uur: jong en oud, met fiets, te voet of rollator. Deze mensen moeten eerst wachten voor de spoorbomen en dan 5 meter verder nog eens voor een stoplicht dat gemiddeld 57 keer per uur op rood springt. Het oorspronkelijk aantal auto's dat dit punt moet passeren was oorspronkelijk geschat op 14.000 per jaar met een gemiddelde stijging van max. 1% per jaar. Die schattingen zijn inmiddels alweer achterhaald. De nieuwe stijging bedraagt tenminste 5,6% per jaar. Had ik al gezegd dat de Randweg ook de enige centrale toe/afvoer wordt voor het nieuwe ziekenhuis tussen Sittard en Geleen dat volgend jaar gereed komt? Het aantal auto's zal daardoor beslist nog veel sneller stijgen.

Als je alle opties bekijkt, kom je tot de conclusie dat de huidige oversteekplaats ronduit gevaarlijk is. Dat is door twee onahankelijke bureaus ook bevestigd. De enige werkbare oplosing is een ongelijkvloerse kruising, zodat vooral voorkomen wordt dat wachtende overstekers (denk met name aan: overstekende jeugd op weg naar school terwijl het regent) kuddegedrag gaan vertonen en zomaar gaan oversteken. De auto's op dat punt mogen daar overigens officieel 50km/h rijden. Ik herinner mij nog de opmerking van de projectleider uit die tijd, dat de bocht op die plek feitelijk leidt tot een snelheid van 30 km/h. Niets om je zorgen over te maken. Inmiddels heb ik al menig automobilist die oversteekplaats als persoonlijk racecircuit zien gebruiken.

Enfin, onderstaand is de inspraaktekst die ik voor de commissievergadering heb geschreven. Hij is voorgelezen door Frans Geurts (vertegenwoordiger van de wijk Zeeheldenbuurt), omdat ik (ook al ben ik voorzitter van het platform) het niet goed vind om als Statenlid met binding tot een van de lokale coalitiepartijen ook nog eens het woord te voeren.

Geachte commissieleden Stad & Wijk,

De problematiek rondom de “oversteek station Lutterade” telt nu bijna zijn derde verjaardag. Drie jaar geleden vroegen vijf wijken in Geleen-West – verenigd in het Bewonersplatform Geleen-West - bij alle individuele fracties aandacht voor een situatie die volgens ons onverantwoord en ontoelaatbaar is. De situatie ontstond door de aanleg van de Westelijke Randweg, pal naast de spoorovergang.

Even een paar cijfers, zodat we allemaal weer weten waar het over gaat:
Uw eigen recente tellingen geven aan dat op de spitsuren in de ochtend en avond meer dan 550 mensen per uur op precies deze plek het spoor en de Randweg oversteken. Het gemiddelde over de hele ochtend is 356 en over de middag 395. In een uur tijd wisselt het stoplicht bij station Lutterade gemiddeld 57 keer op rood omdat mensen moeten oversteken.
Toen wij jaren geleden met de toenmalige wethouder en de projectleider spraken, gaven zij aan dat Randweg berekend was op een intensiteit van zo’n 14.000 auto’s per etmaal. Daar zou hooguit een procentje per jaar bijkomen. Nu blijkt uit gemeentelijke stukken dat het gemiddeld aantal verkeersbewegingen bij Lutterade binnen 12 jaar stijgt naar meer dan 23.000 voertuigen. Auto’s en vrachtwagens. Dat is een stijging van 65% tussen nu en 2020 ofwel een stijging van 5,6% per jaar. En daar zal het echt niet stoppen!

Waarom zijn wij hier? In ieder geval niet om alle argumenten voor een ongelijkvloerse oversteek nog eens de revue te laten passeren. U heeft ze al vele keren gehoord en als u nog steeds niet overtuigd bent, dan stellen wij dat u: ofwel nooit de moeite hebt genomen om ter plaatse eens te gaan kijken, ofwel u denkt meer kennis over verkeersveiligheid te hebben dan bureau BHV die de oversteek Lutterade als duidelijk verkeersonveilig heeft gekwalificeerd. Een derde reden – en dat laatste hopen en verwachten wij zeker niet – zou nog kunnen zijn dat u de veiligheid en leefbaarheid van de mensen in Geleen-West niet zo heel erg interesseert.

We willen u hier en nu alleen aan een paar kleine punten herinneren:
De Raad heeft zich 2,5 jaar geleden vrijwel unaniem uitgesproken voor een verkeersveilige oversteek bij Lutterade. U heeft in die vergadering zelf bevestigd wat in het BHV-rapport stond en ook onze mening is: de huidige oversteek is onveilig.
Tegen diegenen die roepen: “Het gaat toch niet om zoveel auto’s” zeggen wij het volgende. Nog is de Randweg niet volledig in gebruik. Dat gebeurt pas als de Randweg na volgend jaar de centrale verkeersader wordt van het nieuwe ziekenhuis. De weg wordt dan niet alleen meer gebruikt door lokaal Sittard-Geleen’s verkeer, maar ook door verkeer vanuit een groot aantal omliggende gemeenten. Bovendien bent u als gemeente zelf bezig met het ontwikkelen van plannen om de verkeersbelasting in de Augustinusstraat en Mauritslaan aan te pakken door nog meer auto’s en vrachtverkeer over de Randweg te leiden.
Tegen degenen die zeggen: “Waarom plaatsen we niet gewoon een permanente VRI met een paar flitspalen?” zeggen wij: u begrijpt duidelijk niet waar het probleem ligt. Ja, ook wij hebben vastgesteld dat op de Randweg nu al stelselmatig te hard wordt gereden, tot aan 100km/h toe. Dat gaat door tot aan het stoplicht en als het licht op groen staat, dan wordt de oversteek vaak tot een aardige chicane voor onbesuisde rijders. Het punt is echter: vanuit verkeersveiligheidperspectief ligt het probleem niet bij de autorijders! De meesten stoppen wel als het sein op rood staat. Het probleem ligt hem erin dat op dit moment de fietsers en voetgangers op een afstand van nog geen 20 meter 2 barrières hebben: de slagbomen bij het spoor en het stoplicht voor de Randweg. Zodra er veel mensen tegelijkertijd tussen spoor en Randweg staan om over te steken – en zeker bij slecht weer en in het donker – dan bestaat er een serieus risico op groepsgedrag. Als de eerste zich niets van een rood licht aantrekt, doen de anderen dat ook niet meer, ongeacht of het stoplicht voor auto’s op rood of groen staat. Een VRI of een flitskast staat wat ons betreft gelijk aan verkwisting van belastinggeld.
we herinneren u ook nog even aan het oorspronkelijke doel van de Westelijke Randweg en de manier waarop de weg in het verleden aan de burgers van deze stad is verkocht: “een doorgaande route tussen Sittard en Geleen die de binnenstad ontlast.” Nu staan er 2 stoplichtinstallaties op net 30 meter van elkaar. Van doorgaand verkeer is geen sprake. Ik roep nog eens in herinnering dat het huidige stoplicht bij de oversteekplaats gemiddeld 57 keer per minuut op rood schakelt om mensen te laten oversteken. Als we de plannen en ideeën mogen geloven, dan gaat u in toekomst het auto- en vrachtverkeer over de Randweg nog verder stimuleren. We weten echter allemaal dat op dit moment al de landelijke fijnstofnorm op Lutterade structureel wordt overschreden. Extra verkeer, plus een gelijkvloerse kruising - of zelfs helemaal geen oversteekvoorziening - leidt tot nog hogere overschrijding van de wettelijke norm. Als u voor iets anders dan een ongelijkvloerse oversteek bent, werkt u feitelijk actief mee aan het verder overtreden van de wet. Dat kan niet en dat mag niet. En wij denken: dat wilt u ook niet! Als bewonersplatform zullen we deze ontwikkeling nauwgezet in de gaten houden en daarop desnoods reageren.
Ons laatste herinneringspunt: iedereen die meent dat mensen toch ook gewoon via de Tunnelstraat kunnen gaan, weet gewoon niet waar hij/zij over praat. De afstand is meer dan 400 meter langer dan de huidige oversteek en heeft 2 flinke hellingen. Die zijn voor veel – vooral oudere - mensen helemaal niet begaanbaar. De wegen naar de tunnel en de tunnel zelf zijn uit sociaal oogpunt onveilig en de tunnel heeft daarnaast maar een beperkte doorvoercapaciteit. Nog belangrijker: hoewel de nieuwe rotonde op de Mauritslaan uitstekend lijkt te werken voor auto’s, is hij voor fietsers nu al ronduit gevaarlijk. Ze hebben op de rotonde voorrang, maar krijgen deze haast nooit: daarvoor is de rotonde te druk met dubbele rijen auto’s die van baan verwisselen en is het fietspad te onoverzichtelijk. Afgelopen maandag is op de rotonde nog een ongeluk gebeurd doordat een automobilist een fietser uit de Henri Hermanslaan gewoonweg niet zag. Dit soort situaties ontstaan op de rotonde haast continu. Stel u zich nu eens voor dat daar hele groepen fietsers op spitsuur om die rotonde heen cirkelen?! Dat is vragen om nog meer problemen. Los daarvan is de kruising onderaan de Tunnelstraat/Mauritslaan/ Mijnweg tijdens spitsuur al enorm druk en er zijn regelmatig aanrijdingen. Metandere woorden: wie de oversteek verplaatst van Lutterade naar de Mauritslaan, verplaatst alleen het probleem.

Dames en heren, ik sluit af:
Ons bewonersplatform vraagt u om een ongelijkvloerse oversteek bij Lutterade. Wij voelen ons gesteund door objectieve rapporten van bureau BHV en de zienswijzen van de Fietsersbond, het Gehandicaptenplatform, het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg en anderen. Ik wil in dat verband nog opmerken dat wij als platform nooit gepleit hebben voor 1 specifieke ongelijkvloerse oplossing. Dat is eerder wel door anderen gesuggereerd, maar laat ik duidelijk zijn: daar gaan wij niet over. Dat is uw taak, niet de onze. Wij hebben dat ook steeds gezegd toen er telkens verschillende varianten gepresenteerd werden.
We stellen aan de andere kant wel vast dat het voorstel van wethouder Widdershoven precies voldoet aan en ingaat op onze vraag om een structureel veilige oversteek. We zijn erg blij dat de provincie de problematiek ook ziet en bereid is om een deel van de financiering op zich te nemen. We hebben begrepen dat er nu uit financieel oogpunt geen obstakel meer bestaat voor het plan van mevrouw Widdershoven. Wij vragen u: steun haar voorstel en laten we eindelijk de oversteek Lutterade veilig maken.

zaterdag 24 november 2007

Wat wil Van Rey?

Deze week stond er een opiniestuk van de Roermondse wethouder en VVD-Statenlid Jos van Rey in dagblad De Limburger. Hij stelt daarin dat Roermond 12% niet-Westerse autochtonen telt en dat dat een groot probleem is. Minister Ella Vogelaar verwijt hij naiviteit, onevenwichtigheid en een gebrek aan aandacht voor integratieproblematieken in middelgrote steden zoals Roermond.

Mijn collega Selcuk Ozturk (gemeenteraadslid in Roermond en oud-Statenlid) en ik hebben daarop besloten om Van Rey van repliek te dienen. Waarom deze aanval op Vogelaar? Toen ex-partijgenoot Rita Verdonk nog de portefeuille Integratie en Vreemdelingenbeleid had, hoorde je hem hier niet een keer over. Enkele maanden geleden nog hield Van Rey zijn collega Statenleden nog voor toch niet altijd alleen maar de hand op te houden en te bedelen in Den Haag om meer geld, maar vooral zelf de handen uit de mouwen te steken.
In het opiniestuk doet Van Rey niets anders dan klagen en tegelijkertijd zijn hand ophouden. Los daarvan, Van Rey betrekt de discussie rechtstreeks op Roermond, een stad waar hij weliswaar wethouder is, maar niet de portefeuillehouder voor integratie. Dus waarom deze actie en waarom nu?

Onderstaand de tekst van de reactie op het opiniestuk:


Wethouder Van Rey op zoek naar nieuwe missie?

Geachte heer Van Rey,
Het lijkt wel of de (Roermondse) wereld op zijn kop staat: in uw opiniestuk afgelopen woensdag klaagt u over het vermeende gebrek aan panklare oplossingen van minister Ella Vogelaar - om integratievraagstukken in het Roermondse, waar 12% niet-Westerse allochtonen wonen - op te lossen. Hmmm, bent u niet de wethouder en het Statenlid dat een paar maanden geleden alle provinciebestuurders (en vooral de nieuwe coalitie in het Provinciehuis) opriep om niet als zeurpiet naar Den Haag te gaan, maar zelf de handen uit de mouwen te steken? Uw betoog getuigt daar in ieder geval niet van.
Is het niet ook zo dat tijdens het vorige kabinet, waarin mevrouw Verdonk de portefeuille ‘vreemdelingenbeleid en integratie’ onder haar vleugels had, Roermond ook niet behoorde tot de steden die van dat kabinet extra aandacht kreeg op dit terrein? Toen hield u zich verdacht stil.

Geef een ander de schuld en je bent er mooi vanaf. Dat dacht u zeker toen u het betreffende opiniestuk schreef. Overigens, hoe staat de wethouder die integratie ook echt in zijn portefeuille heeft, tegenover uw opiniestuk? Want eigenlijk gaat u helemaal niet over het Roermondse integratiebeleid nietwaar?!
We zouden de negatieve energie die u met het stuk laat zien liever willen omkeren: U bent al bijna 10 jaar wethouder in Roermond en niemand zal ontkennen dat u op een aantal terreinen veel voor elkaar heeft gekregen voor deze gemeente. Als u nu eens eenzelfde positieve inzet zou tonen op het dossier ‘allochtonen’ waar u tot nu helemaal niets heeft betekend?
Om u op weg te helpen hebben we ook nog een suggestie: meneer Van Rey, waarom neemt u uw eigen VVD-fractievoorzitter Dré Peters niet als voorbeeld? Ook hij heeft een mening over allochtonen. Maar hij is wél iemand die dagelijks contact heeft met deze groep mensen. Alle respect voor de heer Peters die mét de mensen praat, in plaats van over de mensen. Ga vervolgens eens mét (in plaats van: over) de bewoners van het Roermondse Veld praten, om te kijken wat er werkelijk leeft en zoek dan samen naar oplossingen voor de bestaande problemen. Meneer Van Rey: kom op, klaag niet langer, maar steek zelf de handen uit de mouwen…

Selçuk Öztürk, namens de Roermondse PvdA-fractie
Roy Pennings, namens de PvdA Provinciale Statenfractie

donderdag 15 november 2007

Statenvergadering 9 november

De Statenvergadering verliep zonder grote verrassingen en was relatief kort. Op zich was de agenda goed gevuld, maar veel stukken waren hamerstukken aangezien in de respectieve commissies al overeenstemming bestond.

Belangrijkste punt van de vergadering betrof de begroting 2008. Een belangrijk verschil met voorgaande jaren was dat het voorliggende stuk alleen de principes en prioriteiten nog eens duidelijk vastlegde. De fracties konden de GS-prioriteiten nu vergelijken met de eigen 'wensenlijstjes' en deze laatste nog eens voor het voetlicht brengen. Terwijl in andere jaren ook meteen de detailinvulling van individuele begrotingsposten werd besproken, gaan we deze keer dit punt - met de daaraan gekoppelde meetbare resultaten - pas in januari afhandelen. De opsplitsing leidt tot een stuk efficientieverbetering.

Ik heb mijn voorbereidingstijd vooral gebruikt om tekstinput te leveren aan fractievoorzitter Peter van Dijk. Omdat versterking van de internaionale samenwerking een van de onderwerpen is waar ik mij bezig houd, is mijn inbreng ook vooral gebaseerd op wat ik heb gezien tijdens het werkbezoek bij de Bezirksregierung in Dusseldorf (zie eerdere weblog). Greenport moet een duidelijkere internationale uitstraling hebben. Geen "Greenport Venlo" dus, maar "Greenport Maas-NiederRhein" wat mij betreft.
Verder wil de fractie dat GS eindelijk werk maken van een gedegen analyse (met actieplan) waarom het zo moeilijk is voor bedrijven als Nedcar (waar nu weer 400 banen extra komen) en Vodafone om goed opgeleide mensen te vinden. Blijkbaar zijn we als provincie wel in trek als het gaat om een kortstondige vakantie, maar wonen/werken: ho maar. Dat kan toch niet! Ik zie dit zelf als een belangrijk argument om eindelijk te stoppen met die nutteloze discussie over de vergrijzende en krimpende bevolking in onze provincie. Vergrijzing en krimp zijn geen verdienste, maar tekenen van onmacht en gebrek aan visie. Die krimp zou er niet zijn als we de mensen - waar duidelijk wel werk voor is - ook hier wisten te houden.
De presentatie van Peter van Dijk wordt goed ontvangen en er zijn weinig opmerkingen. Onze punten op het gebied van interationalisering, milieu en werkgelegenheid worden meegenomen.

Last but not least eindigde de vergadering met een vreemd debat over de noodzaak om een GS-lid expliciet verantwoordelijk te maken voor dierenmishandeling. Als aanleiding wordt de mogelijke komst van zogeheten varkensflats genomen. Gedeputeerde Driessen begint met een tegenoffensief: er zijn in Limburg geen varkensflats en die komen er wat hem betreft ook niet. Bovendien: wat wordt eigenlijk verstaan onder varkensflats? Niemand kan het beschrijven en niemand kan duidelijk aangeven op welke manier de dieren in zo'n constructie er slechter aan toe zijn dan in andere huisvesting.
Als PvdA-fractie gaan we dan ook niet mee met de motie van de PvdD. Wassenberg (fractieleider PvdD) stelt in die motie niet alleen dat (1) er veel dierenleed plaatsvindt in Limburg, (2) diertransporten stelselmatig veel dierenleed veroorzaken en (3) de provincie actief moet optreden tegen dierenmishandeling.
Waarom gaan we niet mee? In de eerste plaats omdat er helemaal geen aanwijzing of bewijs is van stelselmatig of veel dierenleed in onze provincie. Als de PvdD dit beweert, moet zij eerst eens komen met controleerbare gegevens. Verder gaat het ons te ver om op basis van een enkel geval met een veetransport plotseling te stellen dat alle dierentransport dierenleed veroorzaakt. Daar komt nog eens bij dat we als provincie over diertransporten helemaal niets te zeggen hebben: er zijn heel precieze Europese richtlijnen over de manier van transporteren, de grootte van transporten, de rusttijden etc. Daar kunnen we niet van afwijken. Als provincie kunnen en moeten we alleen besluiten over zaken waar we ook echt zelf iets aan kunnen doen. Tenslotte is het onzin om de provincie in stelling te brengen als het erom gaat een persoon tegen te houden die bijvoorbeeld zijn hond slaat. Dat is een zaak van de politie. GS houden het erbij dat dierenwelzijn een zaak is van hen allen, al naar gelang het onderwerp. Als PvdA vinden we dat prima.



zondag 11 november 2007

Op werkbezoek in Gennep

Van het politieke werk binnen de Staten vind ik de werkbezoeken waarschijnlijk het leukst. Het bezoek van de fractie aan Gennep bevestigde dat weer eens. Ik kom niet vaak zo noordelijk in onze provincie, tenzij op doorreis naar mijn bedrijf. En dan zie ik alleen de snelweg.
Nu was het even zoeken naar verzorgingstehuis Norbertushof in het centrum van Gennep. Door wat omleidingen was ik nog net op tijd voor de uitleg over een grootschalige wijkvernieuwing. Zowel het complex als de omliggende huizen worden de komende jaren geheel opnieuw ingericht. Het wordt een woonwijkje vooral voor ouderen met daarnaast ook plek voor jonge starters. Het doel is om de ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Een aantal flats, nog daterend uit de jaren 70, moet daarvoor worden gesloopt of is al gesloopt. Om mij heen kijkend ben ik verbaasd dat de huidige - nog niet zo oude - Norbertushof er al zo gedateerd (en van de buitenkant ook een beetje verwaarloosd) uitziet. En toch herken ik het: in de meeste verzorgingstehuizen zitten de ouderen dicht bij elkaar en enigszins afgezonderd van de rest van de bevolking. Een wereldje op zich. Bij mijn eigen grootouders was/is het niet anders. Op de plek van de Norbertushof komen nu echter 267 woningen en wordt het aantal intramurale woningen heel sterk verkleind tot maar 55 woningen.
Luisterend naar het verhaal van de directie van de Norbertushof bedenk ik dat ik er eigenlijk gewoon vanuit ga dat ouderen die "kleine wereld" ook het prettigst vinden. Lekker verzorgd met alle hulp bij de hand, het eten klaar en laat de rest van de wereld maar gek doen. Of dat ook werkelijk zo is, weet ik niet. Ik kijk dan ook op van de opmerking dat ook in de beschutte woonvormen (voor de mensen die het meest hulpbehoevend zijn) een keukentje geplaatst zal worden. Waarom zou je dat doen (diezelfde vraag stelde ik mij ook toen ik voor het eerst in de kamer van mijn grootmoeder kwam in het verzorgingstehuis Bunderhof in Geleen)? De reden is eigenlijk heel eenvoudig, wordt mij uitgelegd. Ervaring laat zien dat ouderen die vanuit een zelfstandige woning - waar ze nog hun eigen eten koken - in een verzorgingstehuis komen zonder eigen keuken, al binnen twee maanden niet meer weten hoe ze moeten koken. Ze vergeten het gewoon. De stap naar het verzorgingstehuis is daarmee ook meteen - onbedoeld - een stap naar echte afhankelijkheid.
In het nieuwe wijkje komen ook een fitnesscentrum, een kinderdagverblijf, een fysiotherapeut en zelfs een grand-café. De filosofie hierachter is dat vooral ouderen nog zeer geinteresseerd zijn in hun omgeving en graag kijken naar spelende kinderen en andere buitenactiviteiten. Om in de woorden van mijn collega Alouis Heijmans te blijven: de nieuwe woonwijk is een plek waar de mensen niet langer naar de zorg komen, maar de zorg naar de mensen. Als het slaagt dan kunnen vele steden in Limburg hier iets van leren.

Het tweede deel van het bezoek betrof een nieuwe geplande speelstraat in Ottersum. Ottersum is een van de kernen in Gennep. Aangekomen op de plek zie ik een klein pleintje met wat groen, net naast een basisschool, een kinderdagverblijf en een paar seniorenbungalows. Dit stukje Gennep heet De Brink. Op ons wacht bewonersinitiatief De Brink. De vertegenwoordigers willen van het pleintje - waar nu 's avonds wat oudere jeugd met auto's rondhangt - een echte speel- en sportplek maken voor kinderen vanaf 6 jaar. Een van de muren van de basisschool wordt een spannende klimmuur, een ander deel van De Brink is bestemd voor gymnastiek en balspelen. Er is zelfs plaats voor een jeux de boules baan, waar de senioren uit de buurt samen met de kinderen kunnen spelen. Ik zie er veel in: overal hoor je dat kinderen minder bewegen en steeds dikker worden. Dit bewonersinitiatief pakt de uitdaging op en onderneemt stappen om kinderen, onder begeleiding van een professionele sportinstructeur, zich lekker op dit terrein te laten uitleven. Het hele plan kost zo'n 250.000 euro. Een groot deel van het geld is blijkbaar al gevonden en ook de wethouder ondersteunt het initiatief. Als we later nog even napraten, doe ik nog de suggestie om nog naar de Interreg-IV subsidie te kijken als mogelijke aanvulling op de benodigde middelen en als aanzet voor een uitbouw van het initiatief naar andere delen van de stad. Ik neem de plannen in ieder geval mee en ga de verantwoordelijk wethouder in mijn eigen stad vertellen dat in Gennep iets wordt ontwikkeld waar we in Sittard-Geleen ook zeker iets aan kunnen hebben. Los daarvan vind ik het mooi dat bewoners zelf zo'n initiatief kunnen bedenken en opzetten. Ik ben zelf ook voorzitter van een bewonersplatform en weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het kan zijn om andere inwoners, de lokale politiek, sponsoren en de pers zover te krijgen dat ze jou en jouw ideeen en plannen serieus nemen.