
Waarom is dit rapport Hermans belangrijk? Welnu, er zijn nogal wat mensen uit onze provincie die in de omliggende regio's werken en veel hinder ondervinden van de huidige - nationale - wetgevingen op het gebied van belastingen en sociale- en rechtszekerheid. Ik heb het twee jaar aan den lijve mogen ondervinden toen ik in Geleen woonde maar in Dusseldorf werkte. Er is een enorm gedoe met verzekeringen, risico op dubbele belastingbetaling, leasekostenberekening van de auto en noem maar op. Dat is niet bevorderlijk voor de mobiliteit van mensen die binnen een half uur rijden makkelijk twee landsgrenzen kunnen oversteken. Ook voor bedrijven is deze situatie erg lastig. Dit heeft ertoe geleid dat de provincie Limburg de rijksoverheid heeft gevraagd om zogeheten proefregio te worden, waarbij een aantal specifiek nationale bepalingen tijdelijk kunnen worden vervangen/buiten werking gezet ten gunste van regionaal georiƫnteerde regelingen. Natuurlijk moet een dergelijke 'dispensatie' ook voor Belgisch-Limburg, Luik en Aken gaan gelden. Geen gemakkelijke operatie en vooralsnog heeft het Rijk Limburg wel de status van 'proefregio' beloofd, maar is er formeel nog niets geregeld.
Terug naar de workshop. De twee gastsprekers waren niet de minste: prof. Luc Soete is directeur van het Economic Research Institute for Innovation and Technology van de Universiteit Maastricht en was lid van de Commissie Hermans. Soete wordt vaak door overheid en bedrijfsleven

Om een lang verhaal beperkt te houden: beide heren gaven aan dat zich een heel duidelijke technologiedriehoek aftekent die zijn gelijke - zeker qua internationale dimensie - in Europa nog zoekt. Het gaat dan om de driehoek Leuven-Eindhoven-Aken. De samenwerking tussen m.n. de universiteiten uit deze driehoek levert een buitengewoon hoog niveau aan technologiekennis op en leidt tot een explosieve groei van startende veelbelovende technologiebedrijfjes. Terzijde: Aken telt jaarlijks het hoogste aantal startende hightech bedrijfjes in Europa! Nog verdergaande samenwerking wordt alleen beperkt door sterk verschillende nationale wetgeving. Dit heeft Hermans in zijn rapport ook gesignaleerd en zijn conclusie is dan ook dat nationale wetgeving zich op punten die te maken hebben met regionale economische ontwikkeling een stukje moet terugtrekken. Laat dit de betrokken regio's zelf doen, stelt hij.
Soete en Hinoul maken tijdens hun presentatie pijnlijk duidelijk dat Nederlands-Limburg op technologisch vlak eigenlijk een groot technologisch 'zwart gat' is: wij hebben geen technische universiteit terwijl juist een technische universiteit de aanjager is voor de kenniseconomie en dus groei. Dit ‘gat’ kan volgens Soete en Hinoul maar in beperkte mate worden opgevangen door het (overigens uitstekend beoordeelde) technisch onderzoek aan onze twee Limburgse hogescholen. Op medisch onderzoek na, doet de UM niet aan technisch-wetenschappelijk onderzoek. Onze grote bedrijven met hun research centers zijn weliswaar van hoge kwaliteit, maar zijn - in de ogen van Hinoul en Soete - vooral bezig met korte-termijn onderzoek gericht op concrete producten voor hun commerciĆ«le opdrachtgevers. Op mijn vraag of zij ervoor pleiten dat we in Limburg de UM tot een technische universiteit moeten omvormen, antwoorden zij positief. Soete stelt dat dit het best kan gebeuren door de UM en de RWTH-Aken zeer nauw met elkaar te laten samenwerken. Mijn indruk is dat Soete daarmee bedoelt dat we moeten komen tot een regio-universiteit Aken-Maastricht. Soete en Hinoul wijzen er nog eens op dat juist in de directe omgeving van technologie-universiteiten de meeste nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid ontstaat. Aha!

Wat kunnen we als provincie doen? Naast het faciliteren van zaken als bedrijfsunits, gedeelde onderzoekscapaciteit en starterskredieten, moeten we - wat mij betreft - ons richting de betrokken nationale overheden en richting Brussel vooral inzetten voor de ontwikkeling van gezamenlijke curricula en (erkenning van) gezamenlijke diploma's.