dinsdag 8 september 2009

Integriteit bij declaraties

De afgelopen twee weken bestond het provinciaal politieke nieuws vrijwel alleen uit de zogeheten ‘bonnetjesaffaire’ van de leden van Gedeputeerde Staten. De kritiek vanuit de media en de bevolking richt zich op zowel de totale hoogte van de declaraties – waarbij de PvdA-bestuurders Wolfs en Kersten bovenaan staan – als ook de declaraties van een aantal kleine uitgaven die niet te rijmen vallen met de vaste onkostenvergoeding van 600 euro die gedeputeerden maandelijks krijgen.

Onderstaand een aantal vragen en antwoorden zoals ik die in deze zaak zie. Uitgebreide verklaringen over dit onderwerp vanuit de gedeputeerden zelf en het PvdA-gewestbestuur Limburg zijn te vinden op de volgende websites:

PvdA-Gewestbestuur


Gedeputeerde Odile Wolfs

Gedeputeerde Bert Kersten

De PvdA-fractie zal pas tijdens een eerstkomende zitting van Provinciale Staten officieel haar standpunt bepalen.

Punt 1:
Een rolletje drop op de creditcard van de provincie declareren als je 600 euro aan vaste onkostenvergoeding krijgt?
Antwoord: Simpel: nee, ook al is er volgens de geldende regels (opgesteld door de Rijksoverheid) formeel niets mis mee, zolang de kosten maar gemaakt zijn tijdens een binnenlands- of buitenlandse dienstreis. Het gaat hier dus om de vraag OF je het – ook al MAG je het – ook moet doen... Nee dus! Dat vinden de gedeputeerden Bert Kersten en Odile Wolfs overigens ook. De kosten voor kleine uitgaven die in de krant genoemd staan, zijn een aantal keren op een verzamelnota terecht gekomen en daardoor over het hoofd gezien. Al deze bedragen zijn dus inmiddels ook weer door de gedeputeerden teruggestort.
Overigens is die vaste onkostenvergoeding van 600 euro een bruto-vergoeding. Daar gaan de inhouding voor privégebruik van de mobiele telefoon en de loonbelasting vanaf. De netto-vergoeding per maand bedraagt 291 euro.

Punt 2:
Zijn die gedeputeerden 70.000 respectievelijk 60.000 euro rijker, bovenop hun salaris?
Antwoord: Nee. Het gaat om kosten die gemaakt en betaald zijn via de provinciale creditcard die iedere gedeputeerde mag gebruiken voor werkdoeleinden.

Punt 3:
Hoe kun je in hemelsnaam 70.000 euro aan declaraties hebben in een jaar?
Antwoord: Het betreft niet een periode van een jaar, maar van 32 maanden (bijna 3 jaar). Dat kan, als er soms via die creditcard activiteiten aan gedeputeerden zijn toegeschreven die eigenlijk via reguliere provinciale wegen betaald hadden moeten worden.
Voorbeelden:

  • zaalhuur voor vergaderingen die eigenlijk op een project geschreven hadden moeten worden, maar door haast of andere reden ‘even’ gereserveerd zijn met de creditcard van de gedeputeerde;
  • studiekosten die eigenlijk op het bestaande budget voor opleidingen geboekt hadden moeten worden.

Punt 4
Die PvdA gedeputeerden declareren veel meer dan die andere gedeputeerden. Echte graaiers, dus?!
Antwoord: Met het voorgaande in gedachte, hangt de hoogte van de totale declaratie toch gedeeltelijk af van de portefeuille van de gedeputeerde. Een portefeuille Financiën en interne organisatie vraagt om minder externe afspraken dan een portefeuille cultuur of milieu. Overigens: de declaratiekosten zelf (afgezien van die kosten van minder dan een tientje, zeg maar) staan nergens ter discussie. Er zijn wel fouten gemaakt in de procedures voor de afrekening van dit soort kosten en hiervoor moet binnen de provinciale organisatie actie op worden ondernomen. Maar bovenal moet echter ook de gedeputeerde in deze situatie scherp blijven opletten onder welke declaratie hij/zij zijn paraaf zet.

Punt 5:
Alleen dankzij de krant/L1 zijn deze misstanden boven water gekomen. Lang leve de media!
Antwoord: Ja, alleen dankzij het WOB-verzoek (“Wet Openbaarheid van Bestuur”) van de media kwam dit naar boven. Als PvdA-Limburg hebben we hier afgelopen weekend uitgebreid en kritisch over gepraat. Onze constatering is: de fouten zijn gemaakt en worden erkend! Blijkbaar zijn de richtlijnen waarvoor de vaste onkostenvergoeding is bedoeld, niet duidelijk genoeg en hebben onze gedeputeerden dit ook zelf niet echt scherp in de gaten gehouden. De rolletjes drop zijn ‘er in gesleten’. Overigens, de verhalen in de krant zijn tot nu toe vooral geschreven met ‘grove pennestreken’, zonder dat er serieus naar achtergronden voor gemaakte kosten is gekeken. Dat is bij deze zaak volgens mij een gemis bij diezelfde media, want toen ik op de School voor Journalistiek zat, werd mij in ieder geval verteld dat – als ik vraag om transparantie – ik daarna met die informatie ook zorgvuldig en genuanceerd moet omgaan. Dat ben je als journalist verplicht tegenover zowel de personen waar je over schrijft, als ook – en misschien nog wel belangrijker – tegenover jouw lezers.

Punt 6:
Die gedeputeerden zijn typische graaiers van geld dat niet van hen is.
Antwoord: Daar ben ik het niet mee eens. De totale onterecht gedeclareerde kosten (de dropjes, het fantaatje etc.) liggen bij zo’n 900 euro voor elk van de PvdA-gedeputeerden over een periode van 32 maanden. Zoals al gezegd: die kosten zijn onmiddellijk terugbetaald. Voor de zekerheid gaat ons gewestbestuur alle bonnetjes nog eens door een hele fijne stofkam halen, maar ik verwacht absoluut niet dat daardoor extra zaken naar voren komen. Wie de zaak had willen ‘flessen’ en eens diep had willen graaien, had het wel anders aangepakt. Niemand stelt een goed betaalde baan op het spel voor 900 euro die er bij het ‘eerste het beste WOB-verzoek’ van de media uitgehaald zou worden. De gedeputeerden hebben op het punt van de kleine declaratiebedragen slordig gehandeld. Daarover bestaat geen twijfel. Maar ik zie bij beiden zeker geen graaimentaliteit. De slordigheid moet onmiddellijk worden gecorrigeerd en het mag niet meer gebeuren. Maar daarmee is het dan ook klaar.

Punt 7:
Hoe komt gedeputeerde Wolfs erbij om haar goede bedoelingen te laten zien door te stellen dat zij naar Japan “alleen economy class” vliegt. Als ze er al heen moet, dan verwacht ik dat gewoon van haar.
Antwoord: Van politici mag en moet je verwachten dat ze verantwoord en zuinig met publiek geld omgaan. Ik wil wel stellen dat in vrijwel alle Nederlandse bedrijven (en ook in een aantal overheidsorganisaties met betrekking tot ambtenaren) in de arbeidsvoorwaarden is opgenomen dat medewerkers verplicht (!) business class moeten vliegen zodra de reis intercontinentaal is. Dat moet vanwege gezondheidsrisico’s (ARBO). Ik ben zelf tevreden dat onze gedeputeerde economy class gevlogen is, maar van mij had ze – net als gewone Nederlandse werknemers – ook business class naar Japan mogen vliegen.

Punt 8:
Gedeputeerde Kersten heeft een studie gedeclareerd van meer dan 23.000 euro. Hij krijgt zijn salaris toch om voor ons te werken en niet om een studie te volgen?
Antwoord: Als gedeputeerde krijg je te maken met een veelheid van onderwerpen en thema’s. Niet van alle thema’s weet je van begin af aan evenveel, terwijl je toch geacht wordt om er belangrijke beslissingen over te nemen. Daarnaast wordt van gedeputeerden verwacht dat ze over toekomstige ontwikkelingen in Limburg visies ontwikkelen en lijnen uitzetten. Al sinds jaren is er in Europa, in Nederland en binnen Limburg het beleid dat – om goed je werk te kunnen blijven doen – het nodig is om ook naast het werk voortdurend aan scholing te doen. De opleiding die Kersten heeft gedaan is door het hele College van Gedeputeerde Staten goedgekeurd omdat men vond dat de groep deze kennis niet in voldoende mate bezat. De studie (aan de universiteit Tilburg) is een al lang bestaande opleiding speciaal voor besluitvormers binnen overheden en het bedrijfsleven en wordt ook in vele andere provincies gevolgd. Zij duurt meerdere jaren. Kersten heeft de studie voornamelijk naast zijn gewone werk gedaan en niet in de plaats van zijn normale werk. Overigens hadden de kosten ook in dit geval niet via de provinciale creditcard van Kersten geboekt moeten worden, maar vanuit het normale provinciale studiebudget dat juist voor dit soort zaken bedoeld is. Ook hier moet in de toekomst strakker naar gekeken worden.

Punt 9:
Alle politici zijn graaiers en alleen erop uit om goed voor zichzelf te zorgen.
Antwoord: Nee! In alle organisaties overal ter wereld zijn mensen die misbruik van een situatie maken. Zo ook in de overheid. Je mag daarmee echter niet iedereen over dezelfde kam scheren. Ik voel mij in ieder geval helemaal niet aangesproken. Wie de werkelijke werkuren, werkdagen en de voortdurende inzet van veel politici eens echt zou volgen, komt er zeker achter dat voor – in ieder geval de meesten – het ‘uurloon’ bedroevend laag is. Dat is niet per se een probleem want politicus zijn is een vrije keuze. Ik zou het echter jammer vinden als een boeiend, verantwoordelijk en belangrijk vak op deze manier afgedaan zou worden.

Punt 10:
Nou weten we dit allemaal, maar wat ga je eraan doen zodat dit niet weer gebeurt?
Antwoord: We laten een extern onderzoek uitvoeren, gecombineerd met een PvdA-gedragscode onderzoek door onze Gewestvoorzitter. Ik verwacht dat die onderzoeken binnen enkele weken klaar zijn. Op dit moment zijn we daarnaast als PvdA-Limburg bezig om een aantal richtlijnen op te stellen die in toekomst onze PvdA-gedeputeerden moeten helpen om dit soort problemen voorgoed te vermijden. Ons Gewestbestuur zal daarop blijven toezien.

Geen opmerkingen: